User's Manual

76
NEDERLANDS
REFERENCE AMPLIFIER A500 Gebruiksaanwijzing
77
NEDERLANDS
REFERENCE AMPLIFIER A500 Gebruiksaanwijzing
Bedieningselementen2.
Voorzijde2.1
Afb. 2.1: De bedieningselementen op de voorzijde
52 43
1
Met de [1] POWER-schakelaar zet u de RX1602 aan. De
POWER-knop dient in de positie uit” (niet ingedrukt) te
staan op het moment dat het apparaat op het stroomnet
aansluit.
De POWER-LED geeft licht zodra u het toestel inschakelt.
Let op: De POWER-schakelaar schakelt de stroom-
voorziening bij het uitzetten niet volledig uit. Trek
daarom de kabel uit het stopcontact wanneer u het
apparaat gedurende langere tijd niet gebruikt.
Het wordt aanbevolen de eindtrappen altijd als laatste
schakel in de ketting in te schakelen, daar sommige
andere toestellen in de signaalweg bij het inschakelen
sterke impulsen verwekken, die dan overeenkomstig
versterkt bij de luidsprekers aankomen en deze in
bepaalde gevallen kunnen beschadigen. Omgekeerd
moet u de eindtrappen ook altijd eerst uitschakelen.
Ieder kanaal bezit een volumeregelaar, waarmee u de [2].
eindversterking van de A500 kunt instellen. De twee
volumeregelaars moeten volledig naar links gedraaid
zijn, wanneer u het toestel in- of uitschakelt. Indien er
toch eens voor het inschakelen een ingangssignaal
voorhanden is, blijft u zo voor onaangename
verrassingen verschoond.
De [3]. PROT-LED geeft licht, wanneer de veiligheidsstroom-
kring de luidsprekeruitgang stilgeschakeld heeft. Indien
dit het geval is, gelieve onmiddellijk de A500 uit te
schakelen.
De veiligheidsstroomkring reageert, als de versterker
te heet wordt. Laat de A500 dus iets afkoelen alvorens
weer te activeren. Controleer bovendien, of de
koellichamen voldoende vrije ruimte hebben om aan
hun functie te kunnen voldoen.
De hoogprecieze vermogenindicaties van de A500 geven [4].
u op elk moment informatie over de modulatie van uw
eindtrap.
De [5]. CLIP-LED geeft licht, wanneer de eindtrap van het
signaalniveau overstuurd wordt; dit kan tot waarneem-
bare vervormingen leiden. Reduceer in dit geval het
ingangsniveau tot op een aangepaste hoogte, totdat de
LED geen licht meer geeft.
Indien de CLIP-LED verder continu licht geeft,
controleer dan de kabelverbindingen naar de
luidsprekers, daar er eventueel een kortsluiting aan de
luidsprekeruitgang is.
Achterzijde2.2
Afb. 2.2: De bedieningselementen en aansluitingen op de achterzijde
9
318
62111017
CHANNEL INPUT 1 (MONO)[6]. . Sluit hier de signaalbron aan,
waarvan de uitgangssignalen door de A500 moeten
worden versterkt.
Gelieve telkens maar één van de drie ingangs-bussen
te gebruiken!
Sluit hier dus een uitgang van uw mengpaneel, van een
hifi-voorversterker of van een andere signaalbron aan.
Ons rack-mengpaneel EURORACK PRO RX1602 biedt u
met acht symmetrische stereokanalen, die ook mono te
gebruiken zijn, de ideale mogelijkheden om het niveau
aan te passen en de bronselectie te schakelen.
De aansluitingen zijn voor beide kanalen telkens in cinch-
XLR- en 6,3-mm-stereoklinkenformaat uitgevoerd. De
cinch-ingangen zijn geconstrueerd voor de verbinding
met toesteluitgangen, die een onsymmetrisch signaal
met een line-niveau van -10 dBV beschikbaar stellen.
Daar deze ingangen gevoeliger zijn dan andere, kunt
u hier bijv. een cd-speler of een DAT-recorder direct
aansluiten. Natuurlijk is deze ingang ook voor het
aansluiten van mengpanelen e.d. geschikt.
De XLR- en 6,3-mm-stereoklinkenaansluitingen zijn
symmetrisch bedraad, maar kunnen natuurlijk eveneens
onsymmetrisch worden bezet. De gevoeligheid bedraagt
hier +4 dBu (zie ook hoofdstuk 4).
Principieel moet u de voorkeur geven aan
het symmetrische gebruik om een optimale
storingsongevoeligheid te bereiken.
De ingangen mogen om veiligheidsredenen niet parallel
worden gebruikt. Indien toch gelijktijdig cinch- en
klinken-ingangen worden bezet, wordt de cinchingang
prioritair behandeld, terwijl het andere signaal
stilgeschakeld wordt.
Wanneer u de A500 in monobrugfunctie wilt
gebruiken, gebruik dan uitsluitend één van de
ingangen van kanaal 1!
[7]. CHANNEL INPUT 2. Dit zijn de ingangen van de A500 voor
kanaal 2.
De [8]. STEREO/BRIDGED MONO-schakelaar dient om tussen
de twee bedrijfsmodi van de A500 te schakelen.
Gelieve de A500 uit te schakelen met behulp van
de POWER-schakelaar, alvorens van bedrijfsmodus
te veranderen. Het losmaken en aansluiten van
de luidsprekerverbindingen mag alleen worden
uitgevoerd bij een uitgeschakeld toestel!
OUTPUT 1, OUTPUT 2[9]. en BRIDGED MONO: Dit zijn de
luidsprekeraansluitingen van de A500 in 6,3-mm-mono-
klinkenformaat. Gelieve alleen de uitgang BRIDGED
MONO te gebruiken in de monobrugfunctie.
Gelieve de minimale lastimpedantie van 4 ohm
per kanaal in stereofunctie in acht te nemen. In
monobrugfunctie moet er een luidspreker van ten
minste 8 ohm impedantie worden aangesloten.
Alternatief tot de klinkenbussen kunt u ook [10].
de kabelklemmen voor het aansluiten van de
luidsprekerkabels gebruiken. Let erop dat u in de
monobrugfunctie de luidspreker met de twee middelste
aansluitingen verbindt - zoals op het toestel wordt
weergegeven.
ZEKERINGHOUDER/ VOLTAGE[11]. . Voordat u het apparaat met
het stroomnet verbindt, dient u eerst te controleren
of het aangegeven voltage overeenkomt met de
netspanning ter plaatse. Als er een zekering vervangen
wordt, dient men absoluut hetzelfde type te gebruiken.
Bij sommige apparaten kan de zekeringhouder in twee
verschillende posities worden ingezet, om zo tussen
230 V en 120 V om te schakelen. Let op: Bij gebruik
van het apparaat bij 120 V buiten Europa, dienen er
zekeringen met hogere waarden geplaatst te worden.
Het apparaat wordt via de [12]. IEC-APPARAATBUS op het
stroomnet aangesloten. Een geschikt netkabel zit bij de
levering inbegrepen.
SERIENUMMER[13]. .