User manual

Opstel- en aansluitaanwijzing
39
Aansluiten van de afwasautomaat
Wateraansluiting
De machine is uitgerust met veiligheidsvoorzieningen die verhinderen
dat spoelwater in het drinkwaternet kan terugstromen en voldoen aan
de betreffende watertechnische veiligheidsvoorschriften.
• De afwasautomaat kan aan koud water en aan warm water tot
max. 60 °C worden aangesloten.
•De afwasautomaat mag niet aan open heetwatertoestellen en door-
stroomtoestellen worden aangesloten.
Toelaatbare waterdruk
Toevoerslang aansluiten
1
De toevoerslang mag bij het aansluiten niet geknikt, platgedrukt of
ineengestrengeld zijn.
0 Toevoerslang met de slangkoppeling (ISO 228-1:2000) aan een
waterkraan met buitenschroefdraad (3/4") aansluiten. De toevoerslang
is uitgerust met een kunststof of metalen aansluitmoer.
De kunststof aansluitmoer van de slangverbinding mag alleen met
de hand worden vastgedraaid.
De metalen aansluitmoer van de slangverbinding moet met een
stuk gereedschap worden vastgedraaid. Controleer vervolgens
visueel de dichtheid (verzeker u ervan dat de waterkraan niet
druppelt).
3
Om de mogelijkheden om in de keuken water te tappen niet te beper-
ken, adviseren wij u een extra waterkraan te installeren of aan de
aanwezige kraan een aftakking te bouwen.
Minimaal toelaatbare waterdruk:
1 bar (=10 N/cm
2
=100 kPa)
Als de waterdruk lager dan 1 bar is, dient
u uw installateur te raadplegen.
Maximaal toelaatbare waterdruk:
10 bar (=100 N/cm
2
=1 MPa)
Bij meer dan 10 bar waterdruk moet een
reduceerventiel worden geïnstalleerd
(verkrijgbaar bij de vakhandel)