Gebruiksanwijzing / Montagehandleiding Betjeningsvejledning / Monteringsvejledning Bruksanvisning / Monteringsanvisning
Inhoud Veiligheidsvoorschriften Richtlijnen m.b.t. de verkeersveiligheid Overzicht knoppen Beveiliging tegen diefstal Codenummer invoeren Frontje verwijderen Frontje plaatsen Algemene bediening In-/uitschakelen Volume instellen Klankmenu activeren Laagweergave (bass) instellen Hoogweergave (treble) instellen Fader (faderregeling) Balans instellen Lineaire instelling Subwoofer- resp.
Inhoud Radio Radioweergave inschakelen Modus radiomenu inschakelen FM-band instellen AM-band instellen Instelmogelijkheden voor de selectie van zenders Dynamische Autostore (FM-DAS) Zenderzoekfunctie FM - DAS Zenderzoekfunctie MW, LW, SW Scan-zoekfunctie Zenders filteren bij FM-DAS Programmatype selecteren (PTY) Weergave van PTY in-/uitschakelen Zender oproepen/opslaan bij FM Zenders opvragen/opslaan MW, LW, SW Autostore AM, LW Handmatig instellen FM Handmatige afstemming MW, LW, SW Regio’s Regionaalfunct
Inhoud Aantal tracks en totale looptijd weergeven Namen van cd’s Filterfunctie bij cd’s Gebruikersinstellingen Gebruikersinstellingen opvragen/verlaten GAL instellen Functies bij MUTE-instelling telefoon (Tel) Helderheid display (Lum) Knipperende diode instellen (LED) Optimale ontvangst instellen (M/S) Instelling navigatie-aanwijzing (Nav) AUX-ingang (Aux) Weergave kompas (Cmp) Volume signaaltoon (Bev) Servicemenu Servicemenu oproepen/ verlaten Reset cd-wisselaar Resetactivering apparaat Toelichting RDS-
GVeiligheidsvoorschriften Het toestel mag alleen worden bediend als de verkeerssituatie dit toelaat en u er geheel zeker van bent dat u zelf, uw medepassagiers of andere verkeersdeelnemers geen gevaar lopen, worden gehinderd of worden gestoord. In elk geval zijn de voorschriften van de Wegenverkeerswet van toepassing. De plaats van bestemming mag alleen worden ingevoerd als de wagen stilstaat. Het navigatiesysteem is maar een hulpmiddel, in sommige gevallen kunnen de gegevens onjuist zijn.
Richtlijnen m.b.t. de verkeersveiligheid Deze autoradio is bedoeld en goedgekeurd voor inbouw en gebruik in personenauto’s, bedrijfauto’s en bussen (voertuigklasse M, N en O) met een boordnetspanning van 12 V. Wij raden u aan om het apparaat uitsluitend door deskundig personeel te laten inbouwen resp. onderhouden. Bij een verkeerde montage resp. slecht onderhoud kunnen storingen in de voertuigsystemen optreden. Volg de veiligheidsrichtlijnen van de autofabrikant op.
Overzicht knoppen 2 3 4 6 5 7 8 9 10 1 12 11 Overzicht knoppen 1 2 3 4 5 6 Linker draaiknop (INFO) Knop aan/uit ( ) Klankknop ( ) Knop voor verkeersinformatie ( ) LED Omschakelen naar cd-weergave ( ) 7 8 9 10 11 12 Omschakelen naar radioweergave ( Omschakeling navigatie ( ) Uitwerpknop voor cd ( ) Rechter draaiknop (OK) Multifunctionele knoppen Display ) 7
Beveiliging tegen diefstal Beveiliging tegen diefstal Codenummer invoeren Als de autoradio van de stroomvoorziening wordt losgekoppeld, is de radio bij een volgende aansluiting beveiligd tegen diefstal. Als u de radio inschakelt met behulp van de knop wordt de melding Enter Code Number weergegeven. X Knop via de multifunctionele knoppen de 5-cijferige code in. Aanwijzing: De CODE CARD moet buiten de wagen op een veilige plaats worden bewaard. De kaart kan zodoende niet onrechtmatig gebruikt worden.
Beveiliging tegen diefstal Frontje verwijderen U kunt het frontje (A) verwijderen. Dit is een effectieve beveiliging tegen diefstal. Houd hiervoor knop kort ingedrukt (gegevensdrager blijft in het apparaat). Het display klapt naar voren. X Trek het frontje los. X A Na het wegklappen van het display wordt de toon op maximaal volume begrensd. Na 20 seconden hoort u een pieptoon als teken dat het bedieningsgedeelte is weggeklapt. Daarna wordt het apparaat uitgeschakeld.
Algemene bediening Algemene bediening In-/uitschakelen X Druk op de knop . Het is tevens mogelijk om het toestel in en uit te schakelen door de wagen op contact resp. van contact af te zetten. Als u de radio via het contactslot inschakelt, moet deze vooraf ook daarmee zijn uitgeschakeld. Als u de wagen van contact af zet, kunt u voorkomen dat de radio wordt uitgeschakeld door binnen 3 seconden op knop te drukken.
Algemene bediening Fader (faderregeling) X Druk op knop en vervolgens op de multifunctionele knop . Lineaire instelling Loudness in-/uitschakelen De klankbalans voor de op dat moment geselecteerde signaalbron (bijv. FM) kan op een gemiddelde waarde worden afgesteld. X Druk op knop en vervolgens op de multifunctionele knop . X Kies met de multifunctionele knop tussen Loudness aan (ON) resp. Loudness uit (OFF). X X Stel vervolgens met de rechter draaiknop de gewenste waarde voor de fader in.
Navigatie Gebruiksmodus Navigatie Wat is navigatie? Onder navigatie (lat. navigare = op zee varen) verstaat men in het algemeen de plaatsbepaling van een voertuig, de bepaling van de richting en de afstand tot de bestemming en het uitzetten van de route ernaar toe. Als hulpmiddelen bij het navigeren worden o.a. sterren, markante punten, kompas en satellieten gebruikt. Bij de Becker Indianpolis vindt het bepalen van de positie plaats via de GPSontvanger (GPS = Global Positioning System).
Gebruiksmodus Navigatie Er is zoveel mogelijk rekening gehouden met eenrichtingswegen, voetgangersgebieden, plaatsen waar een verbod geldt om af te slaan en andere verkeersregelingen. Vanwege het feit dat het wegennet en de bijbehorende verkeersbepalingen doorlopend worden gewijzigd, kan het voorkomen dat de gegevens op de navigatiecd en de plaatselijke situatie niet geheel overeenkomen.
Navigatie Algemene aanwijzingen • Tijdens het gebruik van het navigatiesysteem kan de radio of cd-speler worden beluisterd. Rechts op het display worden de afstand tot de volgende melding en naargelang de instelling onder 'Weergave van de tijd instellen' op pagina 44 tevens de vermoedelijke aankomsttijd, de actuele tijd of de resterende rijtijd getoond. • Tijdens de actieve begeleiding naar de bestemming kan de radio worden ingeschakeld door op de knop te drukken.
Gebruiksmodus Navigatie Navigatie kiezen X Druk op de knop . Hierna verschijnt het basismenu van het navigatiesysteem. Aanwijzing: Als het navigatiesysteem voor het eerst wordt opgestart, moet de navigatie-cd worden geladen. Wanneer de kalibrering van het navigatiesysteem nog niet is voltooid, vraagt het systeem om een kalibreringsrit. Zie 'Kalibrering' op pagina 99. Om het navigatiesysteem in gebruik te nemen, hebt u een navigatie-cd met de gegevens van het bestemmingsland nodig.
Navigatie • VORIGE BEST. Er wordt een lijst met de laatste 50 bereikte bestemmingen weergegeven. Selecteer met de rechter draaiknop de gewenste bestemming. Voor de bevestiging met de rechter draaiknop kunt op de linker draaiknop drukken om bestemmingsinformatie op te vragen. Een tussenstop wordt niet als laatste bestemming opgeslagen. 16 Bestemming X In het basismenu van het navigatiesysteem met de rechter draaiknop BESTEMMING kiezen en bevestigen door de knop in te drukken.
Gebruiksmodus Navigatie Plaats van bestemming invoeren De plaats die het laatst werd ingevoerd, wordt weergegeven. Wanneer u een bestemming in de aangegeven plaats wilt invoeren, kunt u meteen STRAAT of CENTRUM kiezen. X Als uw bestemming in een andere plaats ligt, selecteert u deze bestemming met de rechter draaiknop . Vervolgens bevestigt u dit door op de knop te drukken. Door de multifunctionele knop langer dan 2 seconden ingedrukt te houden, wist u de complete invoer.
Navigatie Wanneer de ingevoerde plaats duidelijk is, wordt naar de invoer van de straat of het centrum doorgeschakeld. Wanneer de ingevoerde plaats geen straten heeft of wanneer alleen het centrum kan worden gekozen, wordt meteen naar het routemenu doorgeschakeld. Wanneer de ingevoerde plaatsnaam niet eenduidig is, dan verschijnt de lijst met plaatsen die erop lijken. X Selecteer de plaats met de rechter draaiknop en bevestig deze door op de knop te drukken.
Gebruiksmodus Navigatie Straat van de bestemming invoeren X X Selecteer met de rechter draaiknop STRAAT en bevestig dit door op de knop te drukken. Kies achtereenvolgens de letters van de plaatsnaam door aan de rechter draaiknop te draaien. Bevestig uw keuze door telkens op de knop te drukken. De geselecteerde letter wordt rechts uitvergroot weergegeven. Met de multifunctionele knop wist u de letter die u als laatste hebt bevestigd.
Navigatie Centrum van de plaats van bestemming invoeren X Selecteer met de rechter draaiknop CENTRUM en bevestig dit door op de knop te drukken. Wanneer de eerder gekozen plaats slechts één centrum heeft, wordt er meteen naar het routemenu doorgeschakeld. Wanneer het aantal centra minder is dan 10, wordt de centrumlijst getoond. X Selecteer het centrum door de rechter draaiknop te draaien en bevestig dit door op de knop te drukken.
Gebruiksmodus Navigatie Aanwijzing: Als u langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop drukt, zonder van tevoren een letter te hebben geselecteerd, verschijnt onmiddellijk de lijst met mogelijke centra. X U bevestigt de ingevoerde gegevens door langer dan 2 seconden op de rechter draaiknop te drukken. of X Kies het haakje en druk de rechter draaiknop kort in.
Navigatie Routemenu U maakt uw keuze BEST. IN GEHEUGEN, START-SNELLE R, (START-KORTE R. resp. START-DYN.RTE.) HUISNUMMER, KRUISING en ROUTEOPTIES door te draaien aan de rechter draaiknop; druk deze in om uw keuze te bevestigen . • BEST. IN GEHEUGEN Brengt u naar het invoermenu voor het BEST. GEHEUGEN (pagina 24). • START-SNELLE R, START-KORTE R. resp. START-DYN.RTE. start de navigatie. Tegelijkertijd verschijnt informatie over de momenteel ingestelde routekeuze (-KORTE R.
Gebruiksmodus Navigatie Als u ROUTEOPTIES kiest, kunt de route-opties kiezen. X Selecteer dit door de rechter draaiknop te draaien en bevestig uw keuze door op de draaiknop te drukken. Kruising in de straat van bestemming selecteren X X Selecteer in het routemenu met de rechter draaiknop KRUISING en bevestig dit door op de knop te drukken. Selecteer de kruising in de straat van bestemming door de rechter draaiknop te draaien en bevestig dit door op de knop te drukken.
Navigatie • RESTRIKTIES Biedt u de keuze om snelwegen, veerboten of tolwegen te vermijden. X Maak uw keuze door de rechter draaiknop te draaien en bevestig de instellingen door op de knop te drukken. Als u langer dan 2 seconden op de draaiknop drukt, worden alle instellingen overgenomen. Vervolgens verlaat u het menu. Aanwijzing: Routes zonder snelweg kunnen alleen binnen een gebied tot ca. 200 km worden berekend (al naar gelang de mate waarin de wegenkaart voor het gebied is gedigitaliseerd).
Gebruiksmodus Navigatie Opgeslagen bestemmingen wissen X X Bestemmingsgeheugen selecteren (zie pagina 35). Selecteer de te wissen bestemming met de rechter draaiknop en druk de multifunctionele knop . Bestemmingsgeheugen vol Verschijnt als de bestemmingsgeheugen vol is en geen verdere doelen kunnen worden opgeslagen. Door op de rechter draaiknop te drukken, wordt de bestemmingsgeheugen opgeroepen.
Navigatie • BIJZONDERE BEST. (zie pagina 35) hiermee kunt u bijzondere bestemmingen als tussenstoppen selecteren via OMGEVING, NABIJ BESTEMMING en PLAATS/LAND. Dit zijn bijv. tankstations of vliegvelden. Tussenstop wissen X Druk op de multifunctionele knop . X Druk op de rechter draaiknop om de navigatie naar de tussenstop te starten.
Gebruiksmodus Navigatie Te vermijden sector wissen X Druk op de multifunctionele knop . X Druk binnen 8 seconden op de rechter draaiknop om een te vermijden sector te wissen. Navigatie afbreken Toelichting bij de navigatie X Druk op de knop . X De navigatie wordt afgebroken, als u binnen 8 seconden op de rechter draaiknop drukt. Anders gaat het programma door met de navigatie naar de bestemming.
Navigatie GGevaar voor ongevallen • 'Na 300 meter rechts afslaan'. Bij het rijden van een voertuig in het verkeer zijn de geldende verkeersregels te allen tijde bepalend. Het navigatiesysteem is maar een hulpmiddel, in sommige gevallen kunnen de gegevens onjuist zijn. De bestuurder moet in elke situatie zelf besluiten of hij de gegevens betrouwbaar vindt. Wij zijn in geen geval aansprakelijk voor onjuiste gegevens in het navigatiesysteem. De markeringspijl " geeft de straat weer, waar u moet afslaan.
Gebruiksmodus Navigatie • 'Nu rechtdoor rijden'. Hier moet u rechtdoor rijden. • 'Volg de richtingspijlen'. Dit duidt aan, dat u zich op een nietgedigitaliseerde straat bevindt (bijv. parkeerplaats, garage, parkeergarage) die geen deel uitmaakt van de digitale wegenkaart. De pijl geeft de richting (hemelsbreed) naar de bestemming aan. • 'Na 2 kilometer rechts aanhouden'. Rechts aanhouden betekent, dat de straat zich splitst en dat u de betreffende rijrichting moet volgen.
Navigatie Wat is dynamische navigatie? Dynamische navigatie Met dynamische navigatie wordt de route berekend, rekening houdend met de actuele verkeersberichten. De verkeersberichten worden door een TMC-radiozender naast het normale radioprogramma uitgezonden en door het navigatiesysteem ontvangen en verwerkt. De ontvangst van deze verkeersberichten is kosteloos. In het routemenu kan door het kiezen van START-DYN.RTE. de dynamische navigatie worden gestart.
Gebruiksmodus Navigatie Verkeersinformatie weergeven Actuele verkeersberichten kunnen in niet-gecodeerde tekst worden weergegeven. Actuele verkeersinformatie kan op verschillende manieren worden opgeroepen. Verkeersinformatie kan met de multifunctionele knop en op het navigatiedisplay en bij niet actieve navigatie in het informatiemenu met de multifunctionele knop worden opgeroepen.
Navigatie Informatie tijdens de navigatie Indien er schuifpijlen te zien zijn aan de rechterrand van het display, bestaat de verkeersinformatie uit meer dan 3 regels. X Door op de knop te drukken, keert het systeem terug naar de lijst van actuele verkeersmeldingen. Druk op de linker draaiknop . De bestemming, de reisafstand en de vermoedelijke aankomsttijd worden getoond. X Druk op de linker draaiknop . X Druk op de multifunctionele knop .
Gebruiksmodus Navigatie Instellingen weergeven Actuele tijd oproepen Huidige positie oproepen X Druk tijdens de navigatie op de linker draaiknop . X Druk tijdens de navigatie op de linker draaiknop . Tijdens de navigatie kan de momentele positie worden opgeroepen. X Druk op de multifunctionele knop . X Druk op de multifunctionele knop . X De instellingen worden in een lijst weergegeven. X Door de rechter draaiknop te draaien, kan in de lijst worden gescrolld.
Navigatie Roep bij niet actieve navigatie het informatiemenu op door op de linker draaiknop te drukken. X Druk op de multifunctionele knop . De momentele positie met de naam van de straat (voorzover deze aanwezig is), de lengte- en breedtegraad, de hoogte boven de zeespiegel en het aantal te ontvangen satellieten worden weergegeven. X U keert terug naar het navigatiescherm door op de rechter draaiknop resp. knop te drukken.
Gebruiksmodus Navigatie Bestemmingsgeheugen X Selecteer in het navigatiemenu met de rechter draaiknop BEST. GEHEUGEN en bevestig dit door op de knop te drukken. Het bestemmingsgeheugen bevat door u opgeslagen bestemmingen. Als deze eenmaal zijn opgeslagen, hoeft u deze bestemmingen niet steeds handmatig in te voeren. Bijzondere bestemmingen Menu voor het selecteren van bijzondere bestemmingen uit een bestaande lijst. Bijzondere bestemmingen zijn bijv. tankstations, vliegvelden of ziekenhuizen.
Navigatie Wanneer u op de linker draaiknop drukt, wordt de informatie over de gekozen bestemming weergegeven (bijv. een ziekenhuis). Selectie PLAATS Binnen een in te voeren plaats kunnen bijzondere bestemmingen worden geselecteerd. Bevestig uw keuze met de rechter draaiknop . Het routemenu wordt geopend. X X • Bijzondere bestemmingen PLAATS/ LAND Binnen de bestemmingslanden die op de navigatie-cd staan, kunt u vrij kiezen uit speciale bestemmingen.
Gebruiksmodus Navigatie Selectie IN‘T GEHELE LAND Selecteer met de rechter draaiknop een categorie en bevestig uw keuze door op de draaiknop te drukken. Er wordt een lijst met bijzondere bestemmingen weergegeven. Bij meer dan 9 bestemmingen op de lijst wordt u gevraagd om een bestemming in te typen. X Bijzondere bestemming invoeren en bevestigen. X Bevestig de bijzondere bestemming in de weergegeven lijst door op de rechter draaiknop te drukken. Het routemenu wordt geopend.
Navigatie Als u de cd met bijzondere bestemmingen tijdens een actieve navigatie hebt geplaatst, volgt nu de oproep of de bijzondere bestemming in de buurt van de bestemming of in de actuele omgeving moet liggen. Als de navigatie uitstaat, wordt deze keuze overgeslagen. X Selecteer met de rechter draaiknop tussen OMGEVING en NABIJ BESTEMMING. Na korte tijd worden de beschikbare bijzondere bestemmingen van de geselecteerde categorie weergegeven.
Gebruiksmodus Navigatie Licentievoorwaarden Wij verstrekken u een niet-exclusieve licentie waarmee u de database voor privé gebruik of voor zover toepasselijk voor intern gebruik in uw bedrijf kunt toepassen. Deze licentie geeft niet het recht op het verstrekken van sublicenties. De gegevens mogen alleen in dit specifieke Becker-systeem worden gebruikt.
Navigatie • SPEEDLIMITS Het weergeven van maximumsnelheden kan worden in-/uitgeschakeld. • TIJDINDICATIE U kunt instellen of tijdens de navigatie de vermoedelijke aankomsttijd, de actuele tijd of de resterende rijtijd rechts op het display moet worden weergegeven. Huidige positie opslaan X Via de multifunctionele knop resp. wordt de weergave van de tijd veranderd van 24 uren in 12 uren. X Via de multifunctionele knoppen of wordt de tijd telkens een half uur gewijzigd.
Gebruiksmodus Navigatie Hierna wordt automatisch het bestemmingsgeheugen opgeroepen (zie pagina 35). Selecteer met de rechter draaiknop de gewenste positie in het bestemmingsgeheugen en bevestig uw keuze door op de draaiknop te drukken. Huidige positie oproepen X Roep het bestemmingsgeheugen (zie pagina 35) op en selecteer de bestemming met de rechter draaiknop .
Navigatie Animaties U kunt instellen of tijdens de navigatie de vermoedelijke aankomsttijd, de actuele tijd of de resterende rijtijd rechts op het display moet worden weergegeven. Melding over vermoedelijke aankomsttijd aan- of uitzetten X X X Stel dit in het systeeminstellingsmenu ANIMATIONEN in en bevestig dit. Druk kort op de rechter draaiknop voor animaties AAN of UIT. Door lang op de rechter draaiknop te drukken, wordt de afstelling overgenomen.
Gebruiksmodus Navigatie Berekening van de vermoedelijke aankomsttijd beïnvloeden Stel dit in het systeeminstellingsmenu ETA BEREKENING in en bevestig dit. ETA staat voor Estimated Time of Arrival - verwachte aankomsttijd. X • VEILIG Bij deze instelling neemt het toestel aan dat u iets meer tijd nodig hebt voor de geplande route. Deze instelling kan bijvoorbeeld bij een grote verkeersdrukte worden gebruikt. X Door op de rechter draaiknop te drukken, wordt de keuze overgenomen.
Navigatie X X Stel dit in het systeeminstellingsmenu SPEEDLIMITS in en bevestig dit. Druk kort op de rechter draaiknop voor Speedlimits AAN of UIT. Door lang op de rechter draaiknop te drukken, wordt de instelling overgenomen. Als u na inschakelen van weergave van maximumsnelheden op een weg rijdt waarop een maximumsnelheid geldt en deze weg op de navigatie-cd is opgeslagen, verschijnt op het rechtergedeelte van het display het desbetreffende symbool met de maximumsnelheid.
Radioweergave Radio Radioweergave inschakelen X Druk op de knop . De laatst ingestelde golflengte wordt gekozen. Modus radiomenu inschakelen X Druk tijdens de radioweergave op knop . De modus radiomenu wordt ingeschakeld en weergegeven. Als u binnen de daaropvolgende 8 seconden niet op een knop drukt, schakelt de radio over op radioweergave. De laatst geselecteerde zender wordt ingesteld en het laatst geselecteerde niveau wordt weergegeven.
Radioweergave Dynamische Autostore (FMDAS) X X Zenderzoekfunctie FM - DAS X Modus radiomenu instellen Druk de multifunctionele knop zo vaak in tot Seek Quality resp. Seek Name wordt weergegeven. Tijdens het FM DAS gebruik worden de zenders die kunnen worden ontvangen naargelang de instelling via de multifunctionele knoppen weergegeven. De gewenste zender kan worden ingesteld door op de knop onder de afkorting van de zender te drukken.
Radioweergave Scan-zoekfunctie X Zenders filteren bij FM-DAS Druk in het gewenste golfbereik (FM, MW, LW, SW) op de rechter draaiknop . Het is mogelijk om diverse zenders op de FM-DAS zenderlijst te laten verdwijnen. X Op het display verschijnt Aanwijzing Bij Seek Quality en Seek Name wordt de Scan-zoekfunctie in alfabetische volgorde uitgevoerd. X Modus radiomenu instellen Modus radiomenu instellen . Het apparaat zoekt automatisch op zender.
Radioweergave Weergave van PTY in-/uitschakelen X Modus radiomenu instellen Opslaan: U kunt 12 frequenties of programma’s opslaan. X X Selecteer met de multifunctionele knop tussen PTY (weergave PTY ingeschakeld) of Frequency (weergave PTY uitgeschakeld). X Zender oproepen/opslaan bij FM Selecteer in de modus radiomenu met de multifunctionele knop het niveau Stations RDS of Stations Fix. • Stations RDS (zie ook pagina 75) • Stations Fix (zie ook pagina 75) X Zoek de gewenste zender.
Radioweergave Autostore AM, LW X Schakel in het gewenste golfbereik de radiomenumodus in. Druk de multifunctionele knop zo vaak in tot Autostore on wordt weergegeven. X Houd de multifunctionele knop zolang ingedrukt tot Seek Autostore verschijnt. Handmatig instellen FM X X Modus radiomenu instellen Kies met de multifunctionele knop het niveau Stations Fix. Handmatige afstemming MW, LW, SW X Schakel in het gewenste golfbereik de radiomenumodus in.
Radioweergave Regionaalfunctie in-/uitschakelen Regio’s RDS - diversity werkt als overkoepeling voor alle regio’s. Daarom kan het gebeuren, dat er door RDS-diversity tussen verschillende regionale zenders met verschillende programma's wordt overgeschakeld. Als dit het geval is, dan moet u het specifieke regionale programma direct selecteren. Als er meerdere regionale programma's door één zender worden uitgezonden, is dit pas te zien bij het selecteren van de desbetreffende zender.
Radioweergave Radiotekst in - /uitschakelen GWaarschuwing Gevaar voor ongevallen! Omdat de informatie die via radiotekst wordt overgedragen nogal eens wisselt, raden wij u uitdrukkelijk aan om de radiotekst alleen in een stilstaand voertuig te activeren, zodat de bestuurder zo min mogelijk wordt afgeleid. Alleen op deze wijze kunnen hiermee samenhangende ongevallen worden vermeden. X X Druk op de knop tekst te verlaten.
Radioweergave Bij rechtstreeks programmeren kunt u een TP-zender die niet de FM-zender is die u op dat moment beluistert, worden geprogrammeerd. Zo is het bijvoorbeeld mogelijk om naar een bepaalde FM-zender te luisteren en de TP-berichten van een andere FM-zender door te schakelen. Als de ontvangst van de geprogrammeerde TP-zender niet goed meer is, wordt omgeschakeld op automatisch volgen totdat de geprogrammeerde TP-zender weer kan worden ontvangen.
Radioweergave Automatisch volgen instellen In alle functies en golfbereiken kunt u schakelen op automatisch volgen door langer dan 2 seconden op knop te drukken. Rechtstreekse programmering instellen/wissen X MUTE-stand in-/uitschakelen X TP-menu inschakelen. Instellen: Druk op de multifunctionele knop . X Als u een TP- resp. een EON-zender heeft ingesteld, kan de MUTE-stand worden geactiveerd door kort op knop te drukken. In het TP-menu: Selecteer de gewenste TP-zender met de rechter draaiknop .
Radioweergave Volume van TP-berichten TP-menu inschakelen. X Druk op de multifunctionele knop . TMC in-/uitschakelen X Aanwijzing Meer informatie over TMC vindt u onder 'Dynamische navigatie met TMC' op pagina 29. X X Activeer het TP-menu. TMC-zender kiezen Om de ontvangst van TMC verkeersberichten te verbeteren, kunt u een zender kiezen die TMC-gegevens uitzendt. X X TP-menu inschakelen. Druk op de multifunctionele knop .
Radioweergave Weergave voor TMC-zenders die kunnen worden ontvangen Als het systeem een TMC-zender kan ontvangen en TMC zoals onder ’TMC in-/uitschakelen’ op pagina 54 beschreven ingeschakeld is, wordt dit op het display door de afkorting . De TMCinformatie kan dan door het navigatiesysteem worden ontvangen en verwerkt. De ontvangst van deze verkeersberichten is kosteloos.
Cd-weergave Cd-weergave Aanwijzingen m.b.t. de compactdisc (cd) Als zich vuil op de cd bevindt, kan dat gevolgen hebben voor het geluid. Let op het volgende om een optimaal geluid te verkrijgen: • Maak cd's voordat ze worden afgespeeld van binnen naar buiten schoon met een normaal in de handel verkrijgbare schoonmaakdoek. Oplosmiddelen zoals benzine, verdunners of andere gebruikelijke schoonmaakmiddelen en antistatische sprays mogen niet worden gebruikt.
Cd-weergave Nummer vooruit/achteruit springen Scan-zoekfunctie X Draai de rechter draaiknop naar rechts/links. Als u de rechter draaiknop verder draait, kunt u verscheidene nummers in voorwaartse of achterwaartse richting overslaan. X Aanwijzing: Als u bij het laatste nummer bent gekomen, wordt automatisch naar het eerste nummer teruggeschakeld. Analoog vindt eveneens een wisseling plaats van het eerste naar het laatste nummer.
Cd-weergave Willekeurig afspelen (Random Play) Als u op de multifunctionele knop drukt, wordt de functie ’willekeurig afspelen’ geactiveerd. Vervolgens worden de nummers van de huidige cd in willekeurige volgorde afgespeeld. De melding Rnd wordt invers weergegeven. Cd-instelmenu X Druk in de cd-modus op de knop . X X Als u nog een keer op de multifunctionele knop drukt, wordt de functie ’willekeurig afspelen’ opgeheven. Het cd-instelmenu verschijnt.
Cd-weergave Thermische beveiliging Dit apparaat is voorzien van een dubbele veiligheidsschakeling om de laserdiode tegen oververhitting te beschermen. Zodra de veiligheidsschakeling de eerste drempelwaarde bereikt, verschijnt het volgende op het display. De cd wordt gewoon verder afgespeeld. Kies dan echter bij voorkeur een andere bedrijfsmodus. Zodra de tweede drempelwaarde wordt bereikt, verschijnt gedurende 8 seconden de volgende melding. Na een afkoelperiode kan de cd-speler weer worden gebruikt.
Mp3-weergave Mp3-weergave Algemene aanwijzing voor mp3 De muziek die u in de mp3-modus van uw toestel kunt weergeven, is in de regel onderworpen aan de bescherming van de auteursrechten conform de toe te passen internationale en nationale voorschriften. In sommige landen mogen in dit geval zonder voorafgaande goedkeuring van de bevoegden geen kopieën, ook niet voor privé gebruik, worden gemaakt. Neem de afzonderlijk geldende voorschriften van de auteursrechten in acht. Zover u zelf, bijv.
Mp3-weergave • Met dit toestel kunt u cd-r’s (beschrijfbare cd's) en cd-rw's (herschrijfbare cd’s) beluisteren. U kunt ook multisessie-cd's gebruiken; deze dienen dan wel eerst te worden afgesloten. Naargelang het opnameapparaat waarmee de cd-r/cd-rw werd bespeeld of de toestand van de cd-r/cd-rw zelf is het mogelijk dat sommige cd-r's/cdrw's niet met dit toestel kunnen worden weergegeven.
Mp3-weergave Mp3-cd’s plaatsen/verwijderen Plaatsen: X Druk knop in en houd deze enige tijd ingedrukt. Het display klapt vervolgens omlaag en de cd-opening wordt zichtbaar. X Schuif de mp3-cd met het opschrift naar boven in de cd-opening. Het apparaat trekt de mp3-cd automatisch naar binnen en begint de eerste titel in de eerste map (directory) van de cd af te spelen. Klap het display vervolgens weer naar boven.
Mp3-weergave Omschakelen map/playlist Wanneer de ingevoerde mp3-cd playlisten bevat, kan worden omgeschakeld tussen mapweergave en playlistweergave. Aanwijzing: De multifunctionele knop verschijnt alleen wanneer de ingevoerde mp3-cd daadwerkelijk playlists bevat. Naar andere map/playlist gaan X X Nummer vooruit/achteruit springen Door op de multifunctionele knop te drukken, selecteert u tussen Folder Mode en Playlist Mode.
Mp3-weergave Versneld vooruit/terug X X Als u op de multifunctionele knop drukt, wordt de functie versneld vooruit (hoorbaar) geactiveerd. Als u op de multifunctionele knop drukt, wordt de functie versneld achteruit (hoorbaar) geactiveerd. Als u de multifunctionele knop resp. loslaat, wordt het versneld vooruit/achteruit beëindigd. Willekeurig afspelen (Random Play) Als u op de multifunctionele knop drukt, wordt de functie 'willekeurig afspelen' geactiveerd.
Mp3-weergave Omschakelen track/ID3-tag weergave Druk op de multifunctionele knop . Het totaal aantal playlists aanwezig op de mp3-cd (Pl), mappen (Fd) en het totaal aantal titels (Tk) worden weergegeven. X Map-/playlistnaam weergeven. X Roep het mp3-instelmenu op. U kunt hier instellen of u in het mp3menu de titelweergave in de vorm van een nummer of als ID3-tag voor het actuele nummer wenst. X Roep het cd-instelmenu op.
Weergave cd-wisselaar Weergave cd-wisselaar Gebruik van de cd-wisselaar Cd-wisselaarmodus selecteren Cd’s wisselen/selecteren Als er een cd-wisselaar op de autoradio is aangesloten, kan deze worden gebruikt zodra het gevulde cd-magazijn is geladen. Sluit na het laden de klep. U kunt het apparaat verder bedienen via het bedieningspaneel op de voorkant van de autoradio. X Druk op de knop .
Weergave cd-wisselaar Zie de tekst bij cd-weergave voor meer mogelijkheden (Pagina 56) • 'Aanwijzingen m.b.t. de compactdisc (cd)' op pagina 56 • 'Nummer vooruit/achteruit springen' op pagina 57 • 'Scan-zoekfunctie' op pagina 57 • 'Versneld vooruit/terug' op pagina 57 • 'Willekeurig afspelen (Random Play)' op pagina 58 • 'Herhalen van nummers (Repeat)' op pagina 57 CDC-instelmenu X Druk in de cdc-modus op de knop . Het cdc-instelmenu verschijnt.
Weergave cd-wisselaar Namen van cd’s U kunt de actuele cd een naam intoetsen resp. een reeds ingestelde naam wijzigen of de opgeslagen naam wissen. Aanwijzing: De ingevoerde naam wordt in de cdwisselaar opgeslagen. De cd-wisselaar beschikt slechts over een beperkt geheugen voor cd-namen. Wanneer u uw cd-wisselaar vervangt, gaan de opgeslagen namen verloren. Namen weergeven: X Roep het cdc-instelmenu op. Druk op de multifunctionele knop . De actuele naam wordt weergegeven.
Weergave cd-wisselaar Filterfunctie bij cd’s U kunt de afzonderlijke tracks van een cd uitfilteren. Deze tracks worden dan bij het afspelen van de cd overgeslagen. Aanwijzing: De filterfunctie kan alleen worden geactiveerd wanneer aan de gekozen cd een naam is toegekend. X Roep het cdc-instelmenu op. X Druk vervolgens op de multifunctionele knop . Tracks uitfilteren: Cd-wisselaar Silverstone 7860 en 2660. X Kies met de rechter draaiknop de uit te filteren track van de actuele cd.
Gebruikersinstellingen Gebruikersinstellingen Gebruikersinstellingen opvragen/verlaten Na het oproepen van de gebruikersinstellingen, krijgt u twee niveaus met de onderstaande basisinstellingen om het systeem naar wens in te richten.
Gebruikersinstellingen Functies bij MUTE-instelling telefoon (Tel) Als er een telefoonsysteem met een handsfree-installatie is geïnstalleerd, kan het telefoongesprek via het radiosysteem worden gevoerd. De montage van een extra luidspreker vervalt daarmee. De signaalleidingen (LF - telefooningang en massa - telefooningang) moeten hiervoor op de autoradio zijn aangesloten (zie ook pagina 83). X Roep het gebruikersmenu op voor het instellen.
Gebruikersinstellingen Optimale ontvangst instellen (M/S) Om storingen en echo bij de ontvangst te onderdrukken, kunt u drie verschillende instellingen voor een optimale ontvangst instellen. X Roep het gebruikersmenu op voor het instellen. X Door op de multifunctionele knop te drukken, selecteert u tussen Stereo, Mono en Auto. • Auto - Instelling voor normaal gebruik, d.w.z.
Gebruikersinstellingen AUX-ingang (Aux) Weergave kompas (Cmp) Volume signaaltoon (Bev) Wanneer er geen cd-wisselaar is aangesloten, kunt u hier de LF-aansluitingen van de cd-wisselaar inschakelen. Nu kunt u op deze aansluitingen een extern toestel (discman, walkman, etc.) aansluiten. X Roep het gebruikersmenu op voor het instellen. X Ga naar het tweede niveau van het gebruikersmenu door op de multifunctionele knop te drukken.
Servicemenu Servicemenu Servicemenu oproepen/ verlaten Resetactivering apparaat In het servicemenu kunnen de onderstaande gegevens worden opgevraagd. • Model-No.: - Weergave van het modelnummer • Serial-No.
Toelichting Toelichting RDS-SYSTEEM Niveau DAS Seek Name Niveau Stations Fix Deze autoradio biedt de mogelijkheid op de FM-band RDS-signalen (RDS = Radio Data System) te ontvangen. RDS zorgt ervoor, dat er onhoorbare extra informatie op de FM-band kan worden verzonden. Dit betekent, dat de radiozender informatie uitzendt die door de autoradio kan worden herkend. Op het niveau DAS Seek Name worden alle ontvang- en identificeerbare RDS-programma’s op naam alfabetisch in een lijst opgeslagen.
Toelichting EDUCATE LIGHT M DRAMA CLASSICS CULTURE EASY M VARIED SPORT OTHER M WEATHER FINANCE CHILDPRG SOCIAL RELIGION PHONE IN TRAVEL LEISURE JAZZ COUNTRY NATION M OLDIES FOLK DOCUMENT NO PTY 76 Educatie en vervolgonderwijs Lichte muziek Hoorspel en literatuur Klassieke muziek Cultuur, kerk en maatschappij Ontspanningsmuziek Onderhoudende praatprogramma’s Sport Speciale muziekprogramma’s Weerbericht Financiële informatie Kinderprogramma's Maatschappij Religie Interviews Reisberichten Vrijetijdsprogramma
Terminologielijst Terminologielijst Autostore Met slaat u de zenders die het best kunnen worden ontvangen op volgorde van de ontvangstkwaliteit in het Autostoregeheugen op. AUX (Auxiliary) Aansluitmogelijkheid voor externe audiosignalen. Balans Volume-instelling tussen de linker en rechter luidsprekers. CDC (Compact Disc Changer) CD-wisselaar CD-R (Compact Disc Recordable) Eenmaal beschrijfbare cd. CD-RW (Compact Disc ReWritable) Meermaals beschrijfbare cd.
Terminologielijst PLS Door het apparaat ondersteund formaat voor playlists. Reset Systeem terugzetten naar fabrieksinstellingen. PTY-Kennung (Program Type-Kennung) Klassificering die een zender op basis van het uitgezonden programma afgeeft. Scannen Geeft achter elkaar te ontvangen zenders resp. af te spelen cd-titels kort weer. Radiotext Extra informatie die door sommige FMzenders via RDS wordt uitgezonden. RDS (Radio Data System) Een procedure om in de FM-band onhoorbare informatie over te dragen.
Trefwoorden Trefwoorden Actuele positie weergeven . . . . . . . .33 Afgelegde weg . . . . . . . . . . . . . . . . .32 Afstemstappen . . . . . . . . . . . . . . . . .49 Ander nummer Cd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57 MP3/WMA . . . . . . . . . . . . . . . .63 Animaties . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .42 Autogeheugen . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 Autostore . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .49 AUX . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trefwoorden G K N GAL . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .70 Geluidsonderdrukking Telefoon . . . . . . . . . . . . . . . 55, 71 Verkeersinformatie . . . . . . . . . .53 Geluidssignaal . . . . . . . . . . . . . . . . . .73 Gemiddelde snelheid . . . . . . . . . . . .32 Golfbereik AM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 FM . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Klankinstelling . . . . . . . . . . . . . . . . .10 Klankmenu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .
Trefwoorden R Radio . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Radiotekst . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .51 Radioweergave . . . . . . . . . . . . . . . . .45 Random Play Cd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .58 MP3/WMA . . . . . . . . . . . . . . . .64 Regio’s . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .50 Regionaal programma . . . . . . . . . . . .50 Repeat Cd . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .57 MP3/WMA . . . . . . . . . . . . . . . .64 Rijduur . . . . . . . . . .
Trefwoorden V Veerboten . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .24 Veiligheidschakeling ter bescherming tegen te hoge temperaturen . . . . . . . . . . . . . . . . . . .59 Verkeersinformatie . . . . . . . . . . . . . .51 Afbreken melding . . . . . . . . . . .53 Geluidsonderdrukking . . . . . . . .53 Inschakelen . . . . . . . . . . . . . . . .52 Menu . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .52 Mute . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . . .53 Uitschakelen . . . . . . . . . . . . . . .52 Volume . . . . . . .
Technische gegevens Technische gegevens • Golfbereiken: FM 87,5 MHz - 108 MHz MW 531 kHz - 1620 kHz LW 153 kHz - 282 kHz SW 5800 kHz - 6250 kHz • Frequentiebereik: 20 Hz - 20 kHz bij cd-weergave 30 Hz - 15 kHz bij FM 50 Hz - 2,5 kHz bij MW, LW, SW • Uitgangsvermogen: 4 x 18 W • Diameter leiding: min. 0,75 mm² • Impedantie luidspreker: min.
$$1+$1*6(/ Geachte radiogebruiker, Deze radio mag volgens de geldende EG-richtlijnen door iedereen worden gebruikt. Dit toestel voldoet aan de op dit moment geldende Europese en geharmoniseerde nationale richtlijnen. Het kenmerk biedt u de garantie, dat aan de voor het apparaat geldende specificaties m.b.t. elektromagnetische compatibiliteit is voldaan.
Montagehandleiding Montagehandleiding Vóór het inbouwen Lees deze inbouwhandleiding vóór het inbouwen zorgvuldig door. Neem met name de desbetreffende veiligheids- en installatievoorschriften in acht. Symbolen die in deze inbouwhandleiding worden gebruikt G geven aanwijzingen weer die belangrijk zijn voor uw veiligheid en de veiligheid van andere personen. geeft tips die voor het inbouwen en de werking van het toestel belangrijk zijn.
Montageaanwijzing Veiligheidsvoorschriften G G G G 86 Ondeskundige montage Ondeskundige montage kan schade aan het toestel of aan de wagen tot gevolg hebben! Voor het inbouwen van het apparaat en de componenten ervan zijn speciale kennis en vaardigheden vereist. Het wordt dringend aanbevolen het inbouwen door een gespecialiseerde werkplaats te laten uitvoeren.
Montagehandleiding Installatievoorschriften Schade door ompolen of kortsluiting Onjuist aangesloten kabels of kortsluiting kunnen ernstige schade aan het apparaat veroorzaken. Tijdens de montage moet de accu van uw auto losgekoppeld zijn. Leg om kortsluiting en storingen te voorkomen de leidingen zodanig, dat deze niet kunnen worden ingeklemd, verbogen, geschuurd of afgescheurd. Parkeer uw auto voor de montage gelijkvloers en op een veilige plaats en verwijder de contactsleutel.
Montageaanwijzing Aansluitschema van het navigatiesysteem Radio-antenne Signaal van kilometerteller / kilometertellerkabel Soundsystem / luidsprekers GPS-antenne Indianapolis Achteruitrijsignaal Voeding Aanwijzing: De aansluitingen zijn gedetailleerd op pagina 109 beschreven.
Montagehandleiding Inbouwen van GPS-antenne G Kans op letsel Personen met pacemakers mogen de magneetantenne niet te dicht aan zich brengen of aan hun lichaam dragen, omdat dit kan leiden tot storingen van de pacemaker. Houd de magneetantenne uit de buurt van gegevensdragers (diskettes, betaalpasjes, magneetkaarten, etc.), elektronische en fijnmechanische apparaten, om te voorkomen dat gegevens worden gewist. Gebruik de antenne niet in gebieden waar explosiegevaar heerst.
Montageaanwijzing • In het interieur van de wagen De antenne kan alleen onder een niet gemetalliseerde voorruit worden ingebouwd. De inbouwplaats moet zodanig worden gekozen, dat de antenne vrij zit en niet door de ruitenwissers worden bedekt. Zorg ervoor dat de ontvangst van de antenne niet door de motorkap, ruitsponning en het dak kan worden gestoord. a. Bevestig de antenne met magneten op de basisplaat (1). b.
Montagehandleiding De GPS-ontvangst wordt door een ruit met ruitantenne, de voorruitverwarming of door een ruit met isolatiemateriaal beïnvloed. Warmte-isolerende ruiten zijn o.a. met een laag titaan of zilveroxide opgedampt. Als de GPSantenne in het interieur van de wagen is ingebouwd, kan de werking van het navigatiesysteem duidelijk verslechteren. Aansluiting van het achteruitrijlampje De aansluitpunten voor het achteruitrijsignaal zijn per wagen verschillend.
Montageaanwijzing Snelheidssignaal (GAL) van snelheidsmeter/tellerkabel aansluiten G Kans op letsel Onjuist aangesloten leidingen kunnen de werking van onderdelen van de wagen of veiligheidsvoorzieningen beïnvloeden of teniet doen. Informeer bij twijfel bij uw autofabrikant of bij een erkende werkplaats. Elektronische snelheidsmeter • Signaalkabel van de kilometerteller verwijderen, verlengen en met kamer A pin 1 verbinden.
Montagehandleiding Mechanische kilometerteller met ingebouwde snelheidssensor in kilometertellerkabel • Signaalkabel van de kilometerteller verwijderen, verlengen en met kamer A, pin 1 verbinden. • Minimale vereisten voor het signaal: 0 Hz - 4 kHz / blokgolf (geen inductieve gever) Low - niveau < 1,5 V, High - niveau 5 V - 16 V GAL-signaal A Als u niet precies weet waar de inbouwplaats/ligging van de snelheidssensor is, kunt u dit bij de fabrikant navragen.
Montageaanwijzing Monteren van de snelheidssensor direct op de transmissie • Maak de kilometertellerkabel op de transmissie los en schroef de snelheidssensor op de transmissie vast. Schroef de gedemonteerde kilometertellerkabel op de snelheidssensor vast en sluit de kabel aan.
Montagehandleiding Inbouw/uitbouw van het apparaat • Inbouw: In deze autoradio is een universele houder voor DIN-inbouwschachten geïntegreerd. Een inbouwframe is niet noodzakelijk. Het apparaat moet in de inbouwschacht worden geschoven en met de bijgeleverde montagehulpstukken worden bevestigd. Voor de inbouw moet het apparaat elektrisch worden aangesloten. Schuif het apparaat in de inbouwschacht.
Montageaanwijzing Ingebruikname van de GPS en sensoren • Voor de inbedrijfstelling van de GPS en de sensortest zet u de wagen op contact. Toestel inschakelen Voer de code in (zie voor gedetailleerde beschrijving in de gebruikshandleiding). • Multifunctionele knop lijk indrukken. • Het menu voor de inbedrijfstelling van de GPS en de sensortest wordt opgeroepen. • Voor de controle van de werking van het snelheidssignaal verplaatst u de wagen een aantal meters voorwaarts of achterwaarts.
Montagehandleiding • Voor de inbedrijfstelling van de GPS moet de wagen buiten met vrije zicht in alle richtingen (niet vlakbij gebouwen) worden geparkeerd. In het rechtergedeelte van het display worden gegevens van het GPS-ontvangst weergegeven. Er zijn vier verschillende meldingen mogelijk: - GPS OK: GPS-ontvangst is reeds aanwezig. - GPS WAIT: Er wordt gewacht op GPS-ontvangst. Er moet worden gewacht tot GPS OK wordt weergegeven. - GPS ANTENNA ERRORR: De GPS-antenne is niet correct aangesloten.
Montageaanwijzing Installatie van de navigatiesoftware • Druk op de knop . • Plaats de navigatie-cd in het toestel - de software van het navigatiesysteem wordt geïnstalleerd. • Na de installatie van de navigatiesoftware wordt het display hiernaast weergegeven. Vervolgens wordt u verzocht de taal te selecteren. • Selecteer de taal met de rechter draaiknop . Door de knop in te drukken, wordt de taalkeuze overgenomen. Bij een aantal talen kunt u kiezen uit mannelijke en vrouwelijke stemmen.
Montagehandleiding Kalibrering Na de eerste inbedrijfstelling moet een kalibreringsrit worden uitgevoerd. Hierbij worden automatisch het snelheidssignaal (GAL) aan de specifieke gegevens van de wagen en de Gyro-sensor aan de inbouwpositie van het toestel aangepast. Het te rijden traject is afhankelijk van het type auto en van de plaatselijke omstandigheden. Het navigatiesysteem is pas bedrijfsklaar als de kalibreringsrit is beëindigd! Op het display verschijnt het basismenu van het navigatiesysteem.
Montageaanwijzing werking van de GPS-antenne (GPS-INFO)102) controleren. Zodra het display met de tekst KALIBRERINGSRIT KAN BEGINNEN! verschijnt, kan de kalibreringsrit worden gestart. Een kalibreringsrit kan tevens in een niet gedigitaliseerd gebied worden uitgevoerd. De navigatie-cd hoeft na de installatie van de navigatiesoftware niet te worden geplaatst. Als de navigatiecd niet is geplaatst, wordt geen standplaats weergegeven.
Montagehandleiding Servicemodus In de servicemodus kunnen verschillende functies gedetailleerd worden gecontroleerd en kan de kalibrering worden gewijzigd. • • • • Schakel het toestel in (zie gebruiksaanwijzing) Knop de code in (zie gebruiksaanwijzing) Bij een reeds gekalibreerd toestel kunt u met de knop het basismenu van de navigatie selecteren. Bij een niet gekalibreerd toestel gaat u te werk zoals in het tweede punt hierna wordt beschreven. Druk op knop om naar de systeeminstellingen te gaan.
Montageaanwijzing In de servicemodus kunt u de volgende functies kiezen: • GPS-INFO - Test van de GPS-functie • KALIBRERING - Functie voor het wissen van de kalibrering resp.
Montagehandleiding Kalibrering wijzigen (KALIBRERING) Kalibrering wissen: Als het navigatiesysteem uit de wagen wordt gebouwd en vervolgens in een andere auto wordt gebouwd, moet de kalibrering worden uitgevoerd. Hiervoor moeten in elk geval de huidige kalibreringsgegevens worden gewist. Selecteer in de servicemodus KALIBRERING met de rechter draaiknop en bevestig dit door op de knop te drukken. Selecteer met de rechter draaiknop WISSEN en bevestig dit door op de knop te drukken.
Montageaanwijzing De hoek van het toestel is gelijk met de horizontale toestelhoek. Bij een positieve waarde wordt het toestel naar de bestuurder toe gedraaid (stuur links). De hoek van het toestel kan met de rechter draaiknop worden geselecteerd en met een druk op de draaiknop worden bevestigd. De hoek van het toestel is gelijk met de verticale toestelhoek. Bij een positieve waarde wordt het toestel naar boven gekanteld.
Montagehandleiding Voer met behulp van de rechter draaiknop de bandenmaat in en druk vervolgens langer dan 2 seconden op de draaiknop om de invoer te bevestigen. De letter ’R’ kan niet worden ingevoerd. Voor en na de schuine strepen moeten 3 getallen worden ingevoerd. Ontbrekende getallen met een ’0’ ervoor invullen.
Montageaanwijzing Status van de kalibreringsrit (KALIBRERINGSRIT) Selecteer in de servicemodus KALIBRERINGSRIT met de rechter draaiknop en bevestig dit door op de draaiknop te drukken. De kalibreerstatus (bijv. STATUS: 2) en de soort positie (bijv. 3D) worden weergegeven. Na een succesvolle kalibrering wordt in plaats van WIEL en ACHTR de momenteel gereden straat weergegeven (voor zover deze gedigitaliseerd is).
Montagehandleiding • Voor het controleren van de werking van het achteruitsignaal schakelt u de achteruitversnelling in. Het getal achter ACHTR moet van 0 op 1 (1 op 0) springen. • Rij voor het controleren van de werking van de sensoren met de wagen door een bocht. Het waarden achter X: en Y: moeten veranderen. Om de test van de sensoren te verlaten, moet u op knop Vervolgens gaat u terug in de servicemodus. drukken.
Montageaanwijzing Demomodus (DEMO) De demomodus is ontworpen voor demonstraties. In het toestel wordt een vaste positie voorgegeven (Hamburg Werderstrasse). • Selecteer in de servicemodus DEMO met de rechter draaiknop en bevestig dit door op de knop te drukken. Door kort op de rechter draaiknop te drukken, kunt u tussen AAN en UIT kiezen. Door lang op de rechter draaiknop te drukken, wordt de keuze bevestigd. • U kunt nu, zoals wordt beschreven in de gebruikshandleiding, een bestemming invoeren.
Montagehandleiding Aansluitingen C1 C2 C3 B Antennebus Kamer A 1 2 3 4 5 6 7 8 Snelheidssignaal (GAL) Signaal van achteruitrijlampen Telefoon - geluidsonderdrukking / vrijschakeling Constant plus (klem 30) Besturingsuitgang voor automatische antenne/versterker Verlichting (klem 58) Geschakelde plus (klem 15) Massa (klem 31) Kamer B 1 2 3 4 5 6 7 8 Luidspreker achter rechts + Luidspreker achter rechts Luidspreker voor rechts + Luidspreker voor rechts Luidspreker voor links + Luidspreker voor links Lui