Operation Manual
28 29
Gebruik van de automatische programma’s
De 40 automatische programma’s hebben voorgeprogrammeerde kooktijden.
U hoeft de tijd en temperatuur niet in te stellen.
1
Draai de FUNCTIEKNOP naar de
positie “AUTO”.
2
Indien het symbool
in de display
verschijnt, vul dan het waterreservoir
tot de markering ‘max’ met vers water
en plaats het reservoir weer terug.
Zet het gerecht in de oven.
3
Kies met de SELECTIEKNOP een
programma. Raadpleeg de tabellen
op pagina 29 t/m 32.
4
Druk op SELECT. De gewichtsaan-
duiding knippert.
5
Pas met de SELECTIEKNOP het
gewicht aan.
6
Druk op START.
► Het programma begint. Als het
programma klaar is klinkt er een
signaal en in de display knippert
“END” vier keer. Daarna klinkt er
om de minuut een signaal.
Gebruik van de automatische programma’s (vervolg)
In de volgende tabel staan 40 automatische programma’s om gevarieerd te koken. De tabel
bevat de programmanummers, de verschillende gerechten, de hoeveelheden en aanbevelingen.
Programma’s S-1 t/m S-12 zijn voor stomen. Programma’s b-1 t/m b-8 zijn voor bakken.
Programma’s G-1 t/m G-6 zijn voor grillen. Programma’s r-1 t/m r-6 zijn voor braden en roosteren.
Programma’s C-1 t/m C-3 zijn voor gemaksproducten. Programma’s d-1 t/m d-5 zijn voor ontdooien.
Code Gerecht
Gewicht
(kg)
Aanbevelingen
Stomen
S-1
Gesneden gro-
enten
0.2-0.6
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering
‘max’. Doe de gesneden groenten, zoals courgettes, broccoli
roosjes, paprika en wortels in een stoomovenbakblik.
Plaats deze op het frame, niveau 3. Plaats op niveau 1
een bakplaat.
S-2 Hele groenten 0.2-0.6
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering ‘max’.
Doe de hele groenten of grote stukken groenten, zoals bloem-
kool, broccoli, maïskolven en artisjokken in een stoomov-
enbakblik. Plaats deze op het frame, niveau 3. Plaats op
niveau 1 een bakplaat.
S-3 Visfi lets 0.2-1.0
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering ‘max’.
Plaats de verse visfi lets (ongeveer 2 cm dik), zoals koolvis,
zeeduivel en kabeljauw naast elkaar in een stoomovenbak-
blik. Plaats deze op het frame, niveau 3. Plaats op niveau
1 een bakplaat.
S-4
Vissteaks en
vismoten
0.2-1.0
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering ‘max’.
Plaats de vissteaks (ongeveer 3 cm dik) zoals zalm en tonijn
naast elkaar in een stoomovenbakblik. Plaats deze op het
frame, niveau 3. Plaats op niveau 1 een bakplaat.
S-5
Garnalen
(rauw/ongekookt) 0.2-0.5
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering ‘max’.
Doe de rauwe garnalen (gepeld of ongepeld) in een stoom-
ovenbakblik. Plaats deze op het frame, niveau 3. Plaats
op niveau 1 een bakplaat.
S-6 Kipfi let 0.2-1.0
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering ‘max’.
Plaats de kipfi let naast elkaar in een stoomovenbakblik.
Plaats deze op het frame, niveau 3. Plaats op niveau 1
een bakplaat.
S-7
Eieren (M)
(hardgekookt)
0.1-0.6
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering ‘max’.
Prik een gaatje in de stompe kant van het ei. Plaats 2 tot 10
eieren in een stoomovenbakblik. Plaats deze op het frame,
niveau 3. Plaats op niveau 1 een bakplaat.
S-8
Geschilde
aardappelen
0.2-0.8
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering ‘max’.
Schil de aardappelen en snij ze in vieren of gebruik kleine aard-
appelen. Plaats ze in een stoomovenbakblik. Plaats deze op
het frame, niveau 3. Plaats op niveau 1 een bakplaat.
S-9
Witte rijst
(Basmati of
Pandan)
0.1-0.5
Vul het waterreservoir met vers water tot de markering ‘max’.
Verdeel de witte rijst in een platte, glazen ovenschaal. Voeg
twee keer zoveel water toe (voor 250 gram rijst voeg 500 ml heet
water toe). Plaats de schaal op het ovenrooster, niveau 1.