Operation Manual
Table Of Contents
- Inhoud
- Inleiding
- Toestelbeschrijving
- Schematische voorstelling HR ZonneGasCombiII
- Het toestel
- Het toesteldisplay
- Programmatoetsen met indicatielampjes
- Het toesteldisplay
- De uitlezing
- Het kiezen voor een technische- of een uitlezing
- De technische uitlezing
- De Reset-toets
- Het collectorcircuit
- Instellen aanvoerwatertemperatuur
- Instellen type installatie
- Onderhoud
- Controle van het waterniveau in het collectorcircuit
- Collectorcircuit (bij)vullen
- Controle van de collectorpomp
- Bijvullen of geheel vullen van de installatie
- Het buiten bedrijf stellen van het toestel

Instellen type installatie
Het toestel is zodanig ingesteld dat het zich automatisch aanpast aan de verwarmingsinstallatie. In enkele situaties kan het een installatie
met convectoren of volledige vloerverwarming betreffen.
U kunt eenvoudig kiezen voor het type verwarmingsinstallatie met de daarbij behorende instellingen, zoals maximale aanvoerwatertempe-
ratuur en de snelheid van het opwarmen van de installatie na een nachtperiode. Instellen gaat als volgt:
- Druk na de uitlezing
, nogmaals op de Step-toets.
In het display verschijnt
. Het eerste getal geeft aan welke instelling weergegeven is.
Het tweede getal geeft het installatietype aan (zie tabel).
- Druk op de + of de - toets om, indien nodig, het installatietype te wijzigen.
- Druk op de Store-toets om de wijziging te bevestigen.
Het display zal één keer knipperen.
- Druk kort op de Mode-toets.
Het display geeft kort
weer en daarna de technische uitlezing .
-eitallatsnI
ezuek
eitallatsni-VCepyT
-retawreovnaA
ruutarepmet
10
nerotcevnoc;gnimrawrevthcul;nerotaidaRC°58
20
foduohniretawleevtemnerotaidaR
gnimrawrevjibslagnimrawrevreolv
C°07
30
slanerotaidartemgnimrawrevreolV
gnimrawrevjib
C°06
40
gnimrawrevreolvegidelloVC°05
= fabrieksinstelling
Als er gekozen is voor een type installatie met een lage
aanvoerwatertemperatuur kan het voorkomen dat bij een strenge
winterperiode de verwarmingsinstallatie traag op temperatuur komt.
In een dergelijke situatie moet gekozen worden voor een type
installatie met een hogere aanvoerwatertemperatuur.
Overige instellingen zijn omschreven in het installatievoorschrift en
mogen uitsluitend door een erkend installateur uitgevoerd te worden.