NL INHOUD VOOR HET GEBRUIK VAN DE KOELKAST PAGINA 37 MILIEUTIPS PAGINA 37 ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN PAGINA 38 GEBRUIK VAN HET KOELVAK PAGINA 39 DE FRESHBOX GEBRUIKEN PAGINA 41 GEBRUIK VAN HET VRIESVAK PAGINA 42 HET APPARAAT ONTDOOIEN PAGINA 43 REINIGING EN ONDERHOUD PAGINA 44 STORINGEN OPSPOREN PAGINA 45 KLANTENSERVICE PAGINA 46 INSTALLATIE PAGINA 46 36
VOOR HET GEBRUIK VAN DE KOELKAST Het door u aangeschafte product is uitsluitend voor huishoudelijk gebruik bestemd. Bewaar dit boekje voor toekomstige raadpleging. Het vriesvak is uitstekend geschikt voor het invriezen van vers en gekookt voedsel, het maken van ijsblokjes en het bewaren van diepvriesproducten en ingevroren levensmiddelen. Het vak moet handmatig worden ontdooid. 1. Controleer na het uitpakken van het apparaat of de deur goed sluit.
ALGEMENE VOORZORGSMAATREGELEN EN ADVIEZEN • • • • • • • Gebruik het koelvak uitsluitend voor het bewaren van verse levensmiddelen en het vriesvak uitsluitend voor het maken van ijsblokjes, het bewaren van diepvriesproducten en het invriezen van verse levensmiddelen. Let erop dat de ventilatie-openingen van het apparaat niet worden afgedekt of verstopt raken. Zet geen vloeistoffen in glas in het vriesvak want deze kunnen ontploffen.
GEBRUIK VAN HET KOELVAK Ingebruikneming van het apparaat 1. Steek de stekker in het stopcontact. 2. Als de stekker in het stopcontact gestoken wordt gaat het rode knipperende lampje (F) 4 branden, dat verbonden is met een geluidssignaal. Dit wil zeggen dat in de vakken nog niet de juiste temperaturen bereikt zijn voor het bewaren van het voedsel. 3. Druk op de drukknop van het rode lampje (F) 4 om het geluidssignaal uit te zetten. 4.
GEBRUIK VAN HET KOELVAK Alarm koelkastdeur open 4 Het apparaat is in staat te waarschuwen als de deur onopzettelijk twee minuten lang open is gebleven, via het geluidssignaal het knipperen van het rode alarmlampje van toets (F) en via de knipperende binnenverlichting. Het alarm wordt uitgeschakeld door de deur zelf te sluiten.
DE FRESHBOX GEBRUIKEN Het apparaat heeft een speciaal ontwikkeld vak voor het bewaren van Vlees en Vis. Om deze reden wordt de temperatuur in het vak ongeveer 3-5° C lager gehouden dan de rest van het koelvak. Zodoende kan de conservering van vers voedsel (vlees en vis) aanzienlijk worden verlengd, zonder dat het hoeft te worden ingevroren en zonder de voedingswaarden en de oorspronkelijke versheid aan te tasten.
GEBRUIK VAN HET VRIESVAK In het vriesvak worden ingevroren. kan ook vers voedsel De hoeveelheid verse levensmiddelen die in 24 uur kan worden ingevroren is aangegeven op het serienummerplaatje. Invriezen van vers voedsel Druk op de invriesknop (E); het gele lampje gaat branden en blijft dat doen gedurende de hele invriesperiode. • Afb. 1 De geadviseerde plaats voor het in te vriezen voedsel is te zien op Afb. 2, als er een rooster aanwezig is, of die op Afb. 3 als het rooster niet bijgeleverd is.
HET GEBRUIK VAN HET VRIESVAK Bij de aankoop van diepvriesproducten moet u op de volgende punten letten: • De verpakking of het pak moet onbeschadigd zijn, omdat het product anders kan bederven. Als een pakje bol staat of als er vochtplekken op zitten, is het niet onder optimale omstandigheden bewaard en kan het al gedeeltelijk zijn ontdooid. • De diepvriesproducten dienen als laatste te worden gekocht en in isolerende tassen te worden vervoerd.
HET APPARAAT ONTDOOIEN Het vriesvak ontdooien Wij raden u aan het vriesvak een of twee maal per jaar te ontdooien, of wanneer de ijsvorming op de koelroosters te dik is geworden. IJsvorming is een normaal verschijnsel. De hoeveelheid en de snelheid waarmee zich het ijs vormt, hangt af van de omgeving waarin het apparaat zich bevindt en van de frequentie waarmee de deur van het vriesvak wordt geopend. De ijsvorming is het grootst op het bovenste gedeelte van het vak.
STORINGEN OPSPOREN 9. Het geluidsalarm en de knipperende lampjes van de toets (F) 4 en van de temperatuurwijzers 6° + 7° (C) zijn ingeschakeld. 1. Het apparaat werkt niet. • Is de stroom uitgevallen? • Zit de stekker goed in het stopcontact? • Is de zekering doorgebrand? • Zijn er kort geleden nog warme levensmiddelen in de koelkast gezet? • Is de voedingskabel beschadigd? • Is de deur vaak geopend bij een hoge omgevingstemperatuur? 2. De temperatuur in de vakken is te hoog.
KLANTENSERVICE Voordat u contact opneemt met de Klantenservice: 1. Ga na of u de storingen niet zelf kunt verhelpen (zie “Storingen opsporen”). 2. Zet het apparaat opnieuw aan om te zien of het ongemak is verholpen. Is dit niet het geval, schakel het apparaat dan opnieuw uit en herhaal de handeling na een uur. 3. Als dit ook niet helpt, wendt u dan tot onze Klantenservice. Vermeld de volgende gegevens: • de aard van de storing. • het model.