Operation Manual

HOOFDSTUK 1A : MONTAGE - ONDERDELEN
1. Monteer met een Phillips schroevendraaier de wielmagneet op een spaak.
2. Plaats de snelheidssensor op de voorvork en lijn de sensor uit met de wielmagneet. Indien-
nodig, de wielmagneet verplaatsen. Als de sensor goed is uitgelijnd, plaats twee kabelbinders
door de snelheidssensor en rond de vork.
3. Controleer de positie van de snelheidssensor en trek de kabelbinders strak. De afstand tussen
de wielmagneet en het contactpunt op de sensor mag maximaal 5mm zijn.
4. Knip de overtollige lengte van de kabelbinders af.
MONTAGE VAN DE WIELMAGNEET EN SNELHEIDSSENSOR
1
2
4
5. De computerhouder kan zowel op het stuur als op de stuurpen gemonteerd worden. De houder
is standaard gemonteerd voor plaatsing op het stuur.
6. Indien de houder op de stuurpen gemonteerd moet worden, draai de 4 schroeven aan de
achterzijde van de houder los en draai de houder 90 graden. Monteer de 4 schroeven.
7. Plaats twee kabelbinders door de houder en rond het stuur of de stuurpen. Knip de overtollige
lengte van de kabelbinders af.
8. Plaats de BBB computer in de houder en draai deze met de klok mee, zodat de computer vast
klikt.
MONTAGE VAN DE COMPUTERHOUDER
5