Installation Instructions

NTC
NTC
C
C
KT
OpenTherm
of Aan/Uit
Voorraadboiler
Buitenvoeler
TA 110 MA
Oranje
Geel
Blauw
Rood
Wit
Blauw
3.15 Aanbrengen van de verwarmingsketel
Gastoevoer
Open de kraan van de meter.
Controleer de afdichting van de gasaansluiting.
Elektrische voeding
Controleer of de netspanning van de ketel 230 V
bedraagt.
3.16 Vullen van de installatie
1 - Reset de CV-ketel
2 - Open de ontluchtingsdop op de pomp
(zie figuur 14).
3 - Vul de installatie bij, tot op het display een druk
van 2 bar weergegeven wordt.
4 - Ontlucht elke radiator tot er normaal water uit-
stroomt, en sluit vervolgens de ontluchtingskranen.
Open de diverse warmwaterkranen om de installa-
tie te ontluchten.
5 - Controleer of op het display een druk weerge-
geven wordt tussen 1,5 en 2 bar. Zo niet dient er
water bijgevuld te worden.
3.10 Ophangen van de verwarmingsketel
Breng de bovenlippen van de ketel aan op de bevesti-
gingsstrip.
Laat de ketel zodanig zakken dat deze correspondeert
met de koppelstukken van het ophangframe.
Breng de pakkingen aan en draai vervolgens de diverse
koppelstukken aan tussen de ketel en de aansluitplaat.
3.11 Elektrische aansluiting
De electrische installatie dient te worden aangelegd in
overeenstemming met de bepalingen zoals die vermeld
staan in NEN 1010.
Voeding
Het toestel is voorzien van een snoer met een randgeaarde
stekker voor 230V~ / 50 Hz aansluiting op een randgeaarde
wandcontactdoos. Deze aansluiting dient vanaf het toestel
goed toegankelijk te zijn. De buiten het toestel liggende
lengte van het snoer bedraagt 1 meter. Om gevaarlijke
situaties te vermijden, dient dit snoer, indien het beschadigd
wordt, vervangen te worden door een erkend installateur.
3.12 Kamerthermostaten
Aan/uit thermostaat
De kamerthermostaat dient aangesloten te worden op het
kroonsteentje dat zich op de achterplaat van de electronica-
box bevindt.
Electronische aan/uit kamerthermostaten dient men aan te
sluiten op de kroonstenen voor OpenTherm en aan/uit (geel
en oranje draad, zie figuur 13). Mechanische kamerthermos-
taten dient men aan te sluiten op de kroonstenen voor anti-
cipatiestroom van 110 mA (geel en blauwe draad).
De anticipatiestroom dient, indien men gebruik maakt van
een mechanische thermostaat, op een waarde van 0,11 A
ingesteld te worden.
OpenTherm-thermostaat
De aansluitingen voor de communicerende (OpenTherm)
kamerthermostaat dienen op de 6-polige kroonsteen die
zich aan de achterzijde van de control-box bevindt, aange-
sloten te worden (zie figuur 13).
Als de OpenTherm-thermostaat een instelling heeft voor
warm water is het raadzaam om deze op 63 graden in te
stellen. Voor het aansluiten van de OpenTherm-thermostaat
dient het toestel spanningsloos gemaakt te worden.
Bij een OpenTherm (modulerende) kamerthermostaat, ver-
vallen de instelfuncties op de ketel. Deze zijn instelbaar op
de kamerthermostaat (afhankelijk van het model kamerther-
mostaat).
Let op:
Vanuit de fabriek worden de gele en oranje draad
op de kroonsteen kortgesloten met een blauwe
draad. De ketel zal dus altijd direct warmtevraag
voor CV waarnemen.
De blauwe draad dient dus verwijderd te worden
om te voorkomen dat de ketel continu op CV gaat
branden.
12
3.13 Voorraadboiler
Voor Thermomaster VR 24 kunt u de draden van de NTC,
welke u in de dompelbuis van de voorraadboiler plaatst, op
de aansluitdoos aansluiten zoals getoond in de afbeelding.
Bestelnummer van een losse 10 kOhm NTC is
A000331010. Voor inbedrijfstelling dient u parameter 9 (zie
parameterlijst op pagina 15) op “1” in te stellen.
3.14 Buitenvoeler AWB n° A000035027 (accessoire)
De buitenvoeler dient aangesloten te worden het kroon-
steentje aan de binnenzijde van de ketel. Voor het verder
instellen van de stooklijn: zie pagina 14.
Figuur 13.
AWB|ThermoMasterVR24_24T|iv|002012 12AWB|ThermoMasterVR24_24T|iv|002012 12 27-04-2007 12:47:1427-04-2007 12:47:14