Installation Instructions

0020165495_01 - 02/13 - AWB
- 31 -
ONDERHOUD
NL
14.1.3 Opnieuw in bedrijf nemen
Plaats de dop op de bocht van de geveldoorvoer terug.
Plaats het luchtdichte voorpaneel weer op het toestel.
Opmerking: nadat het luchtdichte voorpaneel is teruggeplaatst,
verandert de CO2-waarde. Zorg dat ze overeenkomt met de
opgegeven waarde in de bovenstaande tabel.
1
2
Legenda
1 Plaats van sticker voor wijziging van gas
2 Typeplaat
Plak het sticker voor wijziging van gas dat bij het toestel wordt
geleverd op de plaats (1) op het deksel van de elektrische
schakelkast.
Afhankelijk van de stickers voor wijziging van gas duidt u op
het sticker het type gas dat is aangesloten aan.
14.2 Herstarten en nieuwe inspectie
Voordat u het toestel inschakelt, dient u de instructies in het
hoofdstuk “Speciale afstelling” op te volgen.
15 Aftappen
15.1 Verwarmingscircuit
2
1
A
B
Legenda
1 Vul-aftapslang (niet meegeleverd)
2 Aftapkraan cv
Open de aftapkraan (2) die aangebracht is in het laagste punt van de
installatie
.
Laat lucht toe door bv. een ontluchter van de installatie open
te draaien.
Om alleen het water van de verwarmingscircuit uit het toestel
af te laten, draait u eerst de stopkranen in de aanvoerleiding
en de retourleiding dicht.
15.2 Warmwatercircuit
i
BELANGRIJK:
Dit hoofdstuk betreft alleen:
-
ThermoElegance 4 Solo aangesloten op een boilertank.
Sluit de waterkraan van de installatie.
Laat lucht toe door een warmwaterkraan open te draaien.
16 Onderhoud
Zie hoofdstuk "Veiligheidsinstructies" om de lijst van de uit
te voeren bewerkingen te raadplegen alvorens onderhoud te
doen op het toestel.
Als de onderhoudsbewerkingen afgelopen zijn, zie hoofdstuk
om het toestel weer in werking te stellen.
16.1 Inspectie en onderhoud
i
BELANGRIJK:
We adviseren om jaarlijks de ketel te inspecteren en
eens per twee jaar te onderhouden.
16.1.1 Controle van de onderdelen
Controleer of het gasmechanisme correct moduleert.
Controleer of de temperatuurvoeler correct werkt.
Controleren de kwaliteit van de ionisatie.
Controleer of de waterdruksensor correct werkt.
Controleer de druk in het expansievat.
16.1.2 Andere controles
Controleer of er geen lekken zijn ter plaatse van de
koppelingen en de veiligheidsklep.
Controleer op gaslekken.
Controleer de toestand van de dichting in de afvoerbuis van de
rookgassen.
Controleer de aarding van het toestel.