Installation Instructions

54
BELANGRIJK
De AWB ThermoBoilers kunnen worden gebruikt in combi-
natie met onze ThermoMaster VR en ThermoMaster 2HR
toestellen. Voor aansluiting met een ketel uit de
Thermomaster VR 23.28 W en 23.38 W range heeft u de
boilerset met codenummer
700362.20 nodig.
Voor aansluiting met een ketel uit de ThermoMaster 2HR
range de boilerset met codenummer 700115.20.
Let hierop, uitwisseling is niet mogelijk.
1. LIJST VAN COMPONENTEN
De geleverde doos van de boiler bevat:
Een geheel koperen boilervat met geïntegreerde volkern
koperen warmtewisselaar, voorzien van PUR isolatie.
Muurbeugel
Montagemateriaal
De VR boilerset 700362.20 bestaat uit:
Boilerschakeling 700362
Elektrische driewegklep 230 VN
De 2HR boilerset 700115.20 bestaat uit:
Elektrische driewegklep VC 80.10
Verlengkabel 3-wegklep (6 polige steker)
Boiler-NTC
Verlengkabel boiler-NTC (2 polige steker)
2. MAATSCHETSEN
3. TECHNISCHE GEGEVENS BOILERS
4. WERKING IN COMBINATIE MET
THERMOMASTERS
In de koperen boiler bevindt zich een warmtewisselaar.
Door deze wisselaar stroomt het CV-water die daardoor het
boilerwater zal verwarmen. De boilerthermostaat stelt de
cv-ketel in werking op het moment dat de temperatuur van
het boilerwater beneden de ingestelde waarde komt. Bij het
bereiken van de ingestelde eindtemperatuur schakelt de
boiler-thermostaat de CV-installatie (ketel plus driewegklep).
Bij het tappen van warm water vult het toestel zich auto-
matisch met koud water. De constructie is zodanig dat het
koude water langzaam onder in het toestel stroomt, zodat
menging van warm en koud water wordt voorkomen.
Bij een ketel uit de ThermoMaster VR range schakelt aan
het eind van de slag van de driewegklep een microschake
-
laar het toestel in (display indicatie: b)
.
Men bereikt daardoor, dat de warmteinhoud van de boiler
zeer snel aangevuld wordt en een dip in de warmwater-
temperatuur uitgesloten wordt. Na het sluiten van de
tapkraan blijft de driewegklep naar de boiler staan tot de
ingestelde temperatuur van de boilerthermostaat bereikt is.
Door deze schakeling heeft de warmwaterbereiding dus
altijd voorrang op de cv-installatie. Door het grote VO in de
boiler zijn de opwarmtijden echter zeer kort.
Deze thermostaat heeft tijdens het tappen geen regelende
invloed meer op de hoogte van de temperatuur van het
tapwater. De hoogte van de tapwatertemperatuur wordt
dan bepaald door de aangevoerde ketelwatertemperatuur
en de hoeveelheid warmte die aan de boiler via het tapwater
wordt onttrokken. De ketelwatertemperatuur wordt geregeld
op 85 °C door de besturing van de cv-ketel.
De hoeveelheid warmte die onttrokken wordt, wordt bepaald
door de hoeveelheid tapwater. Bij een kleine hoeveelheid
kan daarom de temperatuur stijgen tot 70 °C (afhankelijk
van de instelling van de boilerthermostaat).
Eveneens zal bij normaal gebruik de inhoud van de boiler
een temperatuur van 70 °C kunnen bereiken. Om die reden
kan het verstandig zijn een mengautomaat te monteren die
voor een constante temperatuur van bijvoorbeeld 60 °C kan
zorgdragen.
De besturing zorgt ervoor, dat de cv-aanvoertemperatuur
geregeld wordt op 85 °C.
Bij een ketel uit de ThermoMaster 2HR range schakelt de
cv-ketel automatisch door signaal van de temperatuurvoeler.
Hier dient de cv-ketel op sanitair-mode 3 gezet te worden.
Zie installatievoorschrift ThermoMaster 2HR, pagina 5.
Technische Gegevens 80.02 120.02
Inhoud liter 80 120
Hoogte mm 805 1025
Breedte mm 500 500
Gewicht leeg kg 24 40
Aansluiting:
– cv-zijdig mm
ø 22 ø 22
– boiler-zijdig mm
ø 15 ø 15
Vermogen kW 30 30
Verwarmd oppervlak m
2
0,8 0,8
Max. werkvlak:
– cv-zijdig kPa 300 (3 bar) 300 (3 bar)
– boiler-zijdig kPa 800 (8 bar) 800 (8 bar)
Stilstandsverlies kWh/24h 0,757 0,967
1
4
5
6
2
3
A
340 500
500
520
B C
180 130
1. Ophangbeugel
2. Boormal
3. Stelschroef
4. Sluitring (2x)
5. Positioneringsring
6. Sluitkap
80.02 120.02
A [ in mm ] 625 845
B [ in mm ] 736 960
C [ in mm ] 850 1025
Figuur 1.