Operation Manual
NL 7
ONDERHOUD EN REINIGING
Behuizing en bedieningspaneel
•
Kunnen afgenomen worden met een zachte 
vochtige doek.
•
U kunt ook een klein beetje neutraal 
reinigingsmiddel (geen schuurmiddel) gebruiken.
•
Maak de oppervlakken droog met een zachte doek.
Binnenste van het apparaat
•
Laat de deur na het wassen enige tijd open, zodat 
de binnenkant van het apparaat kan drogen.
•
Als u zelden of nooit op 95°C wast, adviseren wij 
om zo nu en dan een 95°C programma te laten 
draaien zonder wasgoed, met een klein beetje 
wasmiddel, om het apparaat van binnen schoon 
te houden.
Deurafdichting
•
Maak de deurafdichting na iedere wasbeurt droog 
met een absorberende katoenen doek; zorg ervoor 
dat de deurafdichting helemaal droog is voordat u 
de deur van de lege wasmachine dichtdoet.
•
Controleer regelmatig de toestand van de 
deurafdichting.
Filter
•
Controleer het filter regelmatig, minstens twee 
of drie maal per jaar, en reinig het (zie “Afvoeren 
van restwater/Reinigen van het filter”).
Gebruik geen brandbare vloeistoffen 
voor het reinigen van het apparaat.
Doseerbakje wasmiddel
Maak de wasmiddellade en het vak voor de lade regelmatig 
schoon, minstens drie of vier keer per jaar, om te voorkomen 
dat het wasmiddel zich ophoopt.
Reinigen van het doseerbakje:
1.
Druk de hendel in het bakje voor hoofdwasmiddel naar beneden 
en haal de lade uit het vak (zie de pijl omlaag).
2.
Verwijder het afdekrooster van het bakje voor de wasverzachter. 
Verwijder de verdeler uit het bakje voor het hoofdwasmiddel door 
hem omhoog te trekken (zie de pijlen omhoog).
3.
Spoel alle onderdelen schoon onder stromend water.
4.
Maak het vak voor de wasmiddellade schoon met een vochtige doek.
5.
Plaats de verdeler en het afdekrooster in de wasmiddellade en 
duw de lade terug in de hiervoor bestemde ruimte.
Watertoevoerslang(en) (afbeelding A, B of C - 
afhankelijk van het model)
Controleer de slang regelmatig op barsten of scheuren. Als een 
toevoerslang schade vertoont, vervang deze dan door een nieuwe 
slang van hetzelfde type, verkrijgbaar bij onze Klantenservice of bij 
uw speciaalzaak.
Als de watertoevoerslang van uw wasmachine overeenkomt met 
het model op afbeelding “
B
”, controleer dan regelmatig het 
inspectievenster van de veiligheidsklep: als dit rood is, dan is de 
waterstopfunctie van de slang ingeschakeld en moet de slang 
vervangen worden door een nieuw exemplaar. Een nieuwe slang is 
verkrijgbaar bij onze Klantenservice of bij uw speciaalzaak.
Als uw toevoerslang een transparante coating heeft (afb. “
B
”), 
controleer dan regelmatig de kleur van de transparante coating. Als 
de kleur van de slang plaatselijk intens wordt, is dit een indicatie dat 
er mogelijk een lek is in de slang, en dat hij vervangen moet worden 
Neem contact op met de Klantenservice of uw speciaalzaak voor 
een nieuwe slang.
Reinigen van het filter in de watertoevoerslang(en)
1.
Sluit de kraan en draai de toevoerslang van de kraan los.
2.
Reinig het filter van de slang en schroef de watertoevoerslang 
weer vast op de kraan.
3.
Schroef nu de toevoerslang aan de achterkant van de 
wasmachine los.
4.
Trek het filter van de wasmachineaansluiting met behulp van een 
combinatietang en reinig het filter.
5.
Zet het filter weer terug en schroef de toevoerslang weer vast.
6.
Draai de kraan open en controleer of de verbindingen niet lekken.
B
Inspectie-
venster
veiligheidsklep
C
A
40105540NL.fm Page 7 Tuesday, January 5, 2010 10:30 AM
Black process 45.0° 130.0 LPI 










