Operation Manual

157
SELECTIE VAN DE TEMPERATUUR
Wanneer de bewaartemperatuur opnieuw ingesteld of aangepast moet worden, moet u het volgende doen:
Druk gedurende 3 seconden op de toets SET “ ” om de programmeermodus te openen.
U krijgt toegang tot het menu van de mogelijke instellingen (instelling van de temperatuur, instelling voor
activering van het wintersysteem, waarschuwing hoge temperatuur)
Na enkele seconden verschijnen de menu's opeenvolgend. U kunt ze ook selecteren door te drukken op
de toets SET ” om ze een voor een te doen verschijnen.
Afhankelijk van het model verschijnt het volgende scherm:
Druk op de toetsen UP en DOWN om de gewenste temperatuur te selecteren en druk vervolgens
op SET om de selectie te bevestigen, of wacht enkele seconden tot het menu met de regelbare
instellingen opnieuw verschijnt.
Zodra de bovenvermelde instelwaarde op het scherm begint te knipperen, kan de temperatuur gewijzigd
worden.
Om de binnentemperatuur te verlagen:
Druk op de knop “ ” om de temperatuur graad voor graad te verlagen.
Bevestig uw selectie met een druk op SET
Om de binnentemperatuur te verhogen:
Druk op de knop “ ” om de temperatuur graad voor graad te verhogen.
Bevestig uw selectie met een druk op SET
VEELZIJDIGE WIJNKASTEN
De in de fabriek geprogrammeerde temperatuurverdeling is gebaseerd op 12°C voor de middelste zone.
U kunt deze instelling maar niet het temperatuurverschil tussen de hoogste en de laagste temperatuur
wijzigen, dat bijgevolg 8 °C zal blijven. U kunt de temperatuur van de middelste zone kiezen tussen 10°C
en 14°C. De andere zones worden automatisch aangepast in functie van de gekozen middelste
temperatuur. De mogelijke temperaturen van de andere zones zijn 6°-10°C, 7°-15°C, 8°-16°C, 9°-17°C,
10°-18°C.