Operation Manual

De sproeiarmen reinigen
Probeer niet de sproeiarmen te verwijderen.
Als etensresten de openingen in de sproei-
armen hebben verstopt, verwijder deze dan
met een smal en puntig voorwerp.
Buitenkant reinigen
Maak het apparaat schoon met een vochti-
ge, zachte doek.
Gebruik alleen neutrale schoonmaakmidde-
len. Gebruik geen schuurmiddelen, schuur-
sponsjes of oplosmiddelen.
De binnenkant van de machine
reinigen
Als u regelmatig korte programma's ge-
bruikt dan kunnen er vetresten en kalkaan-
slag achterblijven in het apparaat.
Om dit te voorkomen raden we aan min-
stens 2 keer per maand progamma's met
een lange duur te gebruiken.
PROBLEEMOPLOSSING
Het apparaat start of stopt niet tijdens de
werking.
Raadpleeg voordat u contact opneemt met
de service-afdeling, de informatie die volgt
voor oplossing van het probleem.
Bij sommige problemen knipperen be-
paalde lampjes continu en/of met tus-
senpozen en wordt er tegelijkertijd een
alarmcode weergegeven.
Foutcode Probleem
Het lampje van het ingestelde programma
knippert continu.
Het eindlampje knippert 1 keer onderbroken.
Het apparaat wordt niet met water gevuld.
Het lampje van het ingestelde programma
knippert continu.
Het eindlampje knippert 2 keer onderbroken.
Het apparaat pompt geen water af.
Het lampje van het ingestelde programma
knippert continu.
Het eindlampje knippert 3 keer onderbroken.
Anti-overstromingsbeveiliging is aan.
Waarschuwing! Schakel het apparaat
uit voordat u controles uitvoert.
Storing Mogelijke oplossing
U kunt het apparaat niet inschakelen. Zorg dat de stekker in het stopcontact is gestoken.
Zorg ervoor dat er geen beschadigde zekering in de ze-
keringkast is.
Het programma start niet. Zorg ervoor dat de deur van het apparaat dicht is.
Annuleer als de uitgestelde start is ingesteld deze instel-
ling of wacht tot het aftellen is afgelopen.
Het apparaat wordt niet met water ge-
vuld.
Controleer of de waterkraan is geopend.
Zorg ervoor dat de druk van het water niet te hoog is.
Neem, indien nodig, contact op met het lokale water-
schap.
Controleer of de waterkraan niet verstopt is.
Zorg ervoor dat het filter in de toevoerslang niet verstopt
is.
Zorg ervoor dat de toevoerslang niet is geknikt of gebo-
gen.
12