Operation Manual

244512
Een inductiekookplaat werkt alleen wanneer u de juiste
pannen gebruikt.
Zet de pan altijd in het midden van de zone wanneer u wilt
koken.
Gebruik alleen pannen die geschikt zijn voor inductiekoken
dus pannen van staal, geëmailleerde pannen of pannen van
gietijzer. Pannen van aluminium, of stalen pannen met een
aluminium of koperen bodem zijn ongeschikt, evenals glazen
servies.
Wanneer u gebruik maakt van een snelkookpan moet u het
vermogen terugschakelen zodra het kookpunt is bereikt.
Volg altijd de instructies van de pannenfabrikant.
Wanneer u nieuwe pannen aanschaft controleer dan of
deze zijn voorzien van het Class Induction keurmerk.
Kookzone Minimale pandiameter
Ø 145 mm Ø 90 mm
Ø 180 mm Ø 145 mm
Ø 210 mm Ø 170 mm
Ø 260 mm Ø 180 mm
De magneettest
Gebruik een kleine magneet om te testen of de pan geschikt is.
Alleen wanneer de magneet aan de bodem blijft kleven en de
pan een dikke bodem heeft is deze geschikt.
Pansignalering
Een van de voordelen van inductiekoken is het
signaleringssysteem voor pannen. Inductie verspilt nooit energie
omdat de kookzone niet zal inschakelen wanneer er geen of een
veel te kleine pan op de kookzone staat.
Zodra u de kookzone inschakelt verschijnt het symbool 'U' op het
display. Wanneer u binnen 10 minuten een geschikte pan op de
kookzone plaatst zal de kookzone inschakelen op het ingestelde
niveau.
Wanneer u de pan van de kookzone verwijderd zal de kookzone
automatisch uitschakelen. De energietoevoer naar de zone wordt
uitgeschakeld.
Wanneer er een kleine pan op de kookzone wordt geplaatst,
wordt deze herkend en het vermogen automatisch aangepast
aan de kleine diameter van de pan.
Pannen die geschikt zijn
voor inductiekoken
Pannen die geschikt zijn
voor inductiekoken
magneet
9