Operating Instructions and Installation Instructions

15
UNILUX-3 200 L / 200 R / 300
3.3.1. Beluchting / ventilatie
Bij de inzethaard zijn te onderscheiden: - verwarmingslucht
- verbrandingslucht
Verwarmingslucht (convectielucht) is uitsluitend voor het overbrengen van de
warmte van het toestel naar de woonruimte. Er zijn geen extra voorzieningen
nodig. De lucht komt uit de kamer en blijft in de kamer.
Verbrandingslucht is nodig om de verbranding in stand te houden waarbij de
lucht uit de woonkamer wordt aangezogen door de natuurlijke trek van de
schoorsteen.
De inlaatopeningen voor de lucht zitten onder de deur. Bij gebruik van het toestel
dient voor voldoende verse lucht gezorgd te worden: minimaal 50
cm
2
(Ø80 mm)
opening in de ruimte waar de haard is geplaatst.
Zorg ervoor dat, vooral bij de huidige kierdichte woningen, de ventilatie-
voorzieningen geopend zijn.
Indien de woning een mechanische ventilatie heeft, die een onderdruk creëert in
het vertrek waar het toestel staat, is het noodzakelijk dat een rookgasventilator
wordt geplaatst. Het type rookgasventilator is afhankelijk van de capaciteit van
het mechanische ventilatie systeem. Raadpleeg hiervoor altijd uw installateur.
Bij woningen met een in werking zijnde afzuigkap, dient deze in de laagste
stand, respectievelijk uitgezet te worden. Blijft de afzuigkap in werking, dan dient
ter compensatie, extra geventileerd te worden. Hiermee wordt niet alleen een
slechte verbranding vermeden, maar ook voorkomen dat rookgassen uit het
toestel de kamer in worden gezogen.
Blijkt het creëren van een extra ventilatie opening toch onvoldoende te zijn, dan
is het noodzakelijk dat er ook een rookgasventilator wordt geplaatst.