Operation Manual

Monteer de computerhouder op de tweetde fiets zoals aangegeven op pagina 5.
Monteer de snelheidssensor en wielmagneet op de tweede fiets zoals aangegeven op pagina 5.
Monteer de trapfrequentiemagneet en sensor op de tweede fiets zoals aangegeven op pagina 7.
1. Start met het DISTANCE (afstand) menu (TRIP DIST in het scherm). Druk op de + knop voor 3
seconden. De tweede fiets is geselecteerd als de is gewijzigd in op het scherm.
HOOFDSTUK 4A : EXTRA INSTELLINGEN : INSTELLEN TWEEDE FIETS
INSTELLEN TWEEDE FIETS
2. Druk op de M knop voor 3 seconden om de wielmaat in te stellen. Volg de stappen zoals be-
schreven op pagina 14.
3. Druk op de M en F knop voor 3 seconden om het paren van de snelheidssensor en de trapfre-
quentiesensor (indien van toepassing) op de tweede fiets te starten. Zorg ervoor dat de af-
stand
tussen fiets 1 en fiets 2 minimaal 10 meter is.
4. Om te schakelen tussen fiets 1 en fiets 2, start met het DISTANCE (afstand) menu (TRIP DIST in
het scherm). Druk op de + knop voor 3 seconden.
2
3
3s 3s
1
3s
3s
22
1 2