Operation Manual

13
Herstellen van eenvoudige storingen
Een storing is vaak het gevolg van een kleinigheid die u zelf kunt verhelpen. Wij adviseren u eerst
onderstaande tabel te raadplegen voordat u de servicedienst belt. Deze afwasmachine is voorzien van een
waarschuwingscode bij storingen.
Op het digitale display verschijnen de volgende waarschuwingssignalen in de vorm van flikkerende letters: A,
C, F, L, H, P)
De afwasmachine start niet of blokkeert tijdens de werking; alle controlelampjes zijn uit, behalve de letter op
het digitale display, alle toetsen zijn buiten werking behalve de aan/uit-toets.
Schakel de afwasmachine uit met de Aan/uit toets en ga na of u de storing kunt verhelpen met behulp van
onderstaande tabel. Kies en start een programma nadat u bovenstaande controles heeft uitgevoerd. Neem
contact op met de servicedienst als de afwasmachine opnieuw een alarmsignaal geeft.
Storing Foutcode Oplossing
De machine start niet De machinedeur is niet goed dicht.
De steker zit niet in het stopcontact.
Er staat geen spanning op het stopcontact.
De machine neemt geen Waarschuwingssignaal De kraan is dichtgedraaid.
water in A
Er is geen druk op de kraan.
De toevoerslang is geknikt.
Het zeefje in de toevoer is verstopt.
De machine pompt Waarschuwingssignaal
De afvoerslang is geknikt.
niet af P
De afvoermogelijkheid is verstopt.
De verlengde afvoerslang ligt niet goed.
De afvoer is niet belucht.
De zeven zijn verstopt Waarschuwingssignaal
Maak de zeven schoon (zie "Onderhoud").
F
Algemeen Waarschuwingssignaal Schakel de afwasmachine uit en weer in en start
C, L, H een programma; bel de servicedienst als de
alarmmelding wederom verschijnt.
Teveel geluid
Er slaan serviesdelen tegen elkaar.
Een sproeiarm stoot tegen serviesgoed.
De deur gaat moeilijk
De machine staat niet waterpas of is niet op de
dicht juiste wijze ingebouwd.
Kalkvlekken, strepen,
Kijk in alle gevallen zowel het zout- als het
waas op het glansmiddelreservoir na. In beide moet voldoende
serviesgoed aanwezig zijn.
De afwas is niet droog Het serviesgoed is na het beëindigen van het
programma te lang in de machine gebleven.
Het afwasresultaat is
De korven zijn te vol beladen.
niet goed
Het serviesgoed is onjuist geplaatst.
Een of beide sproeiarmen kan (kunnen) niet
draaien.
Een of enkele gaatjes in één of beide sproeiarmen
is of zijn verstopt.
Uiteinde van de afvoerslang steekt onder water
(inspoelbak).
Een of meerdere zeven is of zijn verstopt.
Een zeef zit niet goed op z’n plaats.
Verkeerd of te weinig afwasmiddel gebruikt, het is
te oud en/of te klonterig en/of van slechte kwaliteit.
De draaidop van het zoutreservoir zit los.
Het gekozen programma was niet geschikt voor
de aard en/of hoeveelheid van de bevuiling.