Operation Manual

30
ONDERHOUD EN REINIGING VAN DE OVEN
LET OP: geadviseerd wordt om bij de volgende handelingen
beschermende handschoenen te dragen. Het is belangrijk dat de
onderstaande aanwijzingen zorgvuldig worden opgevolgd om
eventueel persoonlijk letsel alsmede schade aan de ovendeur en
de scharnieren te voorkomen.
Laat de oven na elk gebruik afkoelen en maak hem schoon om te
voorkomen dat aangekoekte voedselresten herhaaldelijk worden
opgewarmd.
Als voedselresten vastzitten, een ovenreiniger gebruiken en de
instructies op de verpakking ervan opvolgen.
Maak de buitenkant schoon met een spons en lauw water.
Gebruik geen schuurmiddelen of pannensponsjes.
Gebruik een vloeibaar reinigingsmiddel om het venster van de
ovendeur te reinigen.
Reinig de accessoires in de afwasmachine of met de hand met een
ovenreiniger.
Belangrijk:
gebruik nooit een hogedrukspuit of een stoomreiniger.
Vervangen van het lampje
LET OP:
haal de spanning van de oven af.
Voor het vervangen van het ovenlampje
B
moet het beschermkapje
A
worden verwijderd door hem linksom te draaien.
Nadat het lampje is vervangen moet het beschermkapje
A
worden
teruggeplaatst.
NB:
gebruik alleen lampjes van 25 W, type E-14, T 300°C, die bij de
klantenservice verkrijgbaar zijn.
Demonteren van de ovendeur
(scharnieren met beweegbare hendeltjes)
Om de oven gemakkelijker te kunnen reinigen, kan de deur als volgt
worden verwijderd met behulp van de scharnieren.
De scharnieren
A
zijn voorzien van twee beweegbare hendeltjes
B
.
Als het hendeltje B wordt opgetild, wordt het scharnier uit zijn behuizing
bevrijd. De deur kan dan worden opgetild en naar buiten worden
weggehaald; pak de deur hiervoor aan weerszijden in de buurt van de
scharnieren vast.
Ga in omgekeerde volgorde te werk om de deur weer te installeren en
plaats als eerste de scharnieren weer in hun behuizing.
Vergeet niet om de twee beweegbare hendeltjes B voor het vasthaken
van de scharnieren naar beneden te duwen alvorens de deur weer te
sluiten.
Smonteren van het binnenglas van de ovendeur
(afb. 1-2)
Gebruik voor het verwijderen van het binnenglas van de deur een
muntstuk die u in de twee groeven
A
steekt om het glas op te heffen
totdat de twee pinnetjes
B
uit hun behuizingen komen (afb. 1).
Til het glas op zoals in afb. 2 is weergegeven en neem het uit de bovenste
behuizing weg.
Herhaal bovenstaande handelingen in omgekeerde volgorde om het glas
weer in de deur te monteren: plaats het glas weer in zijn behuizing door
het op de randen van de deur te laten steunen. Druk op het glas totdat
de pinnetjes weer in hun oorspronkelijke positie zitten (afb. 2).
Let na het weghalen van het glas en tijdens het schoonmaken van
de glasplaten en binnenranden van de deur goed op, omdat ze
scherp kunnen zijn als gevolg van de vervaardigingsprocessen.
afb. 1
afb. 2