Operation Manual

Draagplateaus demonteren
u
De plateaus kunnen worden
gedemonteerd om te
worden gereinigd.
5.3.5 Opbergvakken
Opbergvakken in de deur verplaatsen
u
Vakken uitnemen volgens de afbeel-
ding.
Boter- en kaasvak altijd tegelijkertijd
met het deksel verwijderen.
u
Deksel verwijderen: een zijkant van
het boter- en kaasvak naar buiten
drukken, tot de dekseltap vrij is, dan
deksel zijdelings verwijderen.
5.3.6 Flessenhouder uitnemen
u
Flessenhouder volgens afbeelding
uitnemen.
5.4 Climat-Freshbox-gedeelte
Het Climat-Freshbox-gedeelte maakt het mogelijk om verschil-
lende soorten verse levensmiddelen driemaal langer dan bij
normaal koelen met behoud van kwaliteit te bewaren.
Voor levensmiddelen met een vervaldatum geldt altijd de
datum vermeld op de verpakking.
5.4.1 DrySafe
De DrySafe is geschikt voor het bewaren van droge of verpakte
levensmiddelen (bijv. zuivelproducten, vlees, vis, vleeswaren).
Hier ontstaat een relatief droog bewaarklimaat.
5.4.2 HydroSafe
De HydroSafe is bij een instelling op hoge luchtvochtigheid
geschikt voor het bewaren van onverpakte sla, groenten en
fruit die zelf veel vocht bevatten. Bij een goed gevulde schuif-
lade ontstaat een dauwfris klimaat met een luchtvochtigheid tot
maximaal 90 %. De luchtvochtigheid in het vak hangt af van het
vochtgehalte van de ingelegde producten en van hoe vaak het
vak wordt geopend. U kunt de vochtigheid zelf instellen.
5.4.3 De vochtigheid instellen in de HydroSafe
u
lage luchtvochtigheid: schuifrege-
laar naar links schuiven.
u
hoge luchtvochtigheid: schuifrege-
laar naar rechts schuiven.
5.4.4 Levensmiddelen bewaren
Aanwijzing
u
Niet in het Climat-Freshbox-gedeelte horen koudegevoelige
groenten als komkommers, aubergines, halfrijpe tomaten,
courgettes en alle koudegevoelige zuidvruchten.
u
Zorg ervoor dat levensmiddelen niet bederven door overge-
dragen bacteriƫn: bewaar onverpakte dierlijke en plantaar-
dige levensmiddelen gescheiden van elkaar in de laden. Dat
geldt ook voor verschillende soorten vlees.
Als u levensmiddelen omwille van plaatsgebrek samen moet
bewaren:
u
de levensmiddelen verpakken.
5.4.5 Bewaartijden
Richtwaarden voor de bewaartijd bij lage luchtvochtig-
heid
Boter tot 90 dagen
Harde kazen tot 110 dagen
Melk tot 12 dagen
Vleeswaren, beleg tot 9 dagen
Gevogelte tot 6 dagen
Varkensvlees tot 7 dagen
Rundsvlees tot 7 dagen
Wild tot 7 dagen
Aanwijzing
u
Denk erom dat eitwitrijke levensmiddelen sneller bederven.
D.w.z. schaal- en schelpdieren bederven sneller dan vis, vis
sneller dan vlees.
Richtwaarden voor de bewaartijd bij hoge luchtvochtig-
heid
Groenten, salades
Artisjokken tot 14 dagen
Selderij tot 28 dagen
Bloemkool tot 21 dagen
Broccoli tot 13 dagen
Witlof tot 27 dagen
Veldsla tot 19 dagen
Erwten tot 14 dagen
Groene kool tot 14 dagen
Wortelen tot 80 dagen
Knoflook tot 160 dagen
Koolrabi tot 55 dagen
Kropsla tot 13 dagen
Kruiden tot 13 dagen
Prei tot 29 dagen
Champignons tot 7 dagen
Radijsjes tot 10 dagen
Spruitjes tot 20 dagen
Asperges tot 18 dagen
Spinazie tot 13 dagen
Bediening
6 * afhankelijk van model en uitvoering