Operation Manual
90
Voedseltemperatuursensor
Van de voedseltemperatuursensor kan gebruik gemaakt worden
bij alle bereidingsmethodes. Het metalen gedeelte van de sensor
moet in het voedingsmiddel gestoken worden.
Het is tevens mogelijk aardappelen, bieten, bloemkool e.d. te
bereiden, maar de temperatuur van de groente moet altijd meer
dan 90°C bedragen.
De sensor kan tevens gebruikt worden voor het regenereren van
gerechten of levensmiddelen met een zekere omvang, zodat de
temperatuur onder controle blijft. Bij een temperatuur van
bijvoorbeeld 70-75°C is het gerecht reeds gaar en gereed om
opgediend te worden.
In principe kan de sensor tevens bij professioneel bakken
gebruikt worden, maar het punt waar hij wordt ingebracht blijft
zichtbaar in het kant en klare gerecht (gaatje in de korst).
Ook in geval van de hetelucht-functie wordt het op grond van
dezelfde redenen afgeraden de sensor te gebruiken bij het
bereiden van gebak en dergelijke.
N.B.: Maak uitsluitend gebruik van de met de oven
meegeleverde temperatuursensor. Reinig de sensor
niet in de vaatwasser.
De voedseltemperatuursensor dient voor het meten van de
inwendige temperatuur van gerechten. De oven gaat
automatisch uit wanneer de ingestelde temperatuur bereikt is.
Wanneer er een bereidingstijd is ingesteld wordt deze
onderbroken door de temperatuursensor.
Het is raadzaam het gerecht uit de oven te nemen wanneer het
gaar is, anders blijft het doorkoken.
Aanbrengen van de sensor
•
Leg bij het koken met stoom groente op de geperforeerde
kookplaat, vlees op de rooster of op de bakplaat.
•
Steek de voedseltemperatuursensor (
1
) horizontaal in het
dikste punt van het te bereiden gerecht. De punt moet zich
ongeveer in het midden bevinden, zodat de meting correct
kan worden uitgevoerd. De sensor mag niet in aanraking
komen met vet of botten. Steek de stekker in het stopcontact
binnenin de oven (
2
)
.
Nadat de stekker in het stopcontact is
aangebracht geeft het display met de sensortemperatuur “- -
” aan. Deze <aanduiding blijft afgebeeld totdat de
temperatuur meer dan 30°C bedraagt.
Reinig de sensor na het gebruik zorgvuldig met een zacht,
vochtig doekje.
Instellen van de sensortemperatuur
•
Druk op de toets . Op het display verschijnt de vooraf op
70°C ingestelde sensortemperatuur.
•
Stel de gewenste temperatuur in met behulp van de regelknop
de schaal voor instelling ligt tussen de 30°C en 99°C met
stappen van telkens 1°C. Op het display verschijnt “Inwend.
voedseltemp.”.
Schakel de oven in zoals gewoonlijk. Tijdens de bereiding geeft
het display de sensortemperatuur weer.
4nl66007a.fm Page 90 Friday, June 27, 2003 2:59 PM