Operation Manual

137
*HEUXLNHUVPHQX
2SWLPDOHRQWYDQJVWLQVWHOOHQ06
Om storingen en terugkaatsing bij de ontvangst te onderdruk-
ken, kunt u drie verschillende instellingen voor een optimale
ontvangst instellen.
Gebruikersmenu oproepen. Druk op de multifunctionele toets
om
;,9,6, 656 of <;6 te selecteren.
<;6: Instelling voor normaal gebruik, dat wil zeggen dat
de radio naargelang de ontvangststerkte van stereo op
mono overschakelt (deze instelling biedt voor bijna alle
ontvangstgebieden de optimale instelling).
;,9,6: Instelling voor bijzondere ontvangstsituaties.
Het apparaat is steeds op stereo ingesteld.
656: Instelling voor ontvangstsituaties waarbij stan-
daard sprake is van terugkaatsing. Het apparaat is steeds
op mono ingesteld.
De instelling werkt meteen en blijft ook bij het uitschakelen
behouden.
.QLSSHUOLFKWLQVWHOOHQ/HG
Met behulp van deze functie kan het knipperlicht (dat gaat
knipperen als het apparaat is uitgeschakeld) in- of uitgescha-
keld worden.
Gebruikersmenu oproepen. Druk op de multifunctionele toets
om
)305205. (LED ingeschakeld) of 6-- (LED uit-
geschakeld) te selecteren.
De instelling wordt automatisch opgeslagen.
,QVWHOOLQJQDYLJDWLHDDQZLM]LQJ1DY
Met deze functie kunt u de weergave van navigatie-aanwij-
zingen instellen.
653@ - De audioweergave wordt uitgezet en alleen de na-
vigatie-aanwijzing is te horen.
40?,+ - De audioweergave die u beluistert, wordt zachter
gezet. De navigatie-aanwijzing is ingesteld op hetzelfde
volume als de oorspronkelijke audioweergave, maar kan
binnen een bandbreedte van +/-6 dB worden geregeld.
Wanneer het volume van de audioweergave vervolgens
wordt veranderd, dan wordt ook het volume van de navi-
gatie-aanwijzing veranderd.
F
YE1"/",
(3 !,3 63 *+ ,+ F SM
,+
"!E)&+(&+$
(3 !,3 63 *+ ,+ F SM