Installation Instructions

Installatievoorschrift ATAG Low Energy Concept
29
7.1 ALEC systeem zonder controlbox
Zie ook Bijlage D.1.
1. Sluit de kamerthermostaat aan op terminal X5 van de LMU zoals in guur 7.1.a en
7.3.a staat aangegeven.
Op de ketel kunnen de volgende (klok-)thermostaten aangesloten worden ( g.7.1.a):
A. Voor optimale benutting van de regeling van de combiketel adviseert ATAG:
Positie 1 en 2: ATAG Z-thermostaat (EaZy of WiZe)
B Als alternatief kan gekozen worden voor:
Positie 1 en 2: Elke thermostaat volgens OpenTherm-protocol
of Positie 3 en 4: Aan/uit kamerthermostaat of regelaar (potentiaalvrij,
batterij-gevoed).
De kamerthermostaat moet over een 2-draads aansluiting beschikken. De kamerther-
mostaat moet op het aansluitblok aangesloten worden. Gebruik hiervoor de schroefcon-
nector die op het aansluitblok gestoken is. Leid de kabel van de kamerthermostaat langs
de bovenste kabelhaken van de behuizing en de scharnierbeugel.
Voor meer gedetailleerde vragen over componenten, die niet door ATAG zijn geleverd,
neem contact op met de betreffende leverancier.
2. Sluit, indien aanwezig, de optionele ARZ55 buitenvoeler aan op positie 11 en 12 van
terminal X5 van de LMU zoals in guur 7.1.a en 7.3.a staat aangegeven.
3. Sluit de draad van de brander-voorwaarde-thermostaat (BVT, voorgemonteerd vol-
gens hoofdstuk 6) aan op de kroonsteen aan de achterzijde van de LMU (zie guur
7.1.a). Neem daarvoor de aanwezige draadbrug weg.
Solarsysteem:
4. Open de regelaar van het SolarStation. Draai hiervoor de kruiskopschroef uit de
voorzijde van de regelaar en kantel het deksel eruit.
Sluit de aansluitkabel PT1000 sensor (voorgemonteerd volgens hoofdstuk 6) aan op
positie S2. Sluit de collectorsensor aan op positie S1.
Zie hoofdstuk 9.2 voor bediening en functies SolarStation.
VB us
9
10
aansluitblok SolarStation Figuur 7.1.a
Collectorsensor PT1000
Boilersensor PT1000
Voeding 230V