Informatie voor de gebruiker Afwasautomaat VA6111 ATUU/A01
Geachte klant, Lees deze gebruiksaanwijzing a.u.b. zorgvuldig door en bewaar het boekje zodat u nog eens iets kunt nalezen. Geeft u deze gebruikersinformatie a.u.b. aan de eventuele volgende eigenaar van het apparaat door. 1 3 2 3 2 De volgende symbolen worden in de tekst gebruikt: Veiligheidsaanwijzingen Waarschuwing! Aanwijzingen die voor uw eigen veiligheid dienen. Let op! Aanwijzingen die ter voorkoming van schade aan het apparaat dienen.
Inhoud Gebruiksaanwijzing ........................................ 4 Veiligheid . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 4 Apparaataanzicht . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Bedieningspaneel . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . 6 Voor de eerste ingebruikname . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Gebruiksaanwijzing 1 Veiligheid Voor de eerste ingebruikname • Volg de ”Opstel- en aansluitaanwijzing” op. Gebruik volgens de voorschriften • De afwasautomaat is alleen bestemd voor het afwassen van huishoudservies. • Constructieve wijzigingen of veranderingen aan de afwasautomaat zijn niet toegestaan. • Alleen speciaal zout, afwasmiddel en glansmiddel gebruiken dat voor afwasautomaten voor huishoudelijk gebruik bestemd is. • Geen oplosmiddelen in de afwasautomaat doseren.
Algemene veiligheid • Reparaties aan de afwasautomaat mogen alleen door vakmensen worden uitgevoerd. • Als de afwasautomaat niet gebruikt wordt, het apparaat uitschakelen en de waterkraan dichtdraaien. • De stekker nooit aan het snoer uit het stopcontact trekken, maar altijd aan de stekker. • Let erop dat de machinedeur, behalve bij vullen en leeghalen, altijd dicht is. Zo voorkomt u dat iemand over de open deur struikelt en zich bezeert. • Ga nooit op de geopende deur staan of zitten.
Apparaataanzicht Bovensproeiarm Bovenkorf-sproeiarm en bodemsproeiarm Schakelaar hardheidsbereik Voorraadvakje voor zout Vakje voor afwasmiddel Voorraadvakje voor glansmiddel Bedieningsveld Typeplaatje Zeven Bedieningspaneel Voor de bediening van het apparaat moet altijd eerst de deur van de afwasautomaat worden geopend. AAN/UIT-toets Met de AAN/UIT-toets wordt de afwasautomaat in-/uitgeschakeld.
Programmatoetsen 1 2 3 Functietoetsen Met de programmatoetsen wordt het gewenste afwasprogramma gekozen.
Multidisplay Controlelampjes Starttijdkeuze instellen 3in1-functie kiezen De multidisplay kan aangeven: – op welk hardheidsniveau de waterontharder is ingesteld. – of de signaaltoon is in- of uitgeschakeld. – welke starttijd is ingesteld. – hoe lang een lopend afwasprogramma naar verwachting nog duurt. – van welke storing aan de afwasautomaat sprake is.
Voor de eerste ingebruikname 3 1. Waterontharder instellen 2. Zout voor de waterontharder doseren 3. Glansmiddel doseren Als u een 3in1-afwasmiddel wilt gebruiken, let dan op het volgende: – Lees eerst het hoofdstuk “Gebruik van 3in1-afwasmiddelenl“. – De afwasautomaat inschakelen, op de toets “3in1” drukken. De indicatie van de toets brandt: De 3in1-functie is geselecteerd! U hoeft daarom – geen zout of glansmiddel te doseren. – de waterontharder niet in te stellen.
3 Elektronische instelling: 1. De toets AAN/UIT indrukken. Als alleen de LED-indicatie van een programmatoets brandt, is dit afwasprogramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd: De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken. De LED-indicaties van alle toetsen die u nu kunt kiezen branden. Uitzondering: de 3in1-toets brandt alleen wanneer deze functie is geactiveerd. 2. De functietoetsen 2 en 3 gelijktijdig indrukken en ingedrukt houden.
1) Alleen als de signaaltoon is ingeschakeld, wordt de waterhardheid met geluid weergegeven. 2) (°d) Duitse graden, meeteenheid voor de waterhardheid 3) (mmol/l) millimol per liter, internationale eenheid voor waterhardheid 4) Bij deze instelling kan de looptijd van het programma iets langer worden. *) instelling vanaf de fabriek Speciaal zout doseren 3 3 Om de waterontharder te ontkalken dient speciaal zout gedoseerd te worden.
Glansmiddel doseren Omdat het glansmiddel het spoelwater beter laat aflopen krijgt u vlekvrij, glanzend servies en heldere glazen. Als u geen 3in1-afwasmiddel gebruikt, doseer dan glansmiddel: – Voor de eerste ingebruikname van de afwasautomaat. – Als op het bedieningspaneel het controlelampje voor glansmiddel brandt. Gebruik alleen speciaal glansmiddel voor afwasautomaten en geen andere vloeibare reinigingsmiddelen. 1. De deur openen.
Glansmiddeldosering instellen 3 De dosering alleen dan veranderen als op glazen en servies vegen, melkachtige vlekken (dosering lager instellen) of opgedroogde waterdruppels (dosering hoger instellen) te zien zijn (zie hoofdstuk “Als het afwasresultaat niet bevredigend is“). De dosering kan van 1-6 worden ingesteld. Vanaf de fabriek is de dosering op “4“ ingesteld. 1. De deur van de afwasautomaat openen. 2. Ontgrendelingsknop van het glansmiddelvak indrukken. 3. Deksel openklappen. 4.
Signaaltoon in- en uitschakelen 3 U kunt instellen of u, naast een zichtbare indicatie (bij bijvoorbeeld het programma-einde of storingen) ook een signaaltoon wilt horen. 1. De toets AAN/UIT indrukken. Als alleen de LED-indicatie van een programmatoets brandt, is dit afwasprogramma geactiveerd. Het afwasprogramma moet worden geannuleerd: De functietoetsen 2 en 3 gedurende ca. 2 seconden gelijktijdig indrukken. De LED-indicaties van alle toetsen die u nu kunt kiezen branden.
In het dagelijks gebruik Bestek en servies in de machine plaatsen 1 Sponzen, huishouddoeken en alle voorwerpen die water opnemen mogen niet in de afwasautomaat worden gereinigd. Servies voorzien van een kunststof- en teflonlaag houdt waterdruppels sterk vast. Daarom droogt dit type servies iets minder goed dan porselein en edelstaal.
Bestek inruimen 1 Waarschuwing: Messen met een scherpe punt en scherpkantig bestek dienen vanwege het risico op verwondingen in het bestekvak of in de bovenste korf te worden geplaatst. Messen, kleine lepels en kleine vorken in het bestekvak inruimen, dat zich op de bovenste korf bevindt. Vorken en lepels die niet in het bestekvak passen, plaatst u in de bestekkorf. Opdat alle bestekdelen in de bestekkorf door water worden omspoeld, moet u: 1.Roosterinzet op de bestekkorf 2.
Schalen, pannen, grote borden Groter en sterk vervuild servies in de onderste korf plaatsen (Borden met een max. doorsnede van 29 cm). Om groter vaatwerk makkelijker te kunnen inruimen, kunnen de beide rechte bordenrekken van de onderste korf worden ingeklapt.
Kopjes, glazen Klein, teer servies of lange, puntige bestekdelen in de bovenste korf plaatsen. • Serviesdelen op en onder het opklapbare kopjesrek om en om plaatsen zodat het water de diverse delen kan bereiken. • Voor hoge serviesdelen kunnen de kopjesrekken omhoog worden geklapt. • Wijn- of cognacglazen in de kopjesrekken hangen of hiertegen laten steunen.
Bovenste korf in hoogte verstellen maximale hoogte van het servies in 3 bovenste korf onderste korf bij hoger geplaatste bovenste korf 22 cm 30 cm bij lager geplaatste bovenste korf 24 cm 29 cm De hoogteverstelling is ook bij beladen korven mogelijk. Hoger / Lager plaatsen van bovenste korf 1. Bovenkorf geheel uittrekken. 2. Bovenkorf aan de greep tot de aanslag omhoog heffen en recht naar beneden verlagen. De bovenkorf klikt in de bovenste of onderste positie in.
Afwasmiddel doseren 1 Afwasmiddelen lossen de vervuilingen van servies en bestek op. Het afwasmiddel moet vóór de start van het programma worden gedoseerd. Gebruik alleen afwasmiddel voor huishoud-afwasautomaten. Het vakje voor het afwasmiddel bevindt zich op de binnenzijde van de deur. 1. Als de deksel gesloten is: Ontgrendelingsknop indrukken. Deksel springt open. 2. Afwasmiddel in het vakje voor afwasmiddel doseren.
Compacte afwasmiddelen 2 Afwasmiddelen voor afwasautomaten zijn vandaag de dag bijna uitsluitend compacte afwasmiddelen, in tablet- of poedervorm, met een laag alkalisch gehalte en natuurlijke enzymen. 50 °C-afwasprogramma’s in combinatie met deze compacte afwasmiddelen ontlasten het milieu en sparen uw servies, omdat deze afwasprogramma’s speciaal op de vuiloplossende eigenschappen van de enzymen in compacte afwasmiddelen zijn afgestemd.
Afwasprogramma kiezen (programmatabel) Servies en pannen, temnormaal vervuild peratuur-gevoelig servies Dessert- en koffieservies, kwetsbare glazen Alle soorten servies (koud)4) Water (liter) 3) • • • • • licht vervuild - • • • Gebruikt servies dat in de afwasautomaat wordt opgespaard en pas later moet worden afgewassen.
Afwasprogramma starten 3 3 1. Controleren of de sproeiarmen vrij kunnen draaien. 2. De kraan helemaal opendraaien. 3. De toets AAN/UIT indrukken. 4. Het gewenste programma kiezen. De programma-indicatie brandt. In het multidisplay wordt de te verwachten resterende looptijd van het programma aangegeven. De resterende looptijd in het multidisplay wordt tijdens het afwassen eventueel aangepast aan de belading, de mate van vervuiling, enzovoort. 5. De deur sluiten. Het afwasprogramma begint.
Starttijdkeuze instellen 3 Met de starttijdkeuze kunt u het begin van een afwasprogramma 1 tot 19 uur uitstellen. 1. De toets starttijdkeuze zo vaak indrukken tot het gewenste startuitstel in de multidisplay verschijnt, bijv. 12h, als het afwasprogramma over 12 uur moet starten. De indicatie starttijdkeuze brandt. 2. Afwasprogramma kiezen. 3. De resterende tijd tot de start van het afwasprogramma wordt doorlopend aangegeven, bijv. 12h, 11h, 10h, ... 1h enz.).
Afwasautomaat uitschakelen 1 Aan het einde van het afwasprogramma gaat het puntvormige lichtsignaal onder de apparaatdeur uit. Wanneer de signaaltoon is ingeschakeld, klinkt aan het einde van het afwasprogramma een ca. 15 seconde lange, aanhoudende toon. Als de deur van de afwasautomaat niet wordt geopend, dan wordt het signaal na 3 minuten en na 6 minuten herhaald. Bij veel afwasprogramma's loopt de droogventilator ook na het einde van het programma door.
Reiniging van de zeven 3 De zeven moeten regelmatig worden gecontroleerd en gereinigd. Vervuilde zeven beïnvloeden het afwasresultaat. 1. Deur openen, onderste korf uitnemen. 2. Greep ongeveer een kwart slag linksom (A) draaien en het zeefsysteem uitnemen (B). 3. Fijne zeef (1) aan het greepoog vastpakken en uit de microfilter (2) trekken. 4. Alle zeven onder stromend water grondig reinigen. 5. Platte zeef (3) uit de bodem van de afwasautomaat nemen en aan beide zijden grondig reinigen. 6.
Wat te doen als... Kleine storingen zelf oplossen Bij storingen knippert het vloer-lichtsignaal. Wanneer de signaaltoon is ingeschakeld, klinkt bij een storing een waarschuwingssignaal. Als tijdens het gebruik een van de volgende foutcodes in de multidisplay wordt aangegeven: – Foutcode Å 10 (problemen met de watertoevoer), – Foutcode Å 20 (problemen met de waterafvoer), kijk dan in de onderstaande tabel. Druk nadat de storing is opgelost op de toets van het begonnen afwasprogramma.
Storing Mogelijke oorzaak Er klinken 2 korte waar- De sifon is verstopt. schuwingssignalen, die voortdurend worden herhaald. De programma-indicatie van het gekozen afwasprogramma knippert, Waterafvoerslang ligt niet goed. de multidisplay geeft de foutcode Å 20 aan (afwaswater staat in de kuip van de afwasautomaat). Er klinken 3 korte waarschuwingssignalen, die Het beveiligingssysteem tevoortdurend worden hergen wateroverlast is in werhaald. king getreden. De multidisplay geeft de foutcode Å 30 aan.
Als het afwasresultaat niet bevredigend is Het servies wordt niet schoon. • Onjuiste keuze van het afwasprogramma. • Het servies was zo geplaatst dat het water niet alle delen heeft bereikt. De korven mogen niet overbeladen worden. • De zeven in de kuipbodem zijn niet schoon of op onjuiste wijze geplaatst. • Er is geen merkproduct afwasmiddel gebruikt of er is te weinig gedoseerd.
Afvalverwerking 2 2 1 Verpakkingsmateriaal De verpakkingsmaterialen zijn niet schadelijk voor het milieu en herbruikbaar. De kunststoffen hebben de volgende aanduidingen, bijv. >PE<, >PS<, enz. Verwijder de verpakkingsmaterialen in overeenstemming met de aanduiding bij de gemeentelijke inzamelplaatsen in de daarvoor bestemde containers. Oud apparaat verwijderen Verwijder afgedankte apparatuur conform de in uw woonplaats geldende richtlijnen.
Aanwijzingen voor testinstituten De test volgens EN 60704 moet bij een volle belading met het testprogramma (zie programmatabel) worden uitgevoerd. De testen volgens EN 50242 moeten met een volledig gevuld zoutvakje van de waterontharder, met een volledig gevuld vakje voor glansmiddel en met het testprogramma (zie programmatabel) worden uitgevoerd. Volle belading: Halve belading: 12 standaardcouverts 6 standaardcouverts incl dienbeincl.
Onderste korf met bestekkorf 32 Bestekkorf
Opstel- en aansluitaanwijzing 1 Veiligheidsaanwijzingen voor de installatie • De afwasautomaat alleen staand transporteren omdat anders zout water uit de machine kan lopen. • Voor de ingebruikname de afwasautomaat op transportschade controleren. Een beschadigd apparaat in geen geval aansluiten. Neem in geval van schade contact op met uw leverancier.
Opstellen van de afwasautomaat • De afwasautomaat dient op een vaste vloer opgesteld te worden, stabiel en horizontaal te staan en in alle richtingen uitgelijnd te worden. • Om oneffenheden in de vloer te compenseren en de apparaathoogte t.o.v. andere meubels aan te passen, kunnen de schroefvoeten met een schroevendraaier worden uitgedraaid. • Afvoerslang, toevoerslang en aansluitsnoer moeten binnen de sokkeluitsparing achter vrij beweeglijk liggen opdat ze niet afgeklemd of platgedrukt worden.
Aansluiten van de afwasautomaat Wateraansluiting • De afwasautomaat kan zowel aan koud water als aan warm water tot max. 60 °C aangesloten worden. • De afwasautomaat mag niet aan open warmwaterapparatuur of een geiser worden aangesloten. Toegestane waterdruk Laagste toegestane waterdruk: 1 bar (=10 N/cm2 =100 kPa) Bij een waterdruk van minder dan 1 bar verzoeken wij u contact met uw installateur op te nemen.
Waterafvoer De afvoerslang mag niet geknikt, platgedrukt of ineengestrengeld zijn. • Aansluiting van de afvoerslang: maximale toegestane hoogte boven de onderkant van het apparaat: 60 cm. Verlengslangen • Verlengslangen zijn via de vakhandel of onze service-afdeling te verkrijgen. De binnendiameter van de verlengslang moet 19 mm zijn, opdat de functie van het apparaat niet wordt verstoord. • De totale lengte incl. verlengingsslang mag max. 4 meter bedragen.
Elektrische aansluiting Gegevens over netspanning, stroomsoort en vereiste zekering zijn op het typeplaatje aangegeven. Het typeplaatje is aan de rechterbinnenkant van de deur van de afwasautomaat aangebracht. Om de afwasautomaat van het net te scheiden dient de stekker uit het stopcontact getrokken te worden. Let op: – De stekker moet na de opstelling van het apparaat toegankelijk blijven.
Service Controleer bij technische storingen eerst of u met behulp van de gebruiksaanwijzing (hoofdstuk ”Wat u moet doen als…“) het probleem zelf kunt oplossen. Wanneer u het probleem niet kunt oplossen, neemt u contact op met onze klantenservice of met een van onze servicepartners. Om u snel te kunnen helpen, hebben wij de volgende gegevens nodig: – Modelaanduiding – Productnummer (PNC) – Serienummer (S-No.
822 612 012-00-170804-01