Operating Instructions and Installation Instructions

20
5.4 Bevestiging aan de wand
GAZ
GAS
5.5 Gas- en wateraansluiting
Zorg ervoor dat de materialen die u gebruikt,
geschikt en passend zijn voor het toestel.
Kies een locatie voor het toestel (zie hoofdstuk 3
“Locatie van het toestel”).
Boor de gaten voor de bevestigingsschroeven volgens
optie 1 of optie 2.
Monteer de beugel volgens nevenstaande tekening.
Plaats de ketel boven de ophangbeugel.
Laat de ketel langzaam zakken.
Plaats de afdichtingen op de verschillende pijp ttingen.
Maak de aansluitingen naar ketel-, gas-, water- en verwar-
mingskranen met de materialen in de leidingwerkpakket.
Gebruik geen oplosmiddelen die
het verwarmingscircuit zouden
kunnen beschadigen.
Wees voorzichtig bij het solderen
van leidingen, omdat de hitte de
afdichtingen beschadigen kan,
hetgeen tot lekkages leidt.
Plaats de ringen, nadat de ver-
bindingen afgekoeld zijn.
Gebruik alleen de originele
afdichtingen die met het toestel
meegeleverd worden.
Controleer of er lekkages zijn.
Repareer deze zo nodig.
116,0 130,5
50,5 65,5
=320=
204
705
5 min.
1 CV aanvoer
22 mm + moer 3/4"
2 Warmwaterleiding
15 mm + moer 3/4"
3 Gastoevoer
15 mm + moer 1/2"
4 Koudwatertoevoer
15 mm + moer 3/4"
5 CV retourleiding verwarming
22 mm + moer 3/4"
6 Doseerventiel
6
1
2
5
Aansluitpakket: 0020039469
Figuur 5.4.1
Figuur 5.5
3
4
116,0 130,5
50,5 65,5
40,0
85,0
1 2 3 4 5
Figuur 5.4. Aansluitmaten leidingen
410
740
Hartafstand leidingen t.o.v. muur = 50 mm
Optie 1
Optie 2