Operation Manual

~ P.43 ~
Als u de hoofdvoeding van het station wilt uitschakelen, drukt u op de hoofdschakelaar voor de
voeding op het linkerpaneel van de beeldschermunit.
Meer informatie over de radiogestuurde klok
De radiogestuurde tijd wordt berekend door de cesium-atoomklok van Braunschweig (officiële klok van
Duitsland). Vervolgens wordt de tijd gecodeerd en via een signaal op DCF-77 (77,5 kHz) overgebracht
vanuit Mainflingen (nabij Frankfurt) . Het zendbereik van het signaal is 1500 km, wat betekent dat het
grootste deel van West- en Midden-Europa dit signaal kan ontvangen. Binnen dit bereik is de ontvangen
tijd volledig nauwkeurig. Er kunnen echter vele omgevingsfactoren van invloed zijn op de RCC-ontvangst,
bijvoorbeeld plaatsing naast computerschermen of andere elektronische apparaten, plaatsing boven
een metalen oppervlak, hoge gebouwen in de omgeving, enzovoorts. Het wordt aanbevolen om de
atoomklok dicht bij een raam te plaatsen, in de richting van de zender in Mainflingen (nabij het Duitse
Frankfurt). In de klokweergave worden 2 indicatoren voor het niveau van de RCC-sterkte gebruikt;
geen golflengte en volledige golflengte staan respectievelijk voor een zwak signaal en een goed
signaal.
Als er geen golflengte wordt weergegeven boven de signaaltoren, betekent dit dat het signaal erg
zwak is en dat de klok niet kan worden ingesteld met het RCC-signaal. Probeer de beeldschermunit te
draaien in de richting van andere vensters om een betere locatie voor de RCC-ontvangst te zoeken.
Daarnaast is het RCC-signaal ‚s nachts het sterkste; daarom kunt u de klok handmatig instellen op de
lokale tijd en ‚s nachts ingeschakeld laten zodat het RCC-signaal automatisch wordt ontvangen.
Als er eenmaal een tijdsignaal is ontvangen, blijft het pictogram met de golflengte zichtbaar in het LCD-
scherm en worden de tijd en datum automatisch bijgewerkt.
6.9 De landinstelling wijzigen
Gebruik de pijlen “/\” en “\/” om de landinstelling geel te markeren.
Gebruik vervolgens de pijlen “/\” en “\/” om de landinstelling te wijzigen; druk op de toets [ ] om
de instelling te bevestigen.
6.10 De plaatsinstelling wijzigen
Gebruik de pijlen “/\” en “\/” om de plaatsinstelling geel te markeren.
Gebruik vervolgens de pijlen “/\” en “\/” om de plaatsinstelling te wijzigen; druk op de toets [ ] om
de instelling te bevestigen.
6.11 De buitensensor installeren
Gebruik de pijlen “/\” en “\/” om de instelling voor de buitensensor geel te markeren; druk vervolgens
op de toets [ ] zodat de instelling Ja geel wordt gemarkeerd. Druk op de toets [ ] om het
installatieproces te starten.
In het scherm wordt de pagina voor het zoeken van de sensor weergegeven
Maak de buitensensor gereed voor de verbinding met de beeldschermunit door de stapsgewijze
procedure te volgen zoals beschreven onder ‚Instelprocedure voor verbinding met
beeldschermunit‘
Wanneer de beeldschermunit de buitensensor kan vinden, worden de temperatuur en vochtigheid
weergegeven op de desbetreffende kanaalpositie, zoals te zien is in de onderstaande afbeelding.
(NL)