Installation Instructions
6 Ingebruikname
16 Installatie- en onderhoudshandleiding ThermoElegance 0020200498_01
6.3 Verwarmingswater/vul- en bijvulwater
controleren en conditioneren
Opgelet!
Kans op materiële schade door minder-
waardige verwarmingswater
▶ Zorg voor verwarmingswater van vol-
doende kwaliteit.
▶ Voor u de installatie vult of bijvult, dient u de kwaliteit van
het verwarmingswater te controleren.
Kwaliteit van het cv-water controleren
▶ Neem een beetje water uit het CV-circuit.
▶ Controleer visueel het cv-water.
▶ Als u sedimenterende stoffen vaststelt, dan moet u de
installatie spuien.
▶ Controleer met een magneetstaaf of er magnetiet (ijzer-
oxide) voorhanden is.
▶ Als u magnetiet vaststelt, reinig de installatie dan en
neem de nodige maatregelen voor de corrosiebescher-
ming. Of bouw een magneetfilter in.
▶ Controleer de pH-waarde van het afgetapte water bij
25 °C.
▶ Bij waarden onder 8,2 of boven 10,0 reinigt u de installa-
tie en conditioneert u het verwarmingswater.
▶ Zorg ervoor dat er geen zuurstof in het verwarmingswater
kan dringen.
Vul- en bijvulwater controleren
▶ Meet de hardheid van het vul- en bijvulwater voor u de
installatie vult.
Vul- en bijvulwater conditioneren
▶ Neem voor de conditionering van het vul- en suppletie-
water de geldende nationale voorschriften en technische
regels in acht.
Voor zover nationale voorschriften en technische regelingen
geen hogere eisen stellen, geldt het volgende:
U moet het CV-water conditioneren,
– als de volledige vul- en bijvulwaterhoeveelheid tijdens de
gebruiksduur van de installatie het drievoudige van het
nominale volume van de CV-installatie overschrijdt of
– wanneer de in de volgende tabel genoemde richtwaarden
niet worden aangehouden of
– als de pH-waarde van het verwarmingswater onder 8,2 of
boven 10,0 ligt.
Totaal
verwar-
mings-
vermo-
gen
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
1)
≤ 20 l/kW
> 20 l/kW
≤ 50 l/kW
> 50 l/kW
kW °dH
mol/m³
°dH mol/m³ °dH mol/m³
< 50 < 16,8 < 3 11,2 2 0,11 0,02
> 50 tot
≤ 200
11,2 2 8,4 1,5 0,11 0,02
> 200 tot
≤ 600
8,4 1,5 0,11 0,02 0,11 0,02
> 600 0,11 0,02 0,11 0,02 0,11 0,02
Totaal
verwar-
mings-
vermo-
gen
Waterhardheid bij specifiek installatievolume
1)
≤ 20 l/kW
> 20 l/kW
≤ 50 l/kW
> 50 l/kW
kW °dH
mol/m³
°dH mol/m³ °dH mol/m³
1) Liter nominale inhoud/verwarmingsvermogen; bij meerketelin-
stallaties moet het kleinste individuele vermogen ingezet worden.
Opgelet!
Kans op materiële schade door verrij-
king van het verwarmingswater met on-
geschikte additieven!
Ongeschikte additieven kunnen veranderin-
gen aan componenten, geluiden in de CV-
functie en evt. verdere gevolgschade veroor-
zaken.
▶ Gebruik geen ongeschikte antivries- en
corrosiewerende middelen, biociden en
afdichtmiddelen.
Bij ondeskundig gebruik van de volgende additieven werden
met onze producten tot nu toe geen onverdraagzaamheden
vastgesteld.
▶ Neem bij het gebruik absoluut de aanwijzingen van de
fabrikant van het additief in acht.
Voor de verdraagzaamheid van additieven in het overige
CV-systeem en voor de werkzaamheid ervan aanvaarden
we geen aansprakelijkheid.
Additieven voor reinigingsmaatregelen (aanslui-
tend uitspoelen vereist)
– Fernox F3
– Sentinel X 300
– Sentinel X 400
Additieven die permanent in de installatie blijven
– Fernox F1
– Fernox F2
– Sentinel X 100
– Sentinel X 200
Antivriesmiddelen die permanent in de installatie
blijven
– Fernox Antifreeze Alphi 11
– Sentinel X 500
▶ Informeer de gebruiker over de nodige maatregelen als u
bovengenoemde additieven hebt gebruikt.
▶ Informeer de gebruiker over de noodzakelijke werkwijze
voor de vorstbeveiliging.