Installation Instructions
2.11 Elektrische aansluitingen
Voor iedere tussenkomst dient de elektrische voeding
uitgeschakeld te worden.
2.11.1 Karakteristiek van de elektrische voeding
De elektrische aansluiting moet uitgevoerd worden
volgens de voorschriften van het Algemene Reglement
voor de Elektrische Installaties (A.R.E.I.).
De elektrische aansluitingen zullen uitgevoerd worden
wanneer alle andere montageoperaties uitgevoerd zijn
(vasthechten, aansluiten,....enz.).
" Opgepast
Het contract met de energieleverancier moet niet alleen
het vermogen van de WP dekken, maar ook de som van
de vermogens van alle toestellen die gelijktijdig zouden
kunnen werken.Wanneer de vermogen onvoldoende
is, moet bij uw energieleverancier de waarde van
het vermogen in het gesloten contract gecontroleerd
worden.
Gebruik nooit een stopcontact voor de voeding.
De WP moet worden gevoed via speciale leidingen
die aan het elektriciteitsbord beschermd worden door
tweepolige uitschakelautomaten die toegewezen zijn
aan de WP, Curve D voor de buitenunit.
Het is verplicht om de elektrische installatie uit te rusten
met een differentieelschakelaar van 30 mA.
Dit toestel is voorzien om te werken onder een nominale
spanning van 230 V of 400 V , +/- 10%, 50 Hz (volgens
model).
2
1
3
2.11.2 Algemeenheden
over de elektrische aansluitingen
Het is noodzakelijk de polariteit faze-neutraal te
eerbiedigen bij gelegenheid van de elektrische
aansluiting.
De kabels met de draadklemmen vastdraaien, om
iedere toevallige uitschakeling te vermijden.
• Aansluiting op de connectors:
- Verwijder de overeenkomstige connector en voer de
aansluiting uit.
- Span de schroeven van de klemmenstroken perfect
aan. Indien ze niet volledig vastgedraaid zijn, kan dit
tot opwarming leiden, hetgeen aanleiding kan geven
tot storingen of zelfs brand.
• Aansluiting op de veerklemmen:
Een doorlopende aarding is verplicht.
Stijve draad:
- Ontbloot het uiteinde van de draad over ongeveer 10 mm.
- Duw met een schroevendraaier op de veer zodat de
draad in de kooi dringt.
- Schuif de draad in de daartoe voorziene opening.
- Trek de schroevendraaier terug en controleer of
de draad vastgeklemd blijft in de kooi door eraan te
trekken.
Handleiding voor installatie en indienststelling "1607 - NL"
Warmtepomp alfea hybrid duo lage NOx BE
- 30 -