Operation Manual

14.6 Gasregelklep
Zie voor toegang paragraaf 14.1.
Haal de elektriciteitsstekker uit de gasregelklep (zie figuur 36).
Zie paragraaf 12.3 voor verwijdering van de ventilator, gas-
klep en branderassemblage.
Let voordat u de gasklep verwijdert op de manier waarop hij
op de ventilator geplaatst is.
Verwijder de drie borgschroeven waarmee de gasklep en de
plastic wervelplaat op de venturi van de ventilator zijn beves-
tigd (zie figuur 37).
Verwijder de gasklep.
Let er bij het monteren van de gasklep op dat u deze op de
juiste manier monteert, want hij kan op meerdere manieren
worden bevestigd.
Na het vervangen van de gasregelklep moet de verbranding
(CO
²
) worden gecontroleerd en indien nodig worden aan-
gepast (zie paragraaf 12.6).
14.7 Ventilator
Zie voor toegang paragraaf 14.1.
Zie paragraaf 12.3 voor verwijdering van de ventilator, gas-
klep en branderassemblage.
Verwijder de gasregelklep zoals wordt beschreven in de rele-
vante delen van paragraaf 14.6.
Verwijder de venturiplaat die vastzit met drie schroeven (zie
figuur 37).
Verwijder de twee schroeven waarmee de ventilator op het
gasverdeelstuk is bevestigd (zie figuur 38).
Controleer de pakking en vervang deze indien nodig.
Controleer tot slot de CO
²
-instellingen en pas deze indien
nodig aan (zie paragraaf 12.6).
24
elektriciteits-
stekker
druktestpunt
gasregelklep
Figuur 36
borgschroef (4 ex.)
brander
isolatie
Figuur 39
venturi-
plaat
borgschroef (3 ex.)
Figuur 37
Figuur 38
borgschroef (2 ex.)
ventilator
gasverdeelstuk
14.8 Brander
Zie voor toegang paragraaf 14.1.
Zie paragraaf 12.3 voor verwijdering van de ventilator, gas-
klep en branderassemblage.
Verwijder de vier schroeven waarmee de brander is gemon-
teerd (zie figuur 39).
N.B.: Indien de brander wordt verwijderd, dient er een
nieuwe branderpakking te worden aangebracht,
voordat de brander wordt teruggeplaatst.