Operation Manual
12
ULTRALINK UL2000M
3. DE MICROFOON ULM2000
3.1 Bedieningselementen
In dit hoofdstuk worden de verschillende bedieningselementen van uw ULM2000 beschreven, in
detail verklaard en nuttige wenken voor het gebruik gegeven.
Afb. 3.1: Onderkant van de ULM2000
POWER
De POWER-toets gedurende minstens 2 seconden ingedrukt houden om de handzender in of uit te
schakelen. Wanneer u de POWER-toets slechts kort indrukt, werkt deze als bevestigingstoets voor ingestelde
cijfers. Verder kan zo de status van de zender (ingesteld kanaal en status van de batterijen) opgevraagd
worden.
STATUS-LED
De status-LED geeft door herhaaldelijk knipperen alle ingestelde parameters weer. Daarbij kunt u 3
knippersnelheden onderscheiden:
De LED knippert langzaam, wanneer bijv. de programmeermodus succesvol afgesloten wordt.
Om getallen, zoals bijv. kanaalnummers of de afzonderlijke frequentiecijfers weer te geven
knippert de LED in een gemiddeld tempo.
Vlug knipperen kan op een fout wijzen, zoals bijv. een lege batterij of een verkeerde invoer.
MUTE-schakelaar
Door het bedienen van de MUTE-schakelaar wordt de microfoon op mute geschakeld. Aanvullend kan de
ULM2000 dan door het instellen van de cijfers 9 of 0 in de programmeermodus geschakeld worden of kan
een speciale toestelinstelling opgevraagd worden.
KEUZESCHAKELAAR
D.m.v. een schroevendraaier kunt u op de KEUZESCHAKELAAR verschillende cijfers instellen. Zo kunnen
bijvoorbeeld de kanaalnummers en de frequentie gekozen worden.
De SERIENUMMERS vindt u in het batterijvak van de zender. Open daarvoor het batterijvak (zie hoofdstuk
1.1.4).
3.2 Bediening van de handzender
Op de achterkant van dit handboek (BEKNOPTE INSTRUCTIE) treft u een kort grafisch overzicht aan,
waarin de bediening van de zender uitgebeeld wordt.
3.2.1 Inschakelen van de microfoon
1. Druk op de POWER-toets aan de onderkant van de microfoon en dat gedurende 2 seconden.
2. Een knippercode verschijnt, die de status van de batterij aangeeft:
1 = batterij is bijna leeg . . . 5 = batterij is vol
3. Aansluitend geeft een tweede knippercode aan, op welk kanaal de zender ingesteld is.
1 = kanaal 1 is opgeroepen . . . 8 = kanaal 8 is opgeroepen.
3.2.2 Instellen van een kanaal
Binnen een Preset kunt u het kanaal gemakkelijk met de keuzeschakelaar instellen. Daarbij maakt het
niet uit, of de microfoon in- of uitgeschakeld is.
Veranderen van het kanaal wanneer de zender ingeschakeld is.
3. DE MICROFOON ULM2000