Operation Manual

NL 37
REINIGEN (VERVOLG)
2
Het oppervlak van de oven,
bedieningspaneel en venster
reinigen.
Het oppervlak van de oven kunt u
afvegen met een natte theedoek.
Veeg er nadien met een droge
doek overheen om het water te
verwijderen.
Oefen geen druk uit wanneer u het
bedieningspaneel reinigt; zo kunt u
het beschadigen.
Reinig het transparante venster met
een mild schoonmaakmiddel en een
theedoek. Veeg er nadien met een
droge doek overheen om het water
te verwijderen.
3
Het waterreservoir en het lekbakje
reinigen.
Neem ze af met een spons met mild
schoonmaakmiddel en spoel ze na
met water.
4
De accessoires reinigen.
Neem ze af met een mild
schoonmaakmiddel en droog ze af
voordat u ze in de oven terugplaatst.
Oefen geen druk uit op de
accessoires als u ze met een borstel
reinigt; zo kunt u het laagje op het
oppervlak beschadigen.
WAARSCHUWING:
Gebruik NOOIT benzeen, verdunner of een staalschuurspons voor de reiniging. Hierdoor kan
het oppervlak verkleuren of beschadigd raken.
Spuit tijdens de reiniging geen water op het apparaat. Dit kan elektrische schokken of brand
veroorzaken.
Laat het waterreservoir of het lekbakje niet in direct zonlicht drogen. Hierdoor kunnen ze
vervormen of beschadigd raken.
Verwijder voor reiniging de deur van de oven niet.