Operation Manual

14
OPLOSSEN VAN PROBLEMEN
HET APPARAAT WERKT NIET GEEN FUNCTIES
Controleer of het apparaat op een
stopcontact is aangesloten.
Sluit het apparaat aan op een stopcontact.
Kijk de netvoeding na met een ander apparaat.
De zekering is gesprongen. Vervang de zekering in de stekker.
De batterijen zijn leeg. Vervang de batterijen.
GEEN GELUID
Er is een verkeerde
geluidsinstelling geselecteerd.
Kijk na of de GOLFBANDSCHAKELAAR naar de
correcte stand is geschakeld.
Is de cd vuil of zijn er vingerafdrukken op?
HET GELUID IS ONSTABIEL OF VERVORMD STORINGEN OP DE RADIO
Probleem met de batterijen. Vervang de batterijen.
Teveel trilling.
Zet het apparaat neer op een vlakke, stabiele
ondergrond. Kijk de antenne na.
HET GELUID WORDT OVERSTEMD DOOR STORINGEN
Externe storing. Verplaats de ontvanger.
Zwak signaal.
Probeer de ontvanger fijn af te stemmen.
ZWAKKE ONTVANGST
De antenne is niet goed gericht of u
bevindt zich in een gebied met zwakke
signalen.
Richt de antenne, verplaats de ontvanger
bij voorkeur vlakbij een raam of gebruik een
binnenantenne.
Gebruiksaanwijzing