Operating Instructions and Installation Instructions
7
4.4.2 Menu overzicht
Figuur 4.4.2 Menu overzicht
4.5 Instellingen voor verwarming en
warmwater bedrijf
Alle instellingen welke aangepast kunnen worden zijn
vanuit de fabriek vooraf ingesteld, of door de installateur
aangepast. Verander geen vooraf ingestelde waarden!
Alle schakeltijden en temperaturen voor individuele
aanpassing aan het toestel zijn naar wens in te stellen.
Advies is om dit alleen in overleg met uw installateur te
doen.
De volgende instelling kunt u zelf wijzigen.
4.5.1 Maximale aanvoertemperatuur wijzigen
De maximale aanvoertemperatuur kan in de parameter-
mode onder punt 3 ingesteld worden tussen de 30 °C en
90 °C.
Figuur 4.5.1 Instellen van de aanvoertemperatuur
Let op! Om te voorkomen dat mogelijk
storingen optreden, is het advies om alle
andere instellingen in de parametermode niet
te wijzigen.
Status of
foutaanduiding
Min
Fabrieks-
instelling
Max
Diagnose mode
Instellen
Aanduiding
Paramete
r
nr.
Paramete
r
nr.
Paramete
r
nr.
Warmwater temp.
Bedrijfsstand
Instelling van de maximale
aanvoertempera
tuur
Bedrij
fsinstelling mag
niet veranderd wor
den
Bedrijfsinstelling mag
niet veranderd worden
Ingest
elde waarde met
‘STO
RE
’
vast
z
etten!
STEP
STEP
STEP
STEP
STORE
MODE
MODE
Ket
el
aanvoer-
temperatuu
r
Ket
el
re
tour-
t
emperatuur
Overz
icht
parameter 1 t/m 8
P
a
r
a
met
e
r
n
r
.
T
e
m
p
. (˚C
)
P
a
r
a
m
e
ternr.
T
e
mp
. (˚C
)
STEP
STEP
P
a
r
a
me
tern
r
.
STEP
STEP
Storingen worden afwisselend
met de standaardaanduiding weergegeven
STEP
M
OD
E
Min
Fabrieks-
instelling
Max
Parameternr.
Instelling van de maximale
aanvoertemperatuur
Ingestelde waarde met
‘STORE’ vastzetten!
1x
STORE
4.6 Diagnose mode
In de diagnose mode kunt u de instelling van elke para-
meter inzien en controleren. Aanpassing van de instelling is
in deze mode niet mogelijk.
- Drukt u tweemaal op de MODE-toets, tot “data” in het
display verschijnt;
- door dan herhaaldelijk op de STEP-toets te drukken, kunt
achtereenvolgens de volgende parameters bekijken:
Aanduiding Verklaring Eenheid
1 Ingestelde ketel aanvoertemperatuur °C
2 Ingestelde ketel retourtemperatuur °C
3 Geen functie -
4 Geen functie -
5 Geen functie -
6 Gemeten aanvoertemperatuur °C
7 Gemeten ventilator toerental min-1
8 Capaciteit warmtevraag, 1 module (40 kW = 100%)
b.v. 250 % = 2,5 x 40 kW = 100 kW %
Tabel 4.6 Parameter overzicht in diagnose mode
Indien bij een van de parameters een negatieve waarde
wordt aangegeven, dan is de betreffende voeler defect
of niet aangesloten.