Installation Instructions

Installatievoorschrift ATAG Q-Serie
8
5 Ophangen van de ketel
De opstellingsruimte voor de CV-ketel moet vorstvrij zijn.
De ketel kan met de ophangbeugel en het meegeleverde bevestigingsmateriaal aan
praktisch elke wand worden bevestigd. De wand moet vlak en zó stevig zijn dat deze
het ketelgewicht met waterinhoud kan dragen.
Let op de minimale afstanden tussen ketel, wanden en plafond ten behoeve van het
plaatsen en verwijderen van de mantel (zie bijlage C).
Met behulp van de bijgeleverde aftekenmal kan de plaats van de ketel bepaald worden.
Til de ketel alleen op aan de achterwand.
6 Aansluiten van de ketel
De ketel beschikt over onderstaande aansluitleidingen:
• CV-leidingen.
Deze moeten met knel ttingen aangesloten worden op de installatie;
• Gasleiding.
De aansluiting op de ketel is voorzien van binnendraad waarin het staartstuk van de
gaskraan gedraaid kan worden;
• Condensafvoerleiding.
Dit is een ovale 24 mm kunststof leiding. Hierop kan door middel van een open ver-
binding de afvoerleiding aangesloten worden. Indien nodig kan de leiding worden
verlengd met een ø 32 mm PVC sok;
Rookgasafvoer- en luchttoevoersysteem.
Deze kunnen als 2x ø80 mm of concentrisch ø80/125 mm aangesloten worden.
Koud- en warmwaterleiding
Alleen Combi-ketels: deze bestaan uit een ø15 mm koperleiding. Deze moeten met
knel ttingen aangesloten worden op de drinkwaterinstallatie.
Het is aan te bevelen alle ketelaansluitleidingen en/of de installatie schoon te
spoelen en/of schoon te blazen alvorens deze aan te sluiten op de ketel.
6.1 CV-systeem
Monteer het cv-systeem volgens de huidige regelgeving.
De ketelleidingen moeten door middel van knel ttingen aangesloten worden op de in-
stallatie. Voor het aansluiten op dikwandige pijp (gelast of ge t), moeten verloopstukken
worden gebruikt.
Bij het verwijderen van de kunststof afdichtdoppen op de leidingen kan vuil test-
water vrijkomen.
De ketel beschikt over een zelfregelend en zelfbeschermend besturingssysteem voor
de belasting en de pompcapaciteit. Hierbij wordt het temperatuurverschil tussen het
aanvoer- en retourwater gecontroleerd. Tabel 3 geeft de waterverplaatsing weer die de
circulatiepomp kan leveren bij een bepaalde installatieweerstand.
Pas voor de Q51C, Q51S en Q60S altijd een open verdeler toe om stromings-
problemen over de CV-installatie te voorkomen.
ATAG levert hiervoor de AA1OV09U Open verdeler voor 1 toestel. Deze wordt direct
onder het CV-toestel op de aanvoer- en retourleiding aangesloten.
Indien de installatieweerstand hoger is dan de vermelde waarde zal de pomp op maximale
pompcapaciteit gaan draaien en de belasting aanpassen totdat een, voor de regeling
acceptabel, temperatuurverschil tussen aanvoer- en retourwater is bereikt.