Operation Manual
HOOFDSTUK 1C : MONTAGE - Trapfrequentie
1. Monteer de trapfrequentiemagneet aan de crank waar niet de kettingbladen op gemonteerd
zijn.
2. Monteer de trapfrequentiesensor op de liggende achterbrug.
3. Plaats de trapfrequentiesensor zodat de magneet en de sensor goed zijn uitgelijnd. Verplaats
eventueel de magneet. De afstand tussen de magneet en het contactpunt op de sensor mag
maximaal 3mm zijn. Als de sensor goed is uitgelijnd, plaats twee kabelbinders door de sensor
en rond de liggende achterbrug.
4. Knip de overtollige lengte van de kabelbinders af.
MONTAGE VAN DE TrapfrequentieMAGNEET EN TrapfrequentieSENSOR
1
2
4
De sensor bevat een batterij in de verpakking. Volg onderstaande instructies om de
batterij te vervangen als deze leeg is.
1. Open de batterijdeksel door deze, tegen de richting van de klok in, te draaien.
2. Plaats een batterij (CR 2032) met de negatieve zijde (-) naar boven voor 3 seconden. De
sensor wordt gereset.
3. Plaats een batterij (CR 2032) met de positieve zijde (+) naar boven. Sluit de batterijdeksel
door deze, met de richting van de klok mee, te draaien.
Lever lege batterijen in volgens de lokale regelgeving.
ยป VERVANGEN VAN DE BATTERIJ IN DE TrapfrequentieSENSOR
7
1
2
+
3s