Operation Manual
Gebruikshandleiding ATAG Perfect Intelligence pagina 6
De Reset-toets ( )
In geval van een storing wordt de regeling van het toestel vergrendeld.
Het display geeft dan de
E van error met een bepaalde nummercode
weer. Druk op de Reset-toets (
) om het toestel opnieuw te laten
starten. Indien de storing zich blijft voordoen, neem dan contact op met
uw installateur en geef de nummercode door.
Instellen aanvoerwatertemperatuur
De gebruiker die de technische uitlezing heeft gekozen (pagina 5) kan
eenvoudig de aanvoerwatertemperatuur naar eigen wens instellen.
Om dit in te stellen dienen de volgende handelingen te worden
verricht:
- Druk kort op de Mode-toets (
).
In het display verschijnt de tekst
. In dit hoofdstuk kunnen
instellingen worden gewijzigd.
- Druk op de Step-toets ( ).
In het display verschijnt nu
. Het eerste getal geeft het soort
instelling (aanvoertemperatuur) weer. Het tweede getal geeft de
waarde van deze instelling aan. Bij de standaardinstellingen is
gekozen voor 85°C aanvoerwatertemperatuur.
- Druk op de Plus (
)- of de Min ( )-toets om, indien nodig, deze
waarde te wijzigen.
- Druk op de Store-toets ( ) om de wijziging te bevestigen.
Het display zal één keer knipperen.
- Druk kort op de Mode-toets (
).
Het display geeft kort
weer en daarna de technische
uitlezing
.
De in te stellen aanvoerwatertemperatuur geldt alleen voor de cen-
trale verwarming en is onafhankelijk van de warmwatervoorziening.
Gebruikshandleiding ATAG Perfect Intelligence pagina 7
Instellen type installatie
Het toestel is zodanig ingesteld dat het zich volautomatisch aanpast
aan de verwarmingsinstallatie. In enkele situaties kan het een instal-
latie met convectoren of volledige vloerverwarming betreffen.
U kunt eenvoudig kiezen voor het type verwarmingsinstallatie met de
daarbij behorende instellingen, zoals maximale aanvoerwatertempe-
ratuur en de snelheid van het opwarmen van de installatie na een
nachtperiode. Instellen gaat als volgt:
- Druk na de uitlezing
, nogmaals op de Step-toets ( ).
In het display verschijnt
. Het eerste getal geeft aan welke
instelling weergegeven is. Het tweede getal geeft het installatie-
type aan (zie onderstaande tabel).
- Druk op de Plus(
)- of de Min( )-toets om, indien nodig, het
installatietype te wijzigen.
- Druk op de Store-toets ( ) om de wijziging te bevestigen.
Het display zal één keer knipperen.
- Druk kort op de Mode-toets (
).
Het display geeft kort
weer en daarna de technische
uitlezing
.
Als er gekozen is voor een type installatie met een lage aanvoerwater-
temperatuur kan het voorkomen dat bij een strenge winterperiode de
verwarmingsinstallatie traag op temperatuur komt. In een dergelijke
situatie moet gekozen worden voor een type installatie met een
hogere aanvoerwatertemperatuur.
Overige instellingen zijn omschreven in het installatievoorschrift.
-eitallatsnI
ezuek
eitallatsni-VCepyT
-retawreovnaA
ruutarepmet
10
nerotcevnoc;gnimrawrevthcul;nerotaidaRC°58
20
foduohniretawleevtemnerotaidaR
gnimrawrevjibslagnimrawrevreolv
C°07
30
slanerotaidartemgnimrawrevreolV
gnimrawrevjib
C°06
40
gnimrawrevreolvegidelloVC°05
= fabrieksinstelling






