Operation Manual

163
ONTDOOIING CONDENSATIE
Uw apparaat is uitgerust met een automatische ontdooicyclus. Tijdens de stilstand van de koelcyclus
worden de gekoelde oppervlakken van het apparaat automatisch ontdooid.
Het op die manier opgevangen dooiwater wordt afgevoerd naar een verdampingsbak voor
condensaatwater, die zich vlak bij de compressor op de achterkant van het apparaat bevindt. De door de
compressor geproduceerde warmte verdampt vervolgens het in de bak opgevangen condensaatwater, dat
dan aangezogen wordt door de koolstoffilter en op die manier vocht aanvoert.
Het apparaat produceert koude lucht die langzaam neerdaalt, omdat hij zwaarder is dan warme lucht.
Hierdoor ontstaat druk en wordt de lucht door het gat onderaan gedreven.
De compressor produceert warmte door te werken, en doet het condensaatwater verdampen. De warme
lucht stijgt en die vochtige lucht wordt aangezogen door de koolstoffilter.
Van zodra de lucht in aanraking komt met de verdamper, wordt het vocht in die lucht door de verdamper
aangezogen in de vorm van ijs. Wanneer de compressor stilstaat, gaat de binnentemperatuur opnieuw
stijgen en zal het ijs langzaam smelten. Er verschijnt condensatie.
Het teveel aan condensaat wordt opgevangen in de bak. Wanneer de compressor opnieuw gestart wordt,
herbegint het gesloten circuit van de luchtcirculatie.
VERVOER VAN DE WIJNKAST
HOE VULT EN BEHEERT U UW WIJNKAST?
TYPES FLESSEN
De kast moet voor zover mogelijk in de verpakking vervoerd worden, om schade te voorkomen.
Als u de wijnkast liggend moet vervoeren, moet u ze goed beschermen en absoluut zodanig neerleggen
dat de vulstang van de compressor naar de grond wijst.
Als u vóór de achterkant van de wijnkast staat, moet u ze op de het neerleggen.