Operation Manual

33
toegankelijke locatie in de buurt van het apparaat. De aftakdoos
moet ook toegankelijk zijn zelfs wanneer uw magnetron in de
behuizing is geplaatst.
o De bedrading in het netsnoer is als volgt gekleurd:
Bruin onder spanning
Blauw neutraal
Groen en geel aarde
o Als de kleuren van de draden in het netsnoer van het apparaat
niet overeenkomen met de gekleurde markeringen op de
klemmen in uw aftakdoos, gaat u als volgt te werk:
De bruine draad moet worden aangesloten op de klem met "L"
(Live, oftewel onder spanning), of de roodgekleurde klem.
De blauwe draad moet worden aangesloten op de klem met
"N" (neutraal), of de zwartgekleurde klem.
De groene en gele draad moeten worden aangesloten op de
klem met ā€œEā€ (Earth, oftewel aarde) of het aardesymbool, of de
groen- en geelgekleurde klem.
o Wanneer de aansluiting is voltooid, mogen er geen losse of
gesneden draden aanwezig zijn. De snoerklem moet zijn
vastgemaakt aan de buitenkabelmantel.
o Gebroken of beschadigde stroomkabels mogen alleen vervangen
worden door een voldoende gekwalificeerde persoon. Een snoer
van een vergelijkbaar type moet worden gebruikt ter
vervanging.
Alvorens te beginnen met de installatie van het
apparaat, moet u controleren of er geen tekenen van
schade zijn (aan de binnen- of buitenkant van de
magnetron), en dat er zich geen
verpakkingsmateriaal of accessoires in de holte
bevinden. Verwijder het beschermende laagje van de
magnetron.