Installation Instructions

guur 15 - Plaatsing van de buitenunit,
afvoer van de condensaten
2.5.2 Plaatsing van de buitenunit
De buitenunit moet zich minstens 50 mm boven de vloer
bevinden. In besneeuwde gebieden moet een grotere hoogte
voorzien worden, maar deze mag nooit groter zijn dan 1,5 m.
- Bevestig de buitenunit met schroeven en elastische
borgringen of borgringen om loskomen ervan te beletten.
2.5.3 Aansluiting van de condensaatafvoer
Indien het gebruik van een afvoerbuis noodzakelijk is:
- Gebruik het meegeleverde bochtstuk (C) en sluit
een slang met een diameter van 16 mm aan voor de
condensaatafvoer.
- Gebruik de meegeleverde stop(pen) (B) om de
opening van de condensaatbak te dichten.
Voorzie een gravitaire aoop van de condensaten
(afvalwater, regenwater, grindbed).
" Indien de installatie uitgevoerd wordt in
een gebied waar de temperatuur gedurende
lange tijd lager kan zijn dan 0°C, dient de
afvoerleiding te worden uitgerust met een
elektrisch verwarmingslint om te vermijden
dat ze aanvriest. Het verwarmingslint moet niet
alleen de afvoerleiding verwarmen, maar ook de
onderkant van de condensaatopvangbak van
het toestel.
* Dans les régions fréquemment enneigées,
(H) doit être supérieur à la couche moyenne de neige.
B
B
C
* In streken waar het vaak sneeuwt,
moet (H) hoger zijn dan de gemiddelde sneeuwlaag.
H
Handleiding voor installatie en indienststelling "1607 - NL"
Warmtepomp alfea hybrid duo lage NOx BE
- 16 -