Operation Manual

0020096719_02-12/10-AWB
- 8 -
HULP NODIG ?
7 Problemen oplossen
Indithoofdstukvindtueventuele
storingenofzakendiezichkunnen
voordoensamenmeteenoplossingdieu
zelfkuntuitvoerenomhettoestelweerin
werkingtestellen.Alleoverigestoringen
dienendooreenerkendinstallateur
verholpenteworden.
1.HettoestelwerktnietmeerMogelijke
oorzaakhiervankanzijndeonderbreking
vandestroomtoevoer.Omhetprobleem
teverhelpendientutecontrolerenofde
stroomtoevoertenietisonderbrokenenof
hettoestelcorrectisaangesloten.Zodra
destroomweerisaangesloten,starthet
toestelautomatisch.Alsdefoutzichblijft
voordoen,neemdancontactopmetde
erkendeinstallateur.
2.Hoorbaregeluidenindeinstallatie
Fluiten:alsdeverwarmingstopt,kan
ereengeuitofeenborrelentehoren
zijn.Dezegeluidenwordenveroorzaakt
doordecirculatievankoelmiddelinde
installatie.
Klappen:bijhetaanzettenofstoppen
vanhettoestel,kanereengeklap
hoorbaarzijn.Ditgeluidishetresultaat
vanhetuitzettenensamentrekken
vandebehuizingalsgevolgvan
temperatuurswijzigingen.
Zoemen:eengezoemkanhoorbaar
zijnalshetsysteeminwerkingis.Dit
geluidkanwordengegenereerddoorde
omschakelingvancirculatierichtingvan
hetkoelmiddel
3.Uitstootvandamp‘sWintersishet
mogelijkdatereendampwolkvande
warmtepompontsnaptalsgevolgvan
afkoelingvandewarmtepomp.
Vooralleoverigedefectenverzoekenwiju
contactoptenemenmetuwinstallateur.
8 Veiligheidsvoorzieningen van
het toestel
• Alserrisicoisopvorst,zorgerdan
voordathettoestelisaangeslotenop
hetlichtnet.
9 Onderhoud en service van het
toestel
Bijleveringisdewarmtepompgevuld
methetkoudemiddelR410A.Ditiseen
chloorvrijkoudemiddeldatdeozonlaag
vandeaardenietaantast.R410Aisniet
brandgevaarlijkenookbestaatergeen
explosiegevaar.
Tochmogenonderhoudswerken
ingrepeninhetkoudemiddelcircuit
uitsluitendwordenuitgevoerddooreen
installateurmetdienovereenkomstige
veiligheidsuitrusting(F-gassen
verordening).
9.1 Reiniging
e
Schakel het toestel uit
alvorens het schoon te
maken.
• Reinigdemantelsvanhettoestel
meteenvochtigedoekeneenzachte
reinigingsvloeistof,enveeghetafmet
eendrogedoek.
i
Gebruik geen schurende of
bijtende reinigingsmiddelen
aangezien deze het lakwerk
kan beschadigen.
• Controleerregelmatigdatergeen
obstakels(karton,kabels,bladeren,
takkene.d.,...)deventilatierondhet
toestelverhindert.
HULPNODIG?