Operation Manual
NL49
TABEL BESCHRIJVING FUNCTIES
FUNCTIEKNOP
UIT Om de bereiding te onderbreken en de oven uit te schakelen.
LAMP Om het lampje in de oven in/uit te schakelen.
CONVENTIONEEL
Voor het bereiden van gerechten op één steunhoogte. Gebruik de derde
steunhoogte. Verwarm de oven voor op de gewenste temperatuur. Als het
thermostaatlampje uitgaat, kan het gerecht in de oven worden gezet.
TURBO HETE
LUCHT
Voor het bereiden van taarten met een vloeibare vulling (hartig of zoet) op één
steunhoogte. Deze functie kan ook worden gebruikt voor bereidingen op twee
steunhoogtes. Verwissel de gerechten tijdens de bereiding van plaats om een
gelijkmatiger bakresultaat te krijgen. Gebruik de derde steunhoogte voor
bereidingen op één plaat en de eerste en vierde steunhoogte voor bereidingen op
twee steunhoogtes. Verwarm de oven eerst voor.
GRILL
Voor het grillen van karbonades, spiezen en worstjes; het gratineren van groente
en voor een bruine korst op brood. Zet het gerecht op de vierde of vijfde
steunhoogte. Voor het grillen van vlees wordt geadviseerd de opvangbak te
gebruiken om het braadvet op te vangen. Plaats de opvangbak op de derde of
vierde steunhoogte en giet er ongeveer een halve liter water in. Verwarm de oven
3-5 minuten voor. Tijdens de bereiding moet de ovendeur dicht blijven.
TURBO GRILL
Voor het grillen van grote stukken vlees (lamsbouten, rosbief, hele kip). Zet het
vlees op de middelste steunhoogtes. Geadviseerd wordt de opvangbak te
gebruiken om het braadvet op te vangen. Plaats de opvangbak op de eerste of
tweede steunhoogte en giet er ongeveer een halve liter water in. Aanbevolen
wordt om het vlees tijdens de bereiding om te keren om een gelijkmatige bruining
aan beide kanten te verkrijgen. De oven hoeft niet voorverwarmd te worden.
Tijdens de bereiding moet de deur van de oven dicht blijven.
ONTDOOIEN
Voor het versnellen van het ontdooien van voedsel. Plaats het voedsel op de
middelste steunhoogte. Laat het voedsel in de verpakking zitten zodat het niet
uitdroogt.