AAN DE INSTALLATEUR 22 / 30 Voor de gebruiker en installateur Bedienings- en installatiehandleiding Met het toestel dat u gaat plaatsen, installeert u een kwaliteitsproduct. Ondanks de bekendheid met het AWBconcept heeft deze ketel zaken die nieuw voor u zullen zijn. Lees daarom goed de bijgevoegde instructies. De tijd die u daaraan besteedt wint u terug bij het installeren.
INHOUDSOPGAVE PAGINA BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER 3 BEDIENING 5 1 Bediening algemeen 5 2 Overzicht van het bedieningspaneel 5 2.1 2.2 2.3 2.4 Regeling van de cv-temperatuur Regeling van de warmwatertemperatuur Digitale display (4) De ketel uitschakelen 5 5 5 5 WAT TE DOEN BIJ STORING 6 3 Het rode lampje knippert 6 3.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Als eerste willen we u als gebruiker bedanken voor de aanschaf van dit kwaliteitsproduct en wensen u veel warmte en woongenot toe. U als gebruiker doet er verstandig aan het gebruikersgedeelte goed door te nemen voordat u dit toestel in gebruik laat stellen. Aansprakelijkheid Voor schade, ontstaan door het niet opvolgen van aanwijzingen uit deze handleiding, zijn wij niet aansprakelijk.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE GEBRUIKER Veiligheidsaanwijzingen 1 Installatie, instellingen en onderhoud Let er voor uw eigen veiligheid op dat de installatie, de instellingen en het onderhoud door een deskundige installateur worden uitgevoerd. Deze is eveneens verantwoordelijk voor de inspectie, het onderhoud, de reparatie, de gas-instellingen en de juiste en veilige werking van het toestel.
BEDIENING 1 Bediening algemeen 2.3 Digitale display • Een gesloten systeem moet worden gevuld en op druk worden gebracht. Laat de ketel alleen draaien wanneer u zeker weet dat het systeem gevuld is en op druk is gebracht. • Open een warmwaterkraan, controleer of er water stroomt, en sluit de kraan weer. • Steek de stekker in het stopcontact. Het controlelampje gaat aan (groen) wat er op duidt dat de ketel in bedrijf is.
WAT TE DOEN BIJ STORING 3 Het rode lampje knippert Een storing wordt aangeduid door een ROOD knipperend controlelampje en door een knipperende storingscode op het digitale display (zie figuur 2). 3.1 Om de ketel te resetten doet u het volgende: 4 Te lage systeemdruk Als het digitale display een druk van minder dan 0,7 bar aanduidt, dient u de druk in het systeem weer op te voeren tot een druk tussen 1,5 en 2,0 bar.
LET OP! ONDER GEEN BEDING MAG U BIJ AANHOUDEN VAN DE STORINGSMELDING ZELF HET TOESTEL OPENMAKEN. ALLEEN UW INSTALLATEUR IS BEVOEGD UW TOESTEL TE ONDERZOEKEN EN REPARATIES TE VERRICHTEN. ZIJN GEGEVENS VINDT U OP DE VOORLAATSTE PAGINA VAN DIT INSTALLATIEVOORSCHRIFT.
TIPS VOOR ENERGIEBESPARING Temperatuurverlaging van de cv-installatie Verlaag de kamertemperatuur gedurende de nachtrust en uw afwezigheid. Dit kan eenvoudig door een klokthermostaat met individueel in te stellen tijdprogramma’s. Stel gedurende de verlagingsperiode de temperatuur maximaal 5 °C lager in dan de normale temperatuur. Meer dan 5 °C brengt geen hogere besparing, omdat door de sterkere afkoeling meer energie nodig is om de woning weer op temperatuur te brengen.
periode de kamer(klok)-thermostaat lager en/of sluit de thermostatische radiatorkranen in de ruimte waar geventileerd wordt. Door deze maatregel is een uitstekende luchtverfrissing mogelijk zonder dat de woning onnodig afkoelt door energieverlies doordat het cv-toestel in bedrijf komt. Onderhoud Elke machine heeft na een bepaalde bedrijfstijd onderhoud nodig. Hiermee valt en staat de betrouwbare werking. Zoals u uw auto regelmatig laat onderhouden heeft ook een cv-toestel onderhoud nodig.
GARANTIEBEPALINGEN AWB cv-ketels BV staat namens de fabriek in voor de goede kwaliteit van fabricage en materiaal. Bedoelde garantie beperkt zich tot materiaal- en fabricagefouten. De garantie heeft een looptijd van: • 12 maanden garantie op arbeidsuren en voorrijkosten en 24 maanden garantie op onderdelen. • 5 jaar garantie op de RVS warmtewisselaar van de AWB HR-ketel na feitelijke werkende installatie van het toestel.
GASKEURMERK 5 De ThermoMaster HRG is voorzien van de volgende gaskeurmerken: Label Gaskeur basis HRww Gaskeur HR 107 Gaskeur SV Gaskeur NZ Gaskeur CW HRG 22G ja ja ja ja ja CW 3 HRG 30G ja ja ja ja ja CW 4 Gaskeur basis geeft aan dat het toestel voldoet aan de basiseisen die door de stichting EPK (Energie Prestatie Keurmerk) zijn gesteld. 6.
BELANGRIJKE INFORMATIE VOOR DE INSTALLATEUR PAGINA BELANGRIJKE INFORMATIE 14 GASKEURMERK 16 1 2 3 De ThermoMaster HRG is voorzien van de volgende gaskeurmerken 16 Toelichting Gastec CW toepassingsklasse 16 2.1 2.2 2.3 2.
PAGINA PAGINA 41 OpenTherm-thermostaat 31 DEFECTEN OPSPOREN 39 42 Pomp 31 66 Elektrisch schema 40 32 VERGRENDELENDE STORINGEN, STORINGSTABEL 41 VERVANGING VAN ONDERDELEN 43 INBEDRIJFNEMING 43 Vullen van het watercircuit 32 44 Vullen van het verwarmingscircuit 32 45 Voorbereiden van het ontsteken 32 46 De eerste maal ontsteken 32 47 Gasdruk 32 48 Het verwarmingssysteem testen 33 49 Bedieningsknoppen en mogelijkheden 33 49.
BELANGRIJKE INFORMATIE Algemeen De ThermoMaster HRG range is ontwikkeld en gemaakt voor de verwarming van ruimten als onderdeel van een cv-installatie, uitgelegd op een aanvoertemperatuur van 80 °C en een retourtemperatuur van 60 °C en het direct verwarmen van sanitair water in de CW classificaties CW3 en CW4. De temperatuur van het cv-water en van het warme water kunnen beide onafhankelijk van elkaar worden aangepast op de ketel. Zodra de temperaturen zijn ingesteld, werkt de ketel automatisch.
3. Richtlijn 89/336/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wetgevingen van de Lidstaten inzake elektromagnetische compatibiliteit. Reserveonderdelen LET OP: wanneer u onderdelen van dit apparaat vervangt, gebruik dan alleen service onderdelen waarvan u zeker weet dat ze aan de door ons vereiste veiligheids- en bedrijfsspecificaties voldoen. Gebruik geen gerepareerde onderdelen of onderdelen van een ander fabrikaat die niet uitdrukkelijk zijn goedgekeurd door AWB cv-ketels.
GASKEURMERK 1 De ThermoMaster HRG is voorzien van de volgende gaskeurmerken: Label Gaskeur basis HRww Gaskeur HR 107 Gaskeur SV Gaskeur NZ Gaskeur CW HRG 22G ja ja ja ja ja CW 3 HRG 30G ja ja ja ja ja CW 4 Gaskeur basis geeft aan dat het toestel voldoet aan de basiseisen die door de stichting EPK (Energie Prestatie Keurmerk) zijn gesteld. 2.
ALGEMENE INFORMATIE 4 Metalen onderdelen GEVAAR! Tijdens het installeren van het apparaat dient men voorzichtig te zijn met het hanteren van onderdelen van metaalplaat om verwonding te voorkomen. 7 Het typeplaatje met specificaties bevindt zich op de binnendeur van het toestel. Technische gegevens zie figuur 4 op pagina 17 en figuur 8 op pagina 21. Alle afmetingen worden aangeduid in millimeters (tenzij duidelijk iets anders wordt vermeld).
LOCATIE VAN DE KETEL 11 Locatie De ketel is niet geschikt voor montage buitenshuis. Let op dat de ketel wordt gemonteerd op een vlakke muur, die stevig genoeg is om het gewicht van de ketel te kunnen houden (zie figuur 4, Technische gegevens, pagina 21). 12 Afstanden Bij het plaatsen van de ketel moet rekening worden gehouden met de minimale werkings- en onderhoudsafstanden (zie figuur 1). Extra ruimte rond de ketel kan handig zijn bij de installatieen onderhoudswerkzaamheden.
VOORAANZICHT MET LIJST VAN COMPONENTEN a 8 k _ Z Figuur 2. Vooraanzicht met lijst van componenten 13 Lijst van componenten 1. 2. 3. 4. 5. 6. Warmtewisselaar Brander Ventilator Gasregelblok Driewegklep Automatische ontluchter 7. Platen warmtewisselaar 8. Pomp 9. Druksensor 10. Aanvoer NTC 11. Retour NTC 12. Maximaal thermostaat 13. Stromings-sensor 14. Koudwater inlaatfilter 15. CV inlaatfilter 16. Bypass 17. Tap NTC 18. CV aanvoer 19. CV retour 20.
14 Maatschetsen 176.4 bovenaanzicht 15.5 53 APPROX 15.5 104.5 101 31 176.4 726 450 13.5 15 41 24 10 120 8 130 49 55 332.2 WATER GAS SW G SK achteraanzicht (ophangbeugel) R 48 44 86 156 zijaanzicht 18.3 17.5 A 130 134 vooraanzicht A SW G SK R = = = = = aanvoer cv ∅ 22 mm sanitair warm uit ∅ 15 mm gasaansluiting ∅ 15 mm sanitair koud in ∅ 15 mm retour cv ∅ 22 mm Figuur 3.
15 Technische gegevens TECHNISCHE GEGEVENS 22G 30G 3 4 Tap CW toepassingsklasse Tapdebiet l/min 6 7,5 Jaar gebruiksrendement % 78,9 80,4 Nominale belasting ow kW 24,1 - 5,0 30,2 - 5,0 Nominale belasting ow (bw) kW 17,5 (19,4) 22,6 (25,1) Nominaal verm. vollast kW 19,4 21,9 Nominaal verm. bij Tgem 40 °C kW 20,0 24,7 Modulatiebereik ow kW 5,0 - 17,5 5,0 - 22,6 Waterzijdig vollastrend. ow % 96,9 96,7 CV Waterzijdig deellastrend.
BEDIENING VAN DE KETEL 16 Inschakelen van de ketel 18 Resetschakelaar Controleer of: Een storing wordt aangeduid door een ROOD knipperend controlelampje en door een knipperende storingscode op het digitale display. • er spanning op het toestel aanwezig is • de gaskraan open staat. 18.1 1. Een gesloten systeem moet worden gevuld en op druk worden gebracht. Laat de ketel alleen draaien wanneer u zeker weet dat het systeem gevuld is en op druk is gebracht. 2.
Indien u gebruik maakt van een communicerende OpenTherm kamerthermostaat verwijzen wij naar paragraaf 41. 19 Digitale display Als het digitale display een druk van minder dan 0,7 bar aanduidt, dient u de druk in het systeem weer op te voeren tot een druk tussen 1,5 en 2,0 bar. Als het systeem herhaaldelijk druk verliest, dient u contact op te nemen met uw installateur (zie voor laatste pagina dit installatievoorschrift).
LUCHTTOEVOER EN ROOKGASAFVOER Verticale dakdoorvoer (C/E). 675 LET OP! Voordat de rookgasafvoer wordt aangesloten dient men ervan overtuigd te zijn dat de rookgasadapter, welke los in de ketel wordt meegeleverd, op de juiste manier geplaatst is (zie figuur 19). 1355 21 Opstellingsmogelijkheden 80 22 Gesloten toestel in meervoudige toepassing (C6) De luchttoevoer en de verbrandingsgasafvoer worden voor meerdere toestellen gecombineerd.
23 Leidingberekening Bij een belastingdaling > 5 % voldoet het toestel niet meer aan de gaskeur CW-kwalificatie eisen. Het toestel zal nog starten bij een rookgasafvoerweerstand van ± 1000 Pa. In figuur 8 'Tabel weerstandswaarden' staan de weerstandswaarden welke gebruikt kunnen worden voor de leidingberekening. De totale druk die ter beschikking staat voor leidingwerk bedraagt 90 Pa. Indien men meer dan 90 Pa aan weerstand aanbrengt zal dit een belastingdaling tot gevolg hebben die meer bedraagt dan 5%.
Verruiming van toepassing HR 22G Stand potentiometer Ventilatorsnelheid [omw/min] Minimale weerstand [Pa] Maximale weerstand [Pa] 0 (minimum) 5000 0 tot 90 1 5100 0 tot 125 2 5200 0 tot 170 3 5300 20 tot 205 4 (maximum) 5400 50 tot 240 Figuur 9.
VERWARMINGSSYSTEEM 25 Algemeen LET OP! Bij toepassing als C6 toestel mag alleen gebruik gemaakt worden van Gastec QA-gekeurde afvoermaterialen, dakdoorvoeren en/of geveldoorvoeren welke gekeurd zijn volgens keuringseis nr. 83. De ketel is alleen bestemd voor gebruik in combinatie met gesloten centrale verwarmingssystemen. De digitale uitlezing op het bedieningspaneel duidt de systeemdruk aan wanneer er geen warmte wordt gevraagd. De circulatiepomp maakt integraal deel uit van de ketel.
VOORBEREIDEN VAN DE INSTALLATIEWERKZAAMHEDEN 28 Bypass De ketel is voorzien van een instelbare automatische bypass. Zorg ervoor dat de doorstroomhoeveelheid in geen geval onder de gespecificeerde waarde komt (zie figuur 15 'tabel Doorstroomhoeveelheid' op deze pagina). Als het centrale verwarmingscircuit is uitgerust met thermostaatkranen op alle radiatoren, dan moet een extra bypass worden aangebracht, zover mogelijk verwijderd van het toestel. Zie pagina 47 voor het afstellen van de automatische bypass.
GAS-/WATERAANSLUITINGEN EN KETELMONTAGE 35 Gasaansluiting De gastoevoer kan van onder af worden aangesloten. De volgorde en positie van de aansluitingen zijn weergegeven in figuur 20. condensafvoer 36 Wateraansluitingen Er is ruimte om de wateraansluitingen van onder af te maken. Er worden koperen eindaansluitingen geleverd. Maak de aansluitingen op de warmwater- en verwarmingssystemen door de pakkingen in de borgmoeren aan te brengen (zie figuur 18). Zorg ervoor dat het aftappunt toegankelijk is.
ELEKTRISCHE VERBINDINGEN 39 Bedrading OPMERKING! De elektrische installatie dient te worden aangelegd in overeenstemming met de bepalingen zoals die vermeld staan in NEN 1010. Het bedradingsschema is weergegeven in figuur 42 (zie pagina 40). De bedrading zoals die door de fabriek is aangebracht mag niet gewijzigd worden. 40 Aan/uit kamerthermostaat 38 Voeding Het toestel is voorzien van een snoer met een randgeaarde stekker voor 230 V~ / 50 Hz aansluiting op een randgeaarde wandcontactdoos.
41 OpenTherm-kamerthermostaat (communicerende) De aansluitingen voor deze kamerthermostaat dienen op de 3-polige kroonsteen die zich aan de achterzijde van de controlbox bevindt, aangesloten te worden (zie figuur 21). Als deze kamerthermostaat een instelling heeft voor warm water is het raadzaam deze op 65 °C in te stellen (maximaal) om te blijven voldoen aan de CW-eisen. Voor het aansluiten van deze kamerthermostaat dient het toestel spanningsloos gemaakt te worden.
INBEDRIJFNEMING 43 Vullen van het watercircuit Open de inlaatcombinatie in de sanitar koudwaterleiding naar de ketel volledig. De doorstroomhoeveelheid van het water wordt tot een maximum beperkt (6,5 liter/min HR 22G) (7,5 liter/min HR 30G) door een doorstroombegrenzer die in de ketel geplaatst is in de koudwatertoevoer (zie figuur 19, pagina 29). De ketel blijft verwarmen in centrale verwarmingsstand totdat de ingestelde temperatuur in de ruimte waar de kamerthermostaat hangt is bereikt.
48 Het verwarmingssysteem testen • Controleer of de kamerthermostaat om warmte vraagt. • De brander van de ketel zal automatisch aangaan. • De ketel heeft een ingebouwde bypass (zie figuur 25). Bij aflevering is deze half geopend. Het is waarschijnlijk niet nodig de bypass aan te passen, maar mocht het toch nodig blijken, draai de stelschroef dan in de richting van de klok om het ventiel te sluiten (zie figuur 25).
ONDERHOUD 54 Algemeen 56 Brander De rookgassen kunnen worden gemeten op het rookgasmeetpunt (zie figuur 27). Wanneer u met vervangingswerkzaamheden begint, dient het toestel spanningsvrij gemaakt te worden en dient de gastoevoer gesloten te zijn. Alle routinematige onderhoudswerkzaamheden kunnen worden uitgevoerd door alleen het voorpaneel en het binnenpaneel te verwijderen. Om deze te verwijderen draait u de twee schroeven aan de onderzijde van het voorpaneel los en tilt u het van de ketel.
• Inspecteer de brander op beschadigingen. • De brander mag niet worden verwijderd van de branderplaat. OPMERKING! Aals de branderplaat wordt verwijderd, dient er altijd een nieuwe branderplaatpakking (nr. 2000801635) te worden aangebracht wanneer hij weer wordt teruggeplaatst. 57 Branderplaatpakking Voordat wordt aangevangen met onderhoud of vervanging van een onderdeel welke verwijdering van de brander vereist, controleer dan eerst welke soort branderplaatpakking is gemonteerd op het toestel.
59 Condensafvoer warmtewisselaar • Verwijder de beugels waarmee de flexibele slangen zijn bevestigd aan de sifonadapter door de beugels licht te draaien om de beugelklemmen los van elkaar te halen. • Verwijder de zwarte flexibele slangen van de sifonadapter. • Til de sifonadapter eraf. • Verwijder de afvoeraansluiting na het stuk waarin de condensafvoer zich bevindt. • Verwijder de voeding van de gelijkstroomventilator, zie paragraaf 'Ontstekingskabel' op pagina 43.
alleen worden uitgevoerd door een erkend service of onderhoudsbedrijf (zie figuur 34). • Pas het maximum aan met behulp van de regelklep tot de juiste CO²-waarde is bereikt (draai met de klok mee om de waarde te verlagen). • Draai de servicepotentiometer volledig tegen de klok in. Houd hem ongeveer 5 seconden in deze stand voordat u de servicepotentiometer met de klok meedraait naar het middenpunt of naar de 2-uur stand.
• Plaats het filter weer in de behuizing en plaats de borgbeugel terug. • Open de inlaatcombinatie van de koudwaterleiding en test de aansluitingen van het warmwatercircuit. • Controleer op lekkages. 62 Centrale verwarmingsfilter 63 Leeg laten lopen van het verwarmingscircuit van de ketel • Bevestig een stuk slang aan het afvoerpunt en open de aftapklep (zie figuur 39). • Na het onderhoud of vervangen van onderdelen, sluit u de aftapklep en verwijdert u de slang.
DEFECTEN OPSPOREN voorpaneel van de kast CONTROLEER EERST OF: • de gastoevoerkraan open staat en dat de gastoevoer ontlucht is. • de verwarmingssysteemdruk ten minste 1,0 bar en maximaal 2,0 bar is. • controleer of de filters schoon zijn. binnenpaneel van de kast LET OP! Haal altijd de stekker uit het stopcontact voordat u elektrische vervangingswerkzaamheden uitvoert. Controleer na onderhoudswerk altijd of de gasaansluitingen goed zijn.
66 Elektrisch schema SYMSI 7.0 Figuur 42.
VERGRENDELENDE STORINGEN, STORINGSTABEL Naam storing weergave display Omschrijving storing 00 Geen storing 01 Ontsteekfout 03 Geen tacho signaal Waarneming tijdens storing Mogelijke oorzaak Oplossing Geen vlamdetectie Geen gas/ gaskraan gesloten Controleer de gasaansluiting/ gaskraan en de voordruk Geen ontsteking Controleer de ontsteekpen en de bedrading Bedrading of ventilatorfout Controleer de bedrading en de ventilator Ventilator blijft draaien beneden het starttoerental 04 05 Zie F
Naam storing weergave display Omschrijving storing 14 Aanvoertemperatuur > 95 °C 16 Foutieve vlamdetectie 17 Onvoldoende netspanning < 170 V ~ 18 Fout in user interface 19 CV NTC (aanvoer en/of retour) onderbroken Waarneming tijdens storing Mogelijke oorzaak Oplossing Zie F 5 Weerstand installatie te groot, bypass onvoldoende Gedurende korte tijd vlam zichtbaar, valt daarna weg Onvoldoende aarding toestel Controleer alle aardbekabeling en zorg voor goede aarding Defecte zekering Controlee
VERVANGING VAN ONDERDELEN 67 Algemeen 70 Ontstekingskabel Het vervangen van onderdelen dient te worden uitgevoerd door een deskundige. • Voordat er onderdelen worden vervangen, eerst de netvoeding naar de ketel uitschakelen en de gastoevoer dichtdraaien. Tenzij anders wordt vermeld, moeten de onderdelen weer worden gemonteerd in de tegenovergestelde volgorde als waarin ze werden gedemonteerd.
• Controleer de pakking en vervang deze indien nodig. • Controleer tot slot de CO²-instellingen en pas deze indien nodig aan (zie 'Verbrandingscontrole', pagina 36). OPMERKING! De brander heeft een nieuwe pakking nodig wanneer hij weer wordt aangebracht. 73 Brander Zie voor toegang tot het onderdeel hoofstuk 'Algemeen' op pagina 43. Zie 'Brander' op pagina 34 voor verwijdering van de ventilator, gasklep en branderassemblage. • Inspecteer de brander op beschadigingen.
78 Driewegklepmotor LET OP! Er staat water in de warmtewisselaar. • Verwijder de aansluiting van de condenspijp van de onderkant van de warmtewisselaar. • Verwijder de warmtewisselaar voorzichtig uit de ketel. Zie voor toegang tot het onderdeel hoofstuk 'Algemeen' op pagina 43. • Verwijder de elektriciteitsstekker. • Verwijder de klembeugel. • Haal de driewegklepmotor voorzichtig uit zijn behuizing en verwijder hem (zie figuur 50). klembeugel (N.B.
• Haal de bedrading van de pompmotor los. • Sluit de bedrading aan op de nieuwe pompmotor en breng het deksel aan. • Breng de nieuwe pompmotor met O-ring aan. • Steek de stekker van de ketel in het stopcontact en vul de ketel tot een systeemdruk tussen de 1,5 en 2,0 bar, ontlucht hem en breng hem op druk. • Controleer de aansluitingen op lekkages. 80 Tap NTC Zie voor toegang tot het onderdeel hoofstuk 'Algemeen' op pagina 43.
85 Doorstroomsensor 87 Bypass (figuur 55) Zie voor toegang tot het onderdeel hoofstuk 'Algemeen' op pagina 43. Zie 'Leeg laten lopen van het warmwatercircuit van de ketel' op pagina 39 en laat het warmwatercircuit van de ketel leeglopen (zie figuur 18, pagina 29). • Draai de messing borgmoer van de koudwatertoevoer los. • Verwijder de borgbeugel tussen de behuizing van het sanitairwaterfilter en de doorstroomsensor (zie figuur 54).
automatische bypass bypassleiding Figuur 55. borgbeugel • Breng nieuwe O-ringen aan. • Vervang het aftappunt, vul de ketel weer, ontlucht hem en breng hem op druk. • Controleer op lekkages. 93 Afdichting van het binnenpaneel van de kast aftappunt Zie voor toegang tot het onderdeel hoofstuk 'Algemeen' op pagina 43. Verwijder het binnenpaneel van de kast (zie figuur 57). • Om de oude afdichting te vervangen dient u de oppervlakken van de behuizing grondig schoon te maken.
95 Platenwarmtewisselaar Zie voor toegang tot het onderdeel hoofstuk 'Algemeen' op pagina 43. Zie 'Leeg laten lopen van het verwarmingscircuit van de ketel' op pagina 38 om het verwarmingscircuit van de ketel leeg te laten lopen. Zie 'Leeg laten lopen van het warmwatercircuit van de ketel' op pagina 39 en laat het warmwatercircuit van de ketel leeglopen (zie figuur 58). • Verwijder de gastoevoerleiding van de gaskraan en de gasklep (zie de relevante delen van 'Brander' op pagina 34).
98 Samenstelling van het rechter hydroblok borgschroef platenwarmtewisselaar aansluiting van de verwarmingsleiding Zie 'Leeg laten lopen van het verwarmingscircuit van de ketel' op pagina 38 om het verwarmingscircuit van de ketel leeg te laten lopen. Zie 'Leeg laten lopen van het warmwatercircuit van de ketel' op pagina 39 en laat het warmwatercircuit van de ketel leeglopen. • Verwijder de stekker van de ketel uit het stopcontact.
van de hoofdschakelaar, gebruikersinterface en klok rusten. Verwijder de aansluitingen of ondersteun het bedieningspaneel. 101 Resetknop Zie voor toegang 'Resetschakelaar' op deze pagina. • Haal de klembeugels van de knop los en druk de knop van achteren los. 102 Printplaat van de gebruikersinterface / displayinrichting opsluitgrendels Zie voor toegang 'Resetschakelaar' op deze pagina. • Verwijder elektriciteitsstekker. • Verwijder de twee borgschroeven. • Verwijder de printplaat (zie figuur 63).
105 Zekeringen OpenTherm interface Printplaat - bedieningskast De zekering bevindt zich rechts onder de printplaat (zie figuur 62). Toestellen met een SYMSI 7.0 printplaat zijn voorzien van een 630 mAT zekering. Zie voor toegang 'Algemeen' op pagina 43 en zie figuur 42 en 62. • Draai de twee schroeven los waarmee het voorpaneel van de voeding van de gelijkstroomventilator vastzit en verwijder deze. • De zekering bevindt zich dichtbij het middel van de printplaat.
EG-VERKLARING EG-VERKLARING VAN OVEREENSTEMMING VOOR GASTOESTELLEN Fabrikant: Adres: Apparatenfabriek Warmtebouw BV Ringovenweg 4 - 5708 JX HELMOND Verklaart hiermede dat de toestellen met de typeaanduiding: ThermoMaster HR 22G / 30G voldoen aan de volgende EEG richtlijnen: 90/396/EEG 92/42/EEG 73/23/EEG 89/336/EEG betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke voorschriften der Lidstaten inzake gastoestellen.
AWB_ThermoMasterHRG_installatiev54 54 19-02-2007 10:06:44
CONTACT OPNEMEN MET UW INSTALLATEUR DE GEGEVENS VAN U INSTALLATEUR Sticker of stempel installateur INDIEN ER GEEN STICKER OF STEMPEL VOORHANDEN IS STAAN HIERONDER DE GEGEVENS VAN UW INSTALLATEUR: Adres Plaats Postcode Telefoonnummer Faxnummer E-mail adres Internetpagina : : : : : : : Mocht u geen contact krijgen met uw installateur, neem alleen dan contact op met AWB cv-ketels. Belt u 0492 - 469 500 dan wordt er voor u gezocht naar de dichtbijzijnde erkende installateur.
Postbus 2138, 5700 DA Helmond (0492) 46 95 00 (0492) 46 95 09 info@awb.nl www.awb.