Installation Instructions
Installatievoorschrift ATAG Low Energy Concept
38
kWh/MWh: hoeveelheid warmte in kWh / MWh Aanduidingskanaal*
Via de aanduiding van het debiet en de collectorvoeler S1 (COL) en optionele voeler S4
(TRF) wordt de hoeveelheid warmte gemeten. Die wordt in delen van 1 kWh in parameter
kWh en in delen van 1 MWh in parameter MWh aangeduid. De som van beide kanalen
geeft de totale hoeveelheid warmte.
De opgetelde hoeveelheid warmte kan teruggezet worden. Zodra in een van de aan-
duidingskanalen de hoeveelheid warmte gekozen is verschijnt in de uitlezing continu
het symbool
. De toets SET (3) moet gedurende ca. 2 seconden lang ingedrukt
worden om in de RESET-modus van de meter te komen. Het symbool
knippert in
de uitlezing en de waarde voor de hoeveelheid warmte wordt op 0 teruggezet. Om de
RESET-procedure af te sluiten, moet deze met de toets
bevestigd worden.
Om de RESET-modus af te breken, moet ca. 5 seconden gewacht worden. De regelaar
komt automatisch terug in de aanduidingsmodus.
DeltaT-regeling
Bij het bereiken van het inschakelverschil (DT O) wordt de pomp ingeschakeld en na de
startimpuls (10 seconden)* aangedreven met de minimale snelheid (nMN = 30%). Als
het temperatuurverschil de ingestelde waarde bereikt heeft (DT S) wordt de capaciteit
met één stap (10%) verhoogd. Bij een stijging van het verschil van 2 K (RIS) wordt de
snelheid telkens met 10% verhoogd tot een maximum van 100%. Met behulp van de
parameter „Stijging“ (RIS) kan het regelgedrag aangepast worden. Als het ingestelde
uitschakeltemperatuurverschil (DT F) niet meer bereikt is schakelt de regelaar uit.
* gedurende 10 seconden een capaciteit van 100%.
DT O: Inschakeltemperatuurverschil
Regelbereik: 1,0 ... 20,0 K
Fabrieksinstelling: 6.0
DT F: Uitschakeltemperatuur verschil
Regelbereik: 0,5 ... 19,5 K
Fabrieksinstelling: 4.0 K
Note: Het inschakeltemperatuurverschil moet minstens 1,0 K groter zijn dan het
uitschakeltemperatuurverschil
DT S: Nominaal temperatuurverschil
Regelbereik: 1,5 ... 30,0 K
Fabrieksinstelling: 10.0
RIS: Stijging
Regelbereik: 1 ... 20 K
Fabrieksinstelling: 2K
Maximale temperatuur opslagvat
Als de ingestelde maximale temperatuur overschreden wordt, wordt de verwarming van
het opslagvat belet en daarmee een schadelijke oververhitting vermeden. Bij overschrei-
den van de maximale temperatuur van het opslagvat wordt in de uitlezing
aangeduid.
Note: de regelaar is voorzien van een veiligheidsuitschakeling van het opslag-
vat, die bij 95 °C belet dat het opslagvat verder verwarmd wordt.
S MX: Maximale temperatuur opslagvat
Regelbereik: 2 ... 95 °C
Fabrieksinstelling: 80 °C
51
DT o
6.0
K
DT F
4.0
K
DT S
10.0
K
RIS
2.0
K
SM X
80
°C
* Optioneel










