Installation Instructions
2.3.4 Afdichting van de koelkringen
Koelkringen zijn niet bestand tegen contaminatie
door stof en vocht. Indien dergelijke verontreinigende
stoffen in de koelkring dringen, dan kunnen ze bijdragen
tot het verminderen van de betrouwbaarheid van de
warmtepomp.
" Men moet zich vergewissen van de correcte
afdichting van de verbindingen en de koelkringen
(de hydraulische module, de uitwendige eenheid).
" Indien later een defect zou optreden, dan zal, na
expertise, de vaststelling van vocht of vreemde
deeltjes in de olie van de compressor systematisch
leiden tot uitsluiting van de waarborg.
- Controleer bij ontvangst of de koppelingen en doppen
van de koelkring die op de hydraulische module en de
buiteneenheid gemonteerd zijn, wel op hun plaats zijn
en vast zitten (onmogelijk los te draaien met de blote
hand). Is dat niet het geval, dan moeten ze worden
vastgezet met een contrasleutel.
- Controleer ook of de koelverbindingen goed afgesloten
zijn (kunststof doppen of buizen die aan de uiteinden
platgedrukt en gesoldeerd zijn). Indien de doppen
tijdens het werk verwijderd moeten worden (afgezaagde
buizen bijvoorbeeld), dan moeten ze zo snel mogelijk
terug gemonteerd worden.
2.4 Plaatsing
De keuze van de inplantingsplaats is bijzonder belangrijk
daar verplaatsing achteraf een delicate aangelegenheid
is die de ingreep van een bevoegd persoon vergt.
Kies de plaats van de buitenunit en de hydraulische
module na bespreking met de klant.
Leef de maximum en minimum afstanden tussen de
hydraulische module en de buitenunit na (guur 21,
bladzijde 22), lde waarborg van de prestaties en de
levensduur van het systeem hangen ervan af.
2.5 Installatie van de buitenunit
2.5.1 Voorzorgen bij installatie
" De buitenunit moet absoluut buiten geïnstalleerd
worden. Indien een bergruimte vereist is, moet
deze op de 4 zijden grote openingen omvatten
en voldoen aan de nodige installatieruimte
(guur 14).
• Kies bij voorkeur een zonnige plaats die beschut is tegen
sterke en koude winden (mistral, tramontane, enz.).
• De unit moet perfect bereikbaar zijn voor de
installatiewerken en de onderhoudswerken achteraf
(guur 14).
• Vergewis u ervan dat de verbindingen naar de
hydraulische module gemakkelijk gemaakt kunnen
worden.
• De buitenunit is bestand tegen de
weersomstandigheden, maar installeer hem niet op
een plaats waar hij blootgesteld is aan bevuiling of
hevige waterafsijpelingen (onder een defecte goot
bijvoorbeeld).
• Wanneer het toestel in werking is kan er water worden
afgevoerd. Het toestel niet op een terras installeren, maar
de voorkeur geven aan een gedraineerde plaats (grind- of
zandlaag). Indien de installatie plaatsvindt in een gebied
waar de temperatuur gedurende lange tijd onder 0°C
kan zakken, dient u te controleren of de aanwezigheid
van ijs geen gevaar inhoudt. Het is ook mogelijk om een
afvoerleiding aan te sluiten op de buitenunit (zie guur 15).
• De luchtcirculatie door de verdamper en aan de
uitgang van de ventilator mag niet belemmerd worden
door hindernissen.
• Plaats het toestel op een afstand van warmtebronnen
en ontvlambare producten.
• Let erop dat het toestel geen hinder veroorzaakt
voor de buurt of de gebruikers (geluidsniveau,
voortgebrachte luchtstroom, lage temperatuur van de
uitgeblazen lucht met risico op vorst van de planten
die zich op het traject bevinden).
• Het oppervlak waarop het toestel geplaatst wordt moet :
- doorlatend zijn (grond, grindlaag…),
- moet het gewicht ervan ruimschoots kunnen dragen,
- een stevige bevestiging mogelijk maken en
- geen enkele trilling overbrengen op de woning (Er zijn
trillingwerende blokjes verkrijgbaar in toebehoren).
• De muursteun mag niet gebruikt worden indien er
gevaar is voor overbrenging van trillingen; de voorkeur
moet uitgaan naar plaatsing op de vloer.
Handleiding voor installatie en indienststelling "1607 - NL"
Warmtepomp alfea hybrid duo lage NOx BE
- 14 -