Gebruiksaanwijzing Multifunctionele oplader 80 AC/DC Bestelnr.
Inhoudsopgave Pagina 1. Inleiding................................................................................................................................................................4 2. Verklaring van symbolen.......................................................................................................................................4 3. Voorgeschreven gebruik............................................................................................................................
Pagina 13. Loodaccu's (Pb)..................................................................................................................................................31 a) Algemeen.....................................................................................................................................................31 b) Accu laden ("CHARGE")..............................................................................................................................
1. Inleiding Geachte klant, hartelijk dank voor de aanschaf van dit product. Dit product voldoet aan de wettelijke nationale en Europese voorschriften. Volg de instructies van de gebruiksaanwijzing op om deze status van het apparaat te handhaven en een ongevaarlijke werking te garanderen! Deze gebruiksaanwijzing hoort bij dit product. Deze bevat belangrijke instructies voor de ingebruikname en bediening. Let hierop, ook wanneer u dit product aan derden doorgeeft.
3. Voorgeschreven gebruik Het laadapparaat dient voor het op- en ontladen van accu's van het type NiMH/NiCd (1 - 15 cellen), LiPo/LiIon/LiFe/ LiHv (1 - 6 cellen) en voor loodaccu's (1 - 10 cellen, 2 V - 20 V). De laadstroom kan tussen 0,1 A en 10,0 A worden ingesteld (afhankelijk van het aantal cellen/de accuspanning). Het maximale laadvermogen bedraagt 80 W. De ontlaadstroom kan tussen 0,1 A en 2,0 A worden ingesteld (afhankelijk van het aantal cellen/de accuspanning).
5. Veiligheidsvoorschriften Lees aandachtig de gebruiksaanwijzing en let in het bijzonder op de veiligheidsvoorschriften. Als u de veiligheidsvoorschriften en de informatie met betrekking tot het correct gebruik in deze gebruiksaanwijzing niet volgt, zijn wij niet aansprakelijk voor de resulterende persoonlijke letsels/ materiële schade. Bovendien vervalt In zulke gevallen de garantie.
Schakel eerst de netspanning voor de contactdoos, waaraan de netkabel is aangesloten uit (bijhorende zekeringsautomaat uitschakelen of zekering uitdraaien, vervolgens bijhorende FI-beschermschakelaar uitschakelen zodat de contactdoos aan alle polen van de stroomtoevoer is afgesloten). Trek pas daarna de stekker uit het stopcontact. Als het laadapparaat beschadigd is, mag u het product niet meer gebruiken. Breng het laadapparaat naar een reparatiedienst of verwijder het op milieuvriendelijke wijze.
Als het laadapparaat via het netsnoer wordt aangedreven, schakelt u eerst de netspanning voor de contactdoos, waaraan de netkabel is aangesloten, uit (bijhorende zekeringsautomaat uitschakelen of zekering uitdraaien, vervolgens bijhorende aardlekschakelaar uitschakelen zodat de contactdoos aan alle polen van de stroomtoevoer is afgesloten). Trek nu pas de stekker van het netsnoer uit de contactdoos.
• Vermijd een gebruik van het apparaat in de onmiddellijke buurt van sterke magnetische of elektromagnetische velden, zendantennes of HF-generatoren. Hierdoor kan de besturingselektronica beïnvloed worden. • Wanneer kan worden aangenomen dat een veilig gebruik niet meer mogelijk is, mag het apparaat niet meer worden gebruikt en moet het worden beveiligd tegen onbedoeld gebruik. • Koppel het laadsysteem los van de spannings-/stroomverzorging. U mag het product daarna niet meer gebruiken.
6. Accuvoorschriften Het gebruik van accu´s is vandaag de dag weliswaar vanzelfsprekend, maar er bestaan toch tal van gevaren en problemen. Vooral bij LiPo-/LiIon-/LiFe-/LiHv-accu´s met hun hoge energie-inhoud (in vergelijking met gewone NiCd of NiMH accu´s) moeten er verschillende voorschriften in acht worden genomen aangezien er anders explosie- en brandgevaar bestaat. Neem daarom in ieder geval de volgende informatie en veiligheidsvoorschriften voor het gebruik van accu´s in acht.
• Wanneer u het apparaat langere tijd niet gebruikt (bijv. bij opslag), dient u een eventueel aangesloten accu van het laadapparaat te verwijderen en koppel het laadsysteem los van de spannings-/stroomverzorging. Het laadapparaat beschikt niet over een netschakelaar. Wanneer u het laadapparaat via het netsnoer gebruikt, trekt u de stekker uit de contactdoos wanneer u het laadapparaat niet meer nodig hebt. • Laad/ontlaad geen accu's die nog heet zijn (bijv.
• Indien de accu beschadigingen vertoont (bijv. na het neerstorten van een modelvliegtuig of modelhelikopter) of als het omhulsel uitgezet is of bol staat, mag de accu niet meer worden gebruikt. Laad de accu niet meer op. Er bestaat brand- en explosiegevaar! Pak de accu slechts voorzichtig beet en gebruik eventueel beschermende handschoenen. Verwijder de accu overeenkomstig de milieuvoorschriften. Bewaar zulke accu's in geen geval meer in een woning of huis/garage.
7. Geschikte accutypen Accutype LiPo LiIon LiFe LiHv NiCd NiMH Pb Nominale spanning (V/cel) 3,7 3,6 3,3 3,8 1,2 1,2 2,0 Max. laadspanning (V/cel) 4,2 4,1 3,6 4,35 1,6 1,6 2,45 Spanning voor opslag (V/cel) 3,85 3,75 3,3 3,85 - - - Laadstroom voor snelladen <= 1C <= 1C <= 4C <= 1C <= 2C <= 2C <= 0,4C Min. spanning na ontladen (V/cel) >= 3,0 >= 3,0 >= 2,0 >= 3,0 >= 1,0 >= 1,0 >= 2,0 De spanningen in de bovenstaande tabel gelden voor een enkele cel. De max.
8. Bedieningselementen 1 Ventilator 2 Netbus voor aansluiting van het laadapparaat aan de netspanning 3 Gelijkspanningsingang (11 - 18 V/DC, gestabiliseerd), bv.
9. Ingebruikname a) Aan de spannings-/stroomverzorging aansluiten Let op! Sluit het laadapparaat altijd eerst aan de spannings-/stroomverzorging aan; pas daarna mag een accu met het laadapparaat worden verbonden. Het laadapparaat biedt twee verschillende bedrijfsmogelijkheden: • Bedrijf via de netspanning (100 - 240 V/AC, 50/60 Hz) • Bedrijf via gestabiliseerde gelijkspanning (11 - 18 V/DC, bv. via een externe voertuigaccu of een stekkertransformator) Gebruik nooit beide bedrijfsmodi tegelijkertijd.
b) Accu aan het laadapparaat aansluiten Neem de volgende punten in acht voordat u een accu aansluit of laadt/ontlaadt: • Indien u dit nog niet hebt gedaan, moet u eerst hoofdstuk 5, 6 en 7 geheel en zorgvuldig doorlezen.
Werkwijze bij het aansluiten van een accupack aan het laadapparaat: 1. Verbind het laadapparaat met de spannings-/stroomverzorging. 2. Verbind eerst de laadkabel met beide ronde bussen van 4 mm van laaduitgang. Let daarbij op de juiste polariteit (plus/+ = rode kabel, min/- = zwarte kabel). De laadkabel mag nog niet met de accu zijn verbonden! Hierbij kan het tot kortsluiting van de stekkers van de laadkabel komen, er bestaat brand- en explosiegevaar! 3.
c) Algemene informatie i.v.m. de bediening van de menu's • Selecteer in het hoofdmenu zoals beschreven met de knoppen "STOP" resp. "–" het gewenste submenu en bevestig de keuze met de knop "START". • In een submenu kunt u met de knoppen "+" en "–" de verschillende instellingen oproepen. • Om een waarde te veranderen, drukt u op "START"; het indicatielampje knippert. Verander de op het display knipperende waarde met de knoppen "+" resp. "–". Om een waarde snel te wijzigen (vb.
10. Hoofdmenu Na aansluiting aan de spannings-/stroomverzorging verschijnt kort de startmelding, vervolgens bevindt het laadapparaat zich in het hoofdmenu. Accuprograma's voor LiPo-accu Accuprograma's voor LiIon-accu Accuprograma's voor LiFe-accu Accuprograma's voor LiHv-accu Accuprograma's voor NiMH-accu Accuprograma's voor NiCd-accu Accuprograma's voor loodaccu Uitgangsbussen van 4 mm worden gebruikt voor de spanningsuitgang; uitgangsspanning instelbaar van 5,0 tot 24,0 V/DC.
11. Lithium-accu's (LiPo, LiIon, LiFe, LiHv) a) Algemeen De accuprograma's voor LiPo-, LiIon-, LiFe-, en LiHv-accu's verschillen alleen in de spanningen en de toegelaten laadstroom, zie tabel in hoofdstuk 7. Bij het opladen van een lithium-accu zijn er twee van elkaar verschillende fasen. Eerst wordt de accu met constante stroom opgeladen. Als de accu de maximale spanning (bij een LiPo-accu, vb. 4,2 V) bereikt, wordt met constante spanning verder geladen (de laadstroom daalt daarbij).
b) Accu zonder Balancer-aansluiting opladen ("CHARGE") Uiteraard kunt u ook meercellige lithium-accu's met balanceraansluiting met het accuprogramma "CHARGE" opladen. Hierbij volgt echter geen synchronisering van de afzonderlijke celspanningen zodat het tot een overladen van een of meerdere cellen kan komen.
• Het opladen begint. Op het scherm verschijnt er diverse informatie over de actuele vooruitgang van het laden. Voorbeeld: Li3S 1.2A 12.3V CHG 022:43 00682 Linksboven wordt het accutype en het cellenaantal aangegeven ("Li3S" = Lithium-accu met 3 cellen), boven in het midden de laadstroom en rechtsboven de huidige accuspanning. Linksonder staat het actuele accuprogramma ("CHG" = "CHARGE"), in het midden de verstreken laadduur en rechts daarnaast de opgeladen capaciteit in mAh.
Belangrijk! Alleen een accupack met een exact gelijke spanning per cel levert het maximale vermogen en de maximale gebruiksduur voor een modelvliegtuig of -auto. Door de schommelingen in materiaalkwaliteit en de interne opbouw van bijvoorbeeld een meercellige lithium-accupack kan het bij ontladen voorkomen dat de cellen aan het eind van het ontlaadproces een verschillende spanning hebben.
• Om een waarde te veranderen, drukt u op de knop "START". De ontlaadsluitspanning per cel knippert. Stel deze spanning met de knoppen "+" of "–" in. Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop langer ingedrukt te houden. De hier ingestelde ontlaadsluitspanning geldt per cel. De totale spanning van de aangesloten accu wordt na het instellen van het cellenaantal (zie verder onderaan) automatisch berekend en rechtsonder op het scherm weergegeven.
e) Accu opslaan ("STORAGE") Dit accuprogramma kan worden gebruikt wanneer de accu langere tijd moet worden opgeslagen. Afhankelijk van het ingestelde accutype wordt de accu tot op een bepaalde spanning geladen of ontladen. LiPo STORAGE 3S C= 3200mAh 2.0A Afhankelijk van de celspanning wordt de accu opgeladen of ontladen. Dit is bij een meercellige accupack alleen zinvol wanneer een balancer-aansluiting aanwezig is en aan het laadapparaat werd aangesloten.
12. NiMH- en NiCd-accu's a) Algemeen De accuprogramma voor NiMH- en NiCd-accu's verschillen in principe alleen in de intern gebruikte laadprocedure. De instellingen in de menu's zijn gelijk. Het laadapparaat moet zich in het hoofdmenu bevinden. Kies hier met de knopp "STOP" of "–" het bij de te gebruiken accu passende accutype (NiMH of NiCd, zie afbeeldingen rechts. Bevestig de keuze met de knop "START".
Ga voor het laden van een NiMH- resp. NiCd-accu als volgt te werk: • Kies eerst, zoals beschreven in hoofdstuk 11. a), in het hoofdmenu met de knopp "STOP" of "–" het accutype (NiMH of NiCd) en druk dan op de knop "START". • Selecteer met de knopp "+" of "–" het accuprogramma "CHARGE Man". De waarde rechtsonder staat voor de huidig ingestelde laadstroom. NiMH CHARGE Man CURRENT 0.1A Met de knopp "+" of "–" kan een ander accuprogramma worden gekozen; met de knop "STOP" keert u terug naar het hoofdmenu.
c) Automatische laadmodus ("CHARGE Aut") Bij de automatische laadmodus controleert het laadapparaat de toestand van de aangesloten accu (bv. in binnenweerstand) en berekent daaruit de laadstroom. U moet een bovengrens voor de laadstroom instellen zodat de accu door een te hoge laadstroom niet beschadigd wordt. NiMH CHARGE Aut CUR LIMIT 1.0A Afhankelijk van de accu en diens binnenweerstand kunnen in het accuprogramma "CHARGE Aut" o.m.
• Wanneer er geen enkele weergave meer knippert, houdt u de knop "START" langer ingedrukt (ong. 3 seconden) om het ontladen te starten. • Het laadapparaat controleert nu de aangesloten accu. Bij een fout wordt een waarschuwingssignaal uitgestuurd en de overeenkomstige informatie op het scherm weergegeven. Met de knop "STOP" beëindigt u het waarschuwingssignaal; u komt weer terug in het vorige instelmenu. Als er geen fout werd vastgesteld, verschijnt bijvoorbeeld de rechts afgebeelde weergave op het scherm.
• Stel met de knoppen "+" of "–" het aantal cycli in (1 - 5 cycli mogelijk). Druk kort op de knop "START" om de instelling te bevestigen. De weergave stopt met knipperen. • Om het cyclusprogramma te starten, houdt u de knop "START" langer ingedrukt (ca. 3 seconden). • Het laadapparaat controleert nu de aangesloten accu. Bij een fout wordt een waarschuwingssignaal uitgestuurd en de overeenkomstige informatie op het scherm weergegeven.
13. Loodaccu's (Pb) a) Algemeen Loodaccu's zijn een heel ander soort accu's dan lithium-, NiMH- of NiCd-accu's. Deze kunnen vergeleken met hun hoge capaciteit slechts een geringe stroom leveren en bovendien is het laadproces heel anders. De laadstroom voor moderne loodaccu's mag niet hoger zijn dan 0,4C, optimaal voor alle loodaccu's is 1/10C.
De maximaal mogelijke laadstroom is afhankelijk van het accutype en het cellenaantal. Het max. laadvermogen bedraagt 80 W. Bevestig de ingestelde laadstroom met de knop "START". • Het aantal cellen rechtsonder op het scherm knippert. Stel het aantal cellen met de knoppen "+" en "–" in. Voor een snelle instelling dient u de betreffende knop langer ingedrukt te houden. Bevestig het aantal cellen met de knop "START".
c) Accu ontladen ("DISCHARGE") Dit accuprogramma kan worden gebruikt om deels geladen loodaccu's in een gedefinieerde uitgangstoestand te brengen of om een meting van de accucapaciteit uit te voeren. De maximaal mogelijke ontlaadstroom is afhankelijk van het accutype, de accucapaciteit en het cellenaantal. Het max. ontlaadvermogen van het laadapparaat bedraagt 5 W. Dit begrenst de max. mogelijke ontlaadstroom bij accu's met meer cellen.
14. Accugegevens opslaan/laden Het laadapparaat beschikt over 10 geheugens waarin u vaak gebruikte instellingen kunt opslaan. Zo kunnen bijvoorbeeld de gegevens (cellenaantal, laadgedrag, laadstroom) voor 3 verschillende LiPo-vliegaccu's worden opgeslagen zodat u ze niet elke keer opnieuw moet instellen. a) Accugegevens opslaan • Kies in het hoofdmenu van het laadapparaat met de knop "STOP" of "–" de functie "Memory Save". • Bevestig de keuze met de knop "START". Het geheugennummer knippert.
b) Accugegevens laden • Kies in het hoofdmenu van het laadapparaat met de knop "STOP" of "–" de functie "Memory Load". • Bevestig de keuze met de knop "START". • Kies met de knop "+" of "–" een van de 10 geheugenplaatsen (01... 10). De in het geheugen bewaarde gegevens worden op het scherm weergegeven, bijvoorbeeld accutype, accuprogramma, cellenaantal en laad- of ontlaadstroom. PROGRAM SELECT Memory Load MEMORY LiPo [01] BAL 3S 1.
15. Systeeminstellingen In de systeeminstellingen van het laadapparaat zijn diverse basisinstellingen samengevat. In de leveringstoestand zijn deze van meest voorkomende waarden voorzien. Afhankelijk van de accu's die u wilt laden of ontladen, zijn echter bepaalde wijzigingen van de waarden zinvol. Ga als volgt te werk: • Kies in het hoofdmenu van het laadapparaat met de knop "STOP" of "–" de functie "User Set". • Bevestig de keuze met de knop "START".
Spanning voor delta-U-herkenning (uitsluitend bij NiMH of NiCd) instellen Het laadapparaat gebruikt bij NiMH- en NiCd-accu's het zgn. delta-U-laadproces om te herkennen of de accu volledig opgeladen is. In de plaats van de interne basisinstelling ("Default") kan de spanningswaarde manueel worden ingegeven (in mV per cel). NiMH Sensitivity D.Peak Default NiCd Sensitivity D.Peak Default Als de waarde te hoog wordt ingesteld, herkent het laadapparaat niet dat de accu volledig is opgeladen.
Veiligheidstimer in-/uitschakelen en tijdsduur instellen Wanneer een laadproces start, start ook de interne veiligheidstimer. Wanneer het laadapparaat om een of andere reden niet kan vaststellen of de accu volledig is geladen (bijv. bij de Delta-U-herkenning), dan wordt bij een geactiveerde veiligheidstimer het laadproces na afloop van de hier ingestelde tijd automatisch beëindigd. Dit beschermt de accu tegen overlading.
Max. celspanning bij het opladen Afhankelijk van het ingestelde accutype (LiPo, Lilon, LiFe, LiHv en Pb) kan hier de maximale celspanning worden ingesteld. Het laadapparaat beëindigt het opladen wanneer alle cellen de hier ingestelde spanning hebben bereikt.
16. Voorgeschreven spanningsuitgang Het laadapparaat biedt de mogelijkheid om de laaduitgang (beide uitgangsbussen van 4 mm), zoals een normaal regelbare stekkertransformator te gebruiken. Het laadapparaat levert in dit geval aan de uitgangsbussen een gelijkspanning, een instelling tussen 5,0 V/DC tot 24,0 V/DC is mogelijk. De uitgangsstroom kan tussen 0,1 tot 10,0 A ingesteld worden. Let op dat de maximale uitgangsstroom niet mogelijk is bij maximale spanning; het laadapparaat kan max. 80 W leveren.
• Als de uitgangsstroom en/of uitgangsspanning moet worden veranderd, drukt u kort op de knop "START". Let op, belangrijk! Bij het veranderen van de uitgangsspanning kan een aangesloten verbruiker worden beschadigd. Voor u de uitgangsspanning verandert, ontkoppelt u daarom de aangesloten verbruiker van de uitgangsbussen van het laadapparaat. Hetzelfde geldt o.m. bij het veranderen van de uitgangsstroom.
17. Spanningsindicator voor lithium-accu's Het laadapparaat an de huidige spanningen van de cellen van een lithium-accu weergeven. Hiervoor moet de lithium-accu over een balanceraansluiting beschikken die aan het laadapparaat moet zijn aangesloten. Ga als volgt te werk: • Kies in het hoofdmenu van het laadapparaat met de knoppen "STOP" of "–" de functie "Battery Meter". • Bevestig de keuze met de knop "START". • Vervolgens verschijnt het spanningsindicatielampje.
18. Aanduiding van de binnenweerstand Het laadapparaat kan de binnenweerstand van de aangesloten accu weergeven. Bij meercellige lithiumaccu's is dit zelfs voor elke cel afzonderlijk mogelijk als de accu over een balancerstekker beschikt die met het laadapparaat is verbonden (via het balancerboard). Ga als volgt te werk: • Kies in het hoofdmenu van het laadapparaat met de knoppen "STOP" of "–" de functie "Battery IR". • Bevestig de keuze met de knop "START".
19. Waarschuwingen op het display REVERSE POLARITY De polariteit van de accuaansluitingen is omgedraaid. CONNECTION BREAK De verbinding met de accu is onderbroken, vb. wanneer de accu tijdens het laadproces is losgekoppeld. SHORT ERROR Aan de uitgang van het laadapparaat is een kortsluiting. INPUT VOL ERR Er werd een probleem aan de gelijkspanningsingang van het laadapparaat vastgesteld. BATTERY CHECK LOW VOLTAGE De accuspanning is te laag ingesteld.
20. Informatie van het laadapparaat Tijdens het laad-/ontlaadproces kunt u door meerdere keren op de knop "–" te drukken, diverse gegevens op het scherm weergeven. Als er gedurende enkele seconden op geen enkele knop wordt gedrukt, keert het laadapparaat terug naar de normale weergave. Welke informatie kan worden weergegeven, is afhankelijk van het aangesloten accutype. Spanning van de accu bij het einde laad-/ontlaadproces End Voltage 12.
21. Onderhoud en reiniging Het apparaat is nagenoeg onderhoudsvrij en mag absoluut niet worden geopend. Het product mag uitsluitend door een vakman of een reparatiedienst gerepareerd en onderhouden worden. Voor een reiniging moet een evt. aangesloten accu van het laadapparaat worden ontkoppeld. Als de vaste spanningsuitgang geactiveerd is, ontkoppelt u evt. een aangesloten verbruiker van het laadapparaat. Koppel vervolgens het laadapparaat los van de spannings-/stroomverzorging.
23. Technische gegevens Bedrijfsspanning ������������������������������������������ Netspanningsuitgang: 100 - 240 V/AC, 50/60Hz Gelijkspanningsingang: 11 - 18 V/DC Gebruik nooit beide ingangen tegelijkertijd. Hierdoor kan het laadapparaat beschadigd worden.
Dit is een publicatie van Conrad Electronic SE, Klaus-Conrad-Str. 1, D-92240 Hirschau (www.conrad.com). Alle rechten, vertaling inbegrepen, voorbehouden. Reproducties van welke aard dan ook, bijvoorbeeld fotokopie, microverfilming of de registratie in elektronische gegevensverwerkingsapparatuur, vereisen de schriftelijke toestemming van de uitgever. Nadruk, ook van uittreksels, verboden. De publicatie voldoet aan de technische stand bij het in druk bezorgen. Copyright 2019 by Conrad Electronic SE.