Operating Instructions and Installation Instructions

24
ENERGA 70-55
2.7 ROOKKANAAL
Elke haard dient een eigen schoorsteen te bezitten. Meervoudige aansluiting op één
hoofdschoorsteen is niet toegestaan. Verzekert u ervan dat het bestaande rookkanaal
volledig gasdicht is en in een goede conditie verkeert. Het kanaal dient te zijn afgestemd
op het te plaatsen toestel. Zorg voor een goede kap op de schoorsteen, ter vermijding
van inregenen en vervuiling (vogelnesten).
De trek van het kanaal is bepalend voor het juist branden van het toestel. De aanbevolen
trek bedraagt ca. 15 Pa (0,15 mbar). De werkzame hoogte dient 4 meter te bedragen, te
rekenen vanaf het punt waar het rookkanaal op de haard wordt aangebracht.
Bij goed geisoleerde schoorstenen, met een lengte vanaf 8 meter kan de schoorsteen-
trek sterk oplopen indien er stevig gestookt wordt. Daarom wordt geadviseerd een
schoorsteenklep of trekonderbreker in te bouwen tussen haard en schoorsteen.
2.7.1 Rookkanalen
Verzeker u ervan, dat bestaande rookkanalen volledig gasdicht zijn en in goede conditie
verkeren. Het kanaal dient qua afmetingen over de volle lengte, inclusief uitmondingpijp
op het dak, een diameter te hebben die minimaal gelijk is aan de rookgasafvoer-
diameter van het toestel. Zie Hoofdstuk 14.
Mocht er geen (geschikt) rookkanaal aanwezig zijn, adviseren wij gebruik te maken van
dubbelwandige geïsoleerde RVS kanalen. Een rookkanaal dient overeenkomstig het
geldende bouwbesluit geplaatst te worden. Laat het bouwen hiervan door de specialist
uitvoeren. Bij aanschaf van deze kanalen dient nagegaan te worden of omkokering
vereist is.
Enkele punten willen wij benadrukken:
de kanalen dienen zelfdragend bevestigd te zijn, ofwel mogen nooit op het toestel
rusten.
alle onderlinge verbindingen dienen volledig geïsoleerd te zijn.
bij alle vloer- of plafonddoorvoeren dienen brandbare delen volledig buiten de
omkokering respectievelijk de isolatiezone te blijven (denk ook aan dakbeschot!).
Maak geen horizontale verbindingen. Hierin zal zich aanslag en roet verzamelen
(behoudens een korte horizontale aansluiting direct achter de inbouwhaard).
De schoorsteenberekening, zoals in Duitsland, volgt uit DIN 4705 T1 en T2 met voor elk
van de haarden gemeten “Wertetripel”. Zie Hoofdstuk 14.
Wertetripel :
- massastroom rookgassen (g/s)
- temperatuur rookgassen (bij rookgasaansluiting van het toestel)
- schoorsteentrek
(- nominaal vermogen)