Operation Manual

NL 9
bediening
extra zekerheid
In het toestel zijn verschillende beveiligingen ingebouwd om
de elektronica en uw kookgerei te beschermen. Wanneer het
toestel op de juiste wijze is geïnstalleerd zullen de
beveiligingen zelden of nooit ingrijpen.
kookduurbegrenzing
De kookduurbegrenzer schakelt de kookzones, afhankelijk van
de ingestelde stand, na een bepaalde tijd automatisch uit.
In de tabel hieronder ziet u na hoeveel tijd de kookduur-
begrenzer bij de verschillende standen het toestel uitschakelt.
stand tijd stand tijd
1 - 2 9 uur 7 - 8 2 uur
3 - 4 - 5 5 uur 9 1 uur
6 4 uur
detectiebeveiliging
De kookzone reageert alleen als er een geschikte pan op
staat. Wanneer er alleen een lepel of vork op de kookzone
ligt, schakelt de kookzone niet in.
De lampjes blijven knipperen.
ventilatiebeveiliging
De elektronica moet gekoeld worden. De koele lucht wordt
achter het keukenkastje aangezogen en aan de onderzijde
van de kookplaat uitgeblazen. Het toestel kan daarom alleen
functioneren als er voldoende lucht kan circuleren.
Het toestel schakelt niet in wanneer er onvoldoende lucht
circuleert.
Luchtcirculatie onder
de inductiekookplaat.
NL 8
bediening
inschakelen
kinderslot
Het toestel is voorzien van een kinderslot. Als het kinderslot
is ingeschakeld kunnen de toetsen niet bediend worden.
op slot
Houdt de aan/uit toets 3 seconden ingedrukt.
Het rode lampje bij de aan/uit toets gaat branden.
van het slot
Houdt de aan/uit toets 3 seconden ingedrukt.
Het rode lampje bij de aan/uit toets dooft.
kinderslot