Installation Instructions

15Installatievoorschrift
BOX 52
Indien de woning een mechanische ventilatie heeft, die een onderdruk creëert in het
vertrek waar het toestel staat, is het noodzakelijk dat een rookgasventilator wordt
geplaatst. Het type rookgasventilator is afhankelijk van de capaciteit van het
mechanische ventilatie systeem. Raadpleeg hiervoor altijd uw installateur.
Bij woningen met een in werking zijnde afzuigkap, dient deze in de laagste stand,
respectievelijk uitgezet te worden. Blijft de afzuigkap in werking, dan dient ter
compensatie, extra geventileerd te worden. Hiermee wordt niet alleen een slechte
verbranding vermeden, maar ook voorkomen dat rookgassen uit het toestel de kamer
in worden gezogen.
Blijkt het creëren van een extra ventilatie opening toch onvoldoende te zijn, dan is
het noodzakelijk dat er ook een rookgasventilator wordt geplaatst.
Verbrandingslucht direct van buiten:
Het toestel heeft nu een geheel gesloten verbrandingssysteem, waardoor het
onafhankelijk werkt ten opzichte van de omgevingslucht in de ruimte waar het
toestel staat opgesteld.
Naar keuze kan de verbrandingslucht toevoer aan de achterzijde of de onderzijde
van het toestel aangesloten worden. Gebruik daarvoor de verbrandingsluchttoevoer-
aansluiting Ø80 mm (uitwendig) aan respectievelijk de achter- of onderzijde.
Plaats tussen deze luchttoevoer-aansluiting en buitenluchttoevoer-opening in de
muur/vloer een vaste of fl exibele pijp van Ø80 mm. Er wordt geadviseerd om deze
pijp te voorzien van een afsluitklep, om condensvorming op het toestel te voorkomen
als deze niet wordt gebruikt.