Use and care guide
20
ENERGIEBESPARING
• Zorg voor het verlagen van de droogtijd
dat het wasgoed met de hoogst mogelijke
centrifugeersnelheid van het wasprogramma wordt
gecentrifugeerd . Dit verlaagt het vochtgehalte in
het wasgoed.
• Droog bij voorkeur een volledige lading,
zoals aangegeven in de Programmatabel. Dit
optimaliseert het betreffende energieverbruik.
• Het wasgoed niet te droog laten worden.
• Na elke droogcyclus het deurfilter reinigen.
• Het onderste filter na vijf cyclussen reinigen.
• De optimale omgevingstemperatuur is tussen
15°C en 20°C . Bij een hogere temperatuur de kamer
luchten.
• De "Delicaat" optie alleen bij kleine ladingen
gebruiken.
• Bij het drogen van katoenen of synthetische was
strijkdroog en kastdroog wasgoed tegelijk laten
draaien. Het programma starten met droogniveau
Strijkdroog. Aan het einde van het programma het
wasgoed dat gestreken moet worden verwijderen.
Beëindig het droogproces voor de resterende
lading met droogniveau Kastdroog.
ENERGIEBESPARING
AUTOMATISCHE UITSCHAKELING De droger is ontworpen om energie te besparen.
Nadat het programma is voltooid wordt het
daarom automatisch na ongeveer een kwartier
uitgeschakeld.