Operation Manual

- 130 -
5.2.2 Aansluiting
Elektrische aansluiting
WAARSCHUWING! Gevaar voor elektrische schokken!
Wanneer het apparaat niet juist is geïnstalleerd, kan het lichamelijk letsel
veroorzaken! Vergelijk de gegevens van het lokale elektriciteitsnet met de
technische gegevens van het apparaat (zie het typeplaatje) voordat u het installeert.
Sluit het apparaat alleen aan wanneer deze gegevens volledig met elkaar
overeenstemmen!
Controleer voordat u het apparaat aansluit op het lichtnet, of de spanningswaarden
en de frequentie van de bestaande elektrische installatie overeenkomen met de
waarden die staan vermeld op het typeplaatje.
Een maximale afwijking van de spanning van ± 10% is toelaatbaar.
Het apparaat moet worden aangesloten op een potentiaalvereffeningssysteem
(aarding), waarvan de effectiviteit overeenkomt met de aanbevelingen uit de geldende
voorschriften. De aansluitklem bevindt zich op de achterkant van het apparaat.
De stroomkring van het stopcontact moet met minimaal 16A beveiligd zijn. Verbind
het apparaat uitsluitend rechtstreeks met het wandstopcontact. Gebruik van
verlengsnoeren en verdeelstekkers is verboden.
Plaats het apparaat zodanig dat de stekker altijd bereikbaar is om het apparaat
indien nodig snel uit te kunnen schakelen.
Wateraansluiting
Zorg ervoor dat de drinkwateraansluiting zich in de buurt van het apparaat bevindt.
Laat voordat u het apparaat aansluit voldoende water uitstromen om eventuele
verontreinigingen te verwijderen die anders in de magnetische kleppen terecht
kunnen komen.
Voor de juiste werking van het apparaat moet u ervoor zorgen dat er geen kalkaanslag
ontstaat in de bakruimte. Gebruik hiertoe drinkwater met een hardheid tussen 0,5 en
5°F. Gebruik bij hogere waarden een wateronthardingsinrichting.
Sluit een drukslang aan op de aansluitmanchet (3/4") op de achterkant van het
apparaat. Sluit het andere uiteinde van de drukslang aan op de koudwaterleiding
met een afsluitkraan.
De druk van het aangevoerde water moet tussen
de 50 kPa (0,5 bar) en 200 kPa (2 bar) liggen.
Wanneer de ingangsdruk hoger is dan 200 kPa
(2 bar), moet u een drukregelaar toepassen