Installation Instructions
13
5.4 Aansluiten van de collectorleidingen
Voor het aanleggen van de leidingen van en naar de collector gelden de volgende regels:
Alle leidingen tussen boiler en collector dienen uitgevoerd te worden in 15-22 mm
KIWA-gekeurd roodkoper of RVS flexibel geïsoleerd leidingmateriaal (optie).
Tijdens normaal bedrijf kunnen de collectorleidingen kortstondig zeer heet worden
(>120°C). De collectorleidingen dienen zorgvuldig geïsoleerd te worden met UV- en
hittebestendig isolatiemateriaal (RVS flexibel leidingmateriaal is reeds voorzien
van UV- en hittebestig isolatiemateriaal).
ATAG heeft verschillende voorgeïsoleerde flexibele RVS slangen in haar
assortiment. De 10 en 15 meter slangen zijn bedoeld voor het direct aansluiten van
de collectoren op het boilervat. Aan weerskanten zit een collectorkoppeling. Als de
slang door midden word gesneden (met een pijpsnijder) kan deze met een
aansluitset (los verkrijgbaar) op het boilervat worden aangesloten.
Zie ook het installatievoorschrift SolarCollector
II
.
5.5 Aansluiten van de sanitaire leidingen
De CV-combiketel met warmwatervoorziening moet geschikt gemaakt worden voor het
aansluiten van de CBSolar
II
:
- ATAG Q-serie combi: Ombouwset naverwarming zonneboiler art.nr. AA1ZB04H
- ATAG E-Serie combi met MCBA stuurautomaat:
Ombouwset naverwarming zonneboiler art.nr. AA1NZ04H
- ATAG A- en E-Serie combi met LMU stuurautomaat:
Ombouwset naverwarming zonneboiler art.nr. COA2000U
Bij een ander merk/type combiketel moet navraag bij de leverancier gedaan worden.
Monteer de drinkwaterinstallatie volgens de huidige regelgeving.
De koudwaterleiding naar de zonneboiler en naar de CV-combiketel moet voorzien zijn
van een inlaatcombinatie (8 bar). Bij de Q-Serie en de E-Serie moet in de
koudwaterleiding het meegeleverde doseerventiel ingebouwd zijn. In de koudwaterleiding
mag na de inlaatcombinatie geen kraan of afsluiter gemonteerd worden, omdat bij
gesloten kraan of afsluiter de overstort van de inlaatcombinatie niet bereikbaar is voor
het uitzettende water. Zorg voor een vrije uitloop van de overstort van de
inlaatcombinatie in de sifon naar de riolering. Zie voor het aansluiten van de boiler aan
de CV-combiketel het bij de CV-combiketel meegeleverde installatievoorschrift.
Het 300 en 400 liter boilervat zijn voorzien van een extra aansluiting aan de zijkant. Deze
moet lekvrij afgestopt worden.
Monteer bij de CBSolar
II
300 en 400 de warmwaterleiding 50cm naar beneden om een
warmteslot te creëren en isoleer de leiding goed om warmteverliezen te beperken.